Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op Kamervragen van de Kamerleden Van der Laan en Lambrechts over het EU- arrest betreffende doorbetaling van wachtdiensten (2020317110).


---
Heeft u kennis genomen van het arrest Jaeger (C-151/02) van het Europese Hof van Justitie, waarin is besloten dat wachtdiensten van onder andere arts-assistenten als gewerkte uren moeten worden aangemerkt?


---
Ja.


---
Heeft u zicht op het aantal beroepen en het aantal werknemers in de Nederlandse gezondheidszorg op wie dit arrest van toepassing zal zijn?


---
In de Nederlandse gezondheidszorg worden vooral verpleegkundigen, (groeps)begeleiders, (ped)agogisch medewerkers, radiologisch laboranten en analisten, arts-assistenten en ambulancepersoneel ingezet tijdens aanwezigheidsdiensten/slaapdiensten. Niet bekend is om hoeveel werknemers het daarbij gaat. Wel heb ik een indicatie van het aantal aanwezigheidsdiensten/slaapdiensten per kalenderdag in de gezondheidszorg. Dat aantal bedraagt ongeveer 5600. Het grootste deel daarvan komt voor rekening van de branche gehandicaptenzorg. Andere branches, waar veel aanwezigheidsdiensten/slaapdiensten voorkomen, zijn de ziekenhuizen en de verpleeg- en verzorgingshuizen. Overigens komen aanwezigheidsdiensten/slaapdiensten ook veelvuldig voor in de sectoren jeugdhulpverlening en welzijn en maatschappelijke dienstverlening (ca. 1100 per kalenderdag).


---
Verwacht u dat de kosten in de gezondheidszorg zullen stijgen als gevolg van dit arrest? Zo ja, hoeveel en hoe denkt u deze extra kosten te gaan opvangen?


---
Zullen door dit arrest in combinatie met het arbeidstijdenbesluit arts-assistenten en verpleegkundigen minder uren per week kunnen worden ingezet? Zullen de tekorten aan werknemers in de gezondheidszorg hierdoor groter worden? Zo ja, hoe denkt u dit probleem te ondervangen?

3 en 4
Op basis van het arrest moet worden geconcludeerd dat tijd, die artsen (en andere werknemers) rustend tijdens een aanwezigheidsdienst op de werkplek doorbrengen, moet worden aangemerkt als arbeidstijd in de zin van EU-richtlijn 93/104. In het Arbeidstijdenbesluit wordt dergelijke tijd aangemerkt als rusttijd. De consequentie van het arrest is dat de Nederlandse arbeidstijdenregelgeving moet worden aangepast. Feitelijk gevolg van het arrest is dat ­ na aanpassing van de Nederlandse arbeidstijdenregelgeving aan het arrest ­ tijd in aanwezigheidsdiensten op de werkplek doorgebracht, voortaan in het kader van de Arbeidstijdenwet geheel als arbeidstijd moet worden beschouwd. Daardoor wordt sneller de gemiddelde maximaal toegestane arbeidsduur per week bereikt. Als gevolg daarvan zal bij continuering van de huidige regels voor aanwezigheidsdiensten meer personeel nodig zijn, met de nodige kostengevolgen van dien.
Mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is zich momenteel aan het beraden over te nemen stappen. Uitgangspunt daarbij is de regelgeving in overeenstemming te brengen met de richtlijn en het arrest van het Hof en tegelijkertijd te bereiken dat het toepassen van


---

aanwezigheidsdiensten op de thans gebruikelijke manier zoveel mogelijk kan worden voortgezet, zonder daarbij het bestaande beschermingsniveau voor werknemers te verlagen. Doelstelling daarbij is te bewerkstelligen dat er zo min mogelijk personele en/of financiële consequenties zijn.


---- --