Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

06-10-2003

Ontwerp-besluit Wet op de jeugdzorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DJB/JZ-2414028

6 oktober 2003

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Justitie, een ontwerp aan van het besluit bijdragen in de kosten van jeugdzorg. Het ontwerp-besluit is gelijktijdig aangeboden aan de Eerste Kamer en wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

De Wet op de jeugdzorg voorziet in een regeling inzake de bijdrage van ouders en stiefouders en de eigen bijdrage van de jeugdigen in de kosten van jeugdzorg waarop ingevolge de wet aanspraak bestaat. Het besluit bijdragen in de kosten van jeugdzorg werkt dit verder uit. De regeling ten aanzien van de ouderbijdrage is ongewijzigd ten opzichte van de regeling onder de Wet op de jeugdhulpverlening, omdat er geen aanleiding bestaat deze regeling te wijzigen. Ouders, stiefouders en ook de verwekker van een kind tegen wie de vaderschapsactie is toegewezen, zijn bijdrageplichtig voor die vormen van jeugdzorg die mede verzorging en verblijf omvatten. De regeling voor de eigen bijdrage van jeugdigen is wel gewijzigd. Uitgangspunt van de nieuwe regeling is dat het totale netto-inkomen van de jeugdige, ongeacht de herkomst (bijvoorbeeld uit arbeid, Algemene nabestaandenwet of Wet studiefinanciering 2000) verminderd met eenvierde van het minimumloon dat geldt voor de leeftijd van de jeugdige, wordt afgedragen aan de zorgaanbieder in wiens accommodatie de jeugdige verblijft. Hierdoor wordt ten opzichte van huidige regeling een vereenvoudiging van de regeling bereikt. Ook wordt bereikt dat een jeugdige altijd een deel van zijn inkomen, namelijk eenvierde van het minimumloon dat geldt voor de leeftijd van de jeugdige, mag behouden. Dit is de zogenaamde eigen bijdragevrije voet. Het wordt als onredelijk gezien dat de jeugdige zijn totale netto-inkomen moet afdragen aan de zorgaanbieder in geval van bijvoorbeeld een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet of inkomsten uit eigen vermogen. Tot slot wordt met de nieuwe regeling het hebben van bijbaantjes niet ontmoedigd. Naast de eigen bijdragevrije voet, mag de jeugdige eenvierde behouden van zijn inkomen dat verkregen is uit arbeid. De eigen bijdrage van de jeugdige mag nooit meer bedragen dan de normprijs voor de ontvangen zorg.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp

Kamerstuk,

Om het kamerstuk op te halen: Zie het origineel http://www.minvws.nl/document...er=393&page=20339