Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Van Miltenburg over indicatieverschillen
AWBZ-zorg.
1.
Heeft u kennisgenomen van het artikel "Grote verschillen tussen indicaties AWBZ-zorg"?
1.
Ja. Dit artikel is gebaseerd op een rapportage over indicatiestelling AWBZ-aanspraken van
het CvZ. Deze rapportage van CvZ heeft betrekking op indicatiestelling vòòr 1 april 2003.
Bij de start van de indicatiestelling in 1997 is gekozen voor het door indicatieorganen laten
vaststellen van protocollen met het oog op zorg op maat in de lokale situatie. In het kader
van de modernisering van de AWBZ is per 1 april 2003 gekozen voor een landelijk uniform
protocol.
2.
Wat zijn de richtlijnen voor indicatiestellers volgens welke zij dienen te indiceren? Zijn deze
richtlijnen landelijk?
2.
Het Zorgindicatiebesluit geeft aan dat de Regionale Indicatie Organen (RIO's) hun werk
moeten doen volgens een landelijk vastgesteld protocol. Dat protocol omvat een landelijk
vastgestelde formulierenset op basis waarvan de indicatiestellers de zorgbehoefte van de
verzekerde vaststellen. Deze formulierenset is opgenomen in de software van de RIO's.
Dat betekent dat alle Rio's langs dezelfde weg en op dezelfde manier het indicatieonderzoek
uitvoeren.
Nadat het onderzoek heeft plaatsgevonden vinden er verschillende afwegingen plaats o.a. of
er mantelzorg beschikbaar is en in welke klasse een bepaalde functie geïndiceerd moet
worden.
Omdat indicatiestellers de in te zetten gebruikelijke zorg voor elkaar (ook wel de mantelzorg
genoemd) verschillend kunnen beoordelen is met voortvarendheid gewerkt aan een
afwegingskader gebruikelijke zorg.
Eind oktober komt dat afwegingskader beschikbaar.
Het afwegingskader om de klasse te bepalen van de functies huishoudelijke verzorging,
persoonlijke verzorging en verpleging wordt in het najaar vastgesteld.
De afwegingskaders zullen landelijk door alle Rio's worden gebruikt.
3.
Zijn Regionale Indicatie Organen (RIO's) bevoegd om af te wijken van deze richtlijnen? Zo ja,
op grond waarvan? Hoe wordt rechtsongelijkheid dan voorkomen?
3.
Doordat de Rio's met een landelijk protocol en met een landelijk vastgestelde formulierenset
werken en op korte termijn met uniforme afwegingskaders, is de kans dat er sprake zal zijn
van rechtsongelijkheid ingeperkt. Tegelijkertijd blijft de mogelijkheid bestaan dat er in
specifieke gevallen door de indicatiesteller van een specifieke richtlijn wordt afgeweken. Als
daarvoor een deugdelijke motivatie aanwezig is, moet dat mogelijk zijn.
4.
Bent u voornemens om de aanbeveling van het College voor Zorgverzekeringen om landelijke
normen in te voeren, in praktijk te brengen?
4.
Nadat er in de praktijk ervaring is opgedaan met de afwegingskaders zullen ze in een
beleidsregel worden vastgelegd.
---
5.
Kunt u aangeven welke RIO's zich niet aan de richtlijnen houden? Wat u gaat ondernemen
richting deze RIO's?
5.
Volgens mijn informatie werken inmiddels alle RIO's op basis van het Zorgindicatiebesluit
met het landelijke protocol en de landelijke formulierenset. Uitgangspunt is dat alle RIO's de
vast te stellen afwegingskaders zullen hanteren. De functiegerichte indicatiestelling is op 1
april 2003 ingevoerd. Medio 2004 willen we de afwegingskaders, nadat daar de nodige
ervaring mee opgedaan is, in definitieve beleidsregels vastleggen.
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport