Kamerstuk, 06-10-2003
Om het kamerstuk op te halen:
Zie het origineel
http://www.minvws.nl/document...er=393&page=20335
Beantwoording van brief VMCE
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-CB-U- 2411171
6 oktober 2003
Naar aanleiding van uw verzoek u op de hoogte te stellen van mijn
antwoord op de brief van de Vereniging voor Mensen met constitutioneel
Eczeem het navolgende.
In de tweede week van juli is in een telefonisch onderhoud met de heer
Arents, secretaris van de Vereniging voor Mensen met constitutioneel
Eczeem, kenbaar gemaakt welke redenen ten grondslag liggen aan de
beslissing over de vergoeding van tacrolimus-zalf (Protopic).
Aangegeven is dat de CFH, de commissie van klinisch farmaceutisch
deskundigen van het CVZ, geoordeeld heeft dat voor kinderen tot 16
jaar de therapeutische meerwaarde onvoldoende is aangetoond. Deze
beoordeling is leidend geweest in de vergoedingsbelissing over
tacrolimus-zalf voor die patiëntengroep. In het gesprek is aangegeven
dat in het kader van een zorgvuldige procedure er reeds een
inspraakmoment is geweest voor de patiëntenverenigingen. Tijdens de
hoorzitting van het CVZ met de Vereniging voor Mensen met
constitutioneel Eczeem en het Nationale Huidfonds, hebben beide
patiëntenverenigingen in de gelegenheid gehad tot inspraak in de
beleidsmatige fase van de beoordeling. Tevens is de heer Arents
kenbaar gemaakt dat de vergoedingsstatus van tacrolimus-zalf alleen
kan veranderen indien de fabrikant nieuwe en aanvullende gegevens
beschikbaar heeft en een herbeoordeling aanvraagt. De uitvoerige
telefonische toelichting is als reactie op de brief als voldoende
informatief geacht en daarom is verder afgezien van de schriftelijke
beantwoording.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst