Centrale Raad van Beroep Utrecht
Is studiefonds, bestaande uit gemeenschappelijke rekening van
betrokkene en voormalige partner, vermogen in de zin van de
Bijstandswet
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht
Datum actualiteit: 6-10-2003
Betrokkene en haar voormalige partner hebben een gemeenschappelijke
bankrekening geopend en daarop beiden een bedrag gestort van f
15.000,- ten behoeve van de studie van hun kinderen. Van deze
bankrekening kan geen geld worden opgenomen zonder de toestemming van
beide rekeninghouders. Naar het oordeel van de Raad betekent dit dat
betrokkene niet feitelijk heeft beschikt of heeft kunnen beschikken
over het gehele saldo van de gezamenlijke bankrekening. Dit betekent
dat het gehele bedrag van het studiefonds niet als vermogen in de zin
van art. 51, eerste lid, aanhef en onder a Abw kan worden aangemerkt.
De Raad vernietigt het bestreden besluit en bepaalt dat bij het nieuw
te nemen besluit van betrokkene mag worden verlangd dat zij het door
haar in het studiefonds gestorte bedrag aanwendt voor het
levensonderhoud van haar gezin.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AK0002
Zie het origineel
http://www.rechtspraak.nl/act...d=13268&i=52&ti=5