Gemeente Utrecht


2003 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
75 Vragen van de heer E.R. van Holthe
(ingekomen 3 oktober 2003)

Uit het bijgevoegde artikel uit het Utrechts Nieuwsblad van 2 oktober 2003 blijkt dat bewoners van Leidsche Rijn een vergoeding krijgen voor het stopzetten van levering van een dubbel watersysteem met zowel drinkwater als huishoudwater. Het zou gaan om ongeveer E 65, die via een korting op de waterrekening, verrekend zou worden. Woningcorporaties schatten in, volgens de journalist, in dat dit bedrag overeenkomt met ongeveer 10% van de investering voor dit tweede waterleidingnet per huishouden.

Dit brengt de VVD fractie Utrecht tot de volgende vragen:

Deelt het college van burgemeester en wethouders de mening van de VVD dat bewoners met de koop van een huis in Leidsche Rijn hebben geïnvesteerd in de aanleg van twee waterleidingnetten? Zo nee, hoe is het tweede waterleidingnet dan gefinancierd? Zo ja, hoeveel bedroeg de gemiddelde investering per huishouden voor dit tweede waterleidingnet (de extra investering dus, die in andere nieuwbouwwoningen - zonder huishoudwater - niet wordt gemaakt)? Welke (overheids)instanties zijn er betrokken geweest bij het vaststellen van het beleid om een huishoudwaternet in Leidsche Rijn aan te leggen? Is het college van burgemeester en wethouders van mening dat met de investering in een tweede waterleidingnet voor huishoudwater, bewoners de verwachting konden hebben deze investering in een aantal jaren terug te verdienen? Heeft het college van burgemeester en wethouders de indruk dat een compensatie van ongeveer E 65 de gemaakte investering dekt? Indien dit niet het geval is, is het college van burgemeester en wethouders dan van plan zich hard te maken voor een reëele compensatie bij alle betrokken (overheids)instanties?

Antwoord van Burgemeester en Wethouders
(verzonden 21 oktober 2003)

Het college deelt de mening van de VVD niet. Bewoners in Leidsche Rijn hebben voor de marktwaarde een huis in Leidsche Rijn gekocht. Daarmee hebben ze niet rechtstreeks geïnvesteerd in de aanleg van twee waternetten. De aanleg van het tweede waternet is van invloed op de bouwkosten van het huis maar niet direct op de marktwaarde van een huis. De bouwkosten van het huis, en daarmee ook die van het tweede net, zijn gefinancierd door de ontwikkelaars. N.v.t.
Hydron, VEWIN (Vereniging van exploitanten van Waterleidingbedrijven in Nederland), Gemeente, Ministerie VROM, Onderzoeksinstituten KIWA en RIVM. Het college is van mening dat bewoners die in Leidsche Rijn een huis voor de marktwaarde kochten daarmee niet rechtstreeks hebben geïnvesteerd in de aanleg van twee waternetten. De bewoners konden verwachten dat een deel van hun waterverbruik voor een lager variabel tarief zou worden afgerekend door Hydron. Daar zou dan een apart (extra) vastrechttarief voor het huishoudwater tegenover staan. Voor beantwoording van de vraag hoe dit in concrete gevallen precies zou uitpakken was vooral de omvang van het totale waterverbruik per huishouden van belang. De intentie van Hydron is niet om de bouwer te compenseren; die heeft immers de marktprijs ontvangen. De insteek waarvoor Hydron heeft gekozen is om aan haar klanten in principe het voordeel dat zij, bij continuering van het huishoudwatertarief, over een periode van tien jaar zouden genieten in vier jaar toe te delen. Deze insteek achten wij redelijk. Zie bij 6.

De kater van het water
Een sympathiek gebaar, maar niet meer dan dat.

Zo valt de tegemoetkoming van waterleidingbedrijf Hydron aan de gedupeerde bewoners in Leidsche Rijn en Houten-Zuid van het huishoudwaterexperiment het beste te omschrijven. De hoogte van het toegekende bedrag, zo'n 65 euro, bedraagt circa tien procent van de geschatte kosten.

Het is daarom begrijpelijk dat bewoners ontevreden zijn. Zij hebben immers nooit om het milieuexperiment gevraagd. Elk huis werd standaard opgeleverd met huishoudwater en de kosten van de dubbele leiding in de woning werden doorberekend in de huisprijs.

De verantwoordelijkheid voor de mislukking ligt geheel bij Hydron en de gemeenten Utrecht en Houten. Hydron wilde huishoudwater, deels uit bedrijfseconomische redenen. Het bedrijf mocht minder grondwater oppompen en huishoudwater wordt gemaakt van rivierwater. De gemeenten Utrecht en Houten wilden moderne milieuwijken bouwen.

De gemeenten en Hydron hadden een bijna blind vertrouwen in huishoudwater. Ze hielden het niet bij een experiment met enkele honderen woningen, zoals aanvankelijk de bedoeling was. Neen, ze besloten de landelijke evaluatie van zes pilotprojecten niet af te wachten, maar bepaalden gaandeweg de bouw dat alle nieuwbouwhuizen huishoudwater kregen. Daarmee hebben ze bewust een risico genomen.

De communicatie naar de bewoners, zowel van Hydron als van de gemeenten, kan achteraf gezien gekleurd genoemd worden. Huishoudwater was absoluut veilig en goed voor de portemonnee, zo stond in de folders. Dat het om een experiment ging, waarvan de uitkomst niet vaststond, werd gemakshalve achterwege gelaten. Over risico's werd al helemaal niet gerept.

Huishoudwater bleek niet veilig. Minstens 200 Leidsche Rijners werden er ziek van. Bij het landelijke evaluatie-onderzoek bleek het water dertig maal zoveel ziekmakende virussen te bevatten dan is toegestaan. En was het goedkoper?

De huizenkopers in Leidsche Rijn en Houten-Zuid, die ongewild gebruikt werden als proefkonijnen, mogen nu het grootste deel van de rekening betalen. Het is tijd dat de gemeenten Utrecht en Houten hun verantwoordelijkheid nemen. Of gaat bij dit milieu-experiment het gezegde op: succes heeft vele vaders, maar een mislukking is meestal wees?

---- --