Vereniging Nederlandse Gemeenten


---

Minister overschat mogelijkheden gemeenten bij vergroten woningproductie (03/10/03)

De VNG onderschrijft de ambitie van minister Dekker van het ministerie van VROM om de woningproductie te vergroten. Daarbij stelt de minister tot 2010 terecht haar ambitie bij tot een realistisch niveau. Gemeenten doen al het mogelijke om bij de dragen aan meer tempo, maar de minister overschat de mogelijkheden van de lokale overheden. Zij zijn met handen en voeten gebonden aan regelgeving van het Rijk.

De minister geeft in een brief aan de Tweede Kamer van 29 september 2003 een overzicht van de acties die zij noodzakelijk acht om de woningbouwambitie te kunnen realiseren. Er moeten tussen 2005 en 2010 circa 380.000 tot 420.000 woningen worden opgeleverd. De minister wijst in haar brief op de verantwoordelijkheden van betrokken partijen en verlegt de nadruk in de woningbouw van kwaliteit naar kwantiteit. De VNG ondersteunt de goede voornemens, maar wijst erop dat de praktijk weerbarstig is en de meeste maatregelen pas op lange termijn effect hebben.

De lokale overheden doen hun uiterste best om procedures bij de ontwikkeling van bouwlocaties te stroomlijnen en te versnellen. Zij lopen hierbij echter aan tegen de grenzen van de mogelijkheden die het Rijksbeleid hiertoe biedt. De belemmeringen waar gemeenten mee te maken hebben, zijn reeds in 2002 door de VNG verwoord in de brochure Tempo met regels!. Wij zijn dan ook blij met de erkenning van die problematiek door de minister. Het komt nu echter aan op het daadkrachtig werken aan het wegwerken van de belemmeringen.

Wij zijn er tevreden over dat de budgetten voor stedelijke vernieuwing en nieuwbouw grotendeels in stand blijven. De minister wil de grondkostensubsidie op een andere manier verstrekken. Zij denkt daarbij aan een premie op presteren. Gemeenten moeten echter niet de dupe worden van problemen buiten hun schuld. Daarbij valt te denken aan vertragingen als gevolg van het niet financieren van infrastructuur door Verkeer en Waterstaat, maar ook langlopende inspraakprocedures op grond van rijksregelgeving.

Het verzoek aan gemeenten om, ten behoeve van de bevordering van het bouwtempo, terughoudendheid te betrachten bij het stellen van aanvullende kwaliteitseisen, druist in tegen andere ambities van VROM inzake de kwaliteit van woningbouw. Wij constateren namelijk dat hetzelfde ministerie gemeenten opdraagt om Dubo-eisen (duurzaam bouwen) te stellen. Graag zijn wij bereid om samen met de minister te zoeken naar een nieuw evenwicht tussen kwaliteit en kwantiteit. Het stellen van tegenstrijdige eisen aan gemeenten dient daarmee wat ons betreft tot het verleden te behoren.

Wij onderschrijven de opmerking van de minister dat woningcorporaties bij het vervullen van specifieke taken van het huisvesten van specifieke doelgroepen te vaak achterblijven bij wat maatschappelijk nodig is. Denk daarbij aan de groeiende aandacht voor het tekort aan wooneenheden voor studenten en de onlangs verstuurde brief van de minister van VROM inzake de enorme opgave voor wonen, zorg en welzijn. Wij pleiten dan ook voor meer mogelijkheden voor Rijk en gemeenten om te kunnen sturen op de investeringen van woningcorporaties.