Gemeente Amsterdam

Geert Dales: Voor successen in het openbaar bestuur is een andere bestuurscultuur dringend gewenst
3 oktober 2003 - Marleen Nieuwenhuis

Het openbaar bestuur in Nederland gaat gebukt onder een gebrek aan authenticiteit, onafhankelijkheid en autonomie van bestuurders. Veel te veel laten bestuurders de oren hangen naar blijkbaar ongrijpbare machten als de burger en de samenleving en te vaak worden verwachtingen gewekt die de overheid helemaal niet kan waarmaken. Dat tussen 2000 en 2002 het positieve oordeel van de burgers over het functioneren van de overheid is gedaald van 65% naar 35% komt doordat bestuurders veel te weinig tegengas bieden aan de toenemende druk van burgers om de overheid overal verantwoordelijk voor te maken en het gebrek aan bestuurlijke moed om de grenzen van het overheidshandelen aan te geven en nee te zeggen. De overheid verkoopt zichzelf als een alleskunnende machinerie en legt daarmee de basis voor permanente onvrede bij de burgerij.

Wethouder en loco-burgemeester Geert Dales van Amsterdam heeft vandaag in een toespraak voor een congres in Zwolle van de grote Nederlandse gemeenten gepleit voor een drastische verandering van de heersende bestuurlijke cultuur. Hypes, trends en modes zetten de toon voor het bestuurlijk handelen, terwijl de bestuurder zich daartegen juist moet verzetten. Het modieuze luisteren leidt uiteindelijk slechts tot cliëntelisme. Bestuurders moeten veel meer vertrouwen op eigen kracht en in onafhankelijkheid hun positie bepalen. Dat in de Nederlandse samenleving een gebrek aan individuele verantwoordelijkheid bestaat is het gevolg van het bestuurlijk onvermogen om nee te zeggen en als overheid verantwoordelijkheden los te laten.

Dales hekelt de modieuze afrekencultuur, waarbij bestuurders zich vastleggen op meetbare resultaatsafspraken. De complexiteit van de hedendaagse samenleving verhoudt zich slecht tot de heersende afrekencultuur. Dales voorspelt dat geen enkele van de afgesproken targets binnen de gestelde termijn zal worden gerealiseerd zodat er in 2006 en 2007 bij de verkiezingen een massale afrekening zal plaatsvinden. Alle door Minister de Graaf ontslagen burgemeesters kunnen dan weer meteen aan de bak.

Bestuurders zijn vooral managers geworden. Door de trend naar bedrijfsmatig opereren in het openbaar bestuur verwordt de bestuurder van politicus met een visie, een missie en een maatschappelijke opgave tot een gedepolitiseerde uitvoerder die zich los heeft gemaakt van zijn ideologische drijfveren. Zet tien bestuurders en tien ambtenaren aan tafel, geen enkele buitenstaander zal ze uit elkaar kunnen houden.

Dales pleit verder voor grotere onafhankelijkheid in de relatie tussen overheid en maatschappelijke instellingen en vindt dat het subsidiëren van organisaties die de overheid in zijn beleid tegenwerken moet worden stopgezet. Ronduit absurd is dat overheden meewerken aan gesubsidieerd verzet tegen het eigen beleid. Het creëert afhankelijkheid en cliëntelisme, verhindert onafhankelijke stellingname en is de dood in de pot voor het publieke debat

Een belangrijke versterking van het openbaar bestuur zou kunnen worden bereikt door een opwaardering van het lokale bestuur. De gemeenten zijn het reëlebestuur, waar burgers wonen en bestuurders rondlopen. Het Rijk is een virtuele bestuurslaag waarin niemand woont. Toch dwingt het Rijk de gemeenten steeds meer in de rol van bijkantoor. Daartegenover moet een zwaarder kaliber lokaal bestuur worden gesteld.

Pb-167

© Gemeente Amsterdam