Universiteit Maastricht

Persbericht
3 oktober 2003

Incognito simulatiepatiënten moeten zorg transparanter maken

Onderzoek naar dagelijks gedrag van reumatologen

In deze tijd van budgettering en toenemende uitgaven in de gezondheidszorg, wordt de roep om een kwalitatief goede zorg en verbeterde kosteneffectiviteit sterker. Voorwaarde daarvoor is dat de zorg transparanter moet worden. Eén van de manieren daarvoor is het in kaart brengen van het handelen van zorgpersoneel in de dagelijkse praktijk. Op welk manier dat monitoren het beste kan gebeuren bij medisch specialisten is vooralsnog niet duidelijk. Reumatologe in opleiding Simone Gorter onderzocht of het introduceren van incognito simulatiepatiënten in de praktijk van specialisten een goed observatiemiddel is. Zodoende liet zij simulatiepatiënten 201 eerste bezoeken en 53 vervolgbezoeken afleggen bij 27 reumatologen. Hiermee registreerde zij het handelen in de dagelijkse praktijk bij een achttal reumatologische ziektebeelden. En passant probeert zij, aan de hand van de data die deze bezoeken opleverden, eveneens het gedrag van reumatologen bij het contact met patiënten te doorgronden. Op dit onderzoek promoveert Gorter op vrijdag 3 oktober 2003 bij de Faculteit der Geneeskunde aan de Universiteit Maastricht.

Het inzetten van incognito simulatiepatiënten om het gedrag van gezondheidspersoneel in kaart te brengen, werd eerder al met succes gebruikt bij het monitoren van huisartsen. Het is echter voor het eerst dat de proef op de som werd genomen in de praktijk van medisch specialisten. Gorter komt tot de conclusie dat het toepassen van deze methode bij die doelgroep erg bewerkelijk is. Zo bleken er voor geslaagde bezoeken van de patiënten aan de reumatologen een verwijsbrief van de huisarts, gesimuleerde röntgenfoto's en andere labuitslagen nodig. Dit betekende een intensieve en tijdrovende samenwerking met huisartsen, laboratoria en röntgenafdelingen in het ziekenhuis. De wetenschapster concludeert daarom dat deze kostbare werkwijze niet zomaar overal en altijd ingezet kan worden. Eventueel zou ze wel nuttig zijn als een service on demand, wanneer er bijvoorbeeld gericht wordt gevraagd naar een evaluatie van handelen in de praktijk.

Niettemin verschaften de bezoeken van gestandaardiseerde patiënten (dat wil zeggen dat ze allemaal dezelfde aandoening voorwendden) inzicht in het gedrag van de reumatologen. Opvallend was dat er sprake was van een grote variatie in handelen tussen de reumatologen, wanneer zij dezelfde patiënten onderzochten. Zo verschilden de aangevraagde laboratoria- en röntgenonderzoeken, alsmede de kosten die daarbij hoorden. Behalve op deze objectieve resultaten, gaat Gorter in op subjectieve ervaring van de simulatiepatiënten. Over het algemeen waren zij zeer tevreden over de bezoeken aan de artsen. Gewaardeerd werden vooral een dokter die een patiënt persoonlijk uit de wachtkamer haalt en informeert naar de thuissituatie. Al deze bevindingen dragen volgens Gorter hopelijk bij aan discussies tussen reumatologen onderling en zullen worden ingezet als een instrument voor het meten van specifieke behoeften van nascholing of het ontwikkelen van richtlijnen en het verbeteren van de relatie tussen patiënt en arts.

Noot voor de pers:
Voor vragen kunt u terecht bij Simone Gorter, tel:043 3875026 mailto:simonegorter@raketnet.nl
De afdeling Communicatie van de UM is bereikbaar via 043 3882044. Voor urgente zaken buiten kantooruren: 06 21275612.
Mail to: pers@voorlichting.unimaas.nl.
De persberichten van de UM staan op Internet www.pers.unimaas.nl.