HBO-Raad


verschenen op: 02-10-2003

Voortgezette opleidingen Theater en Film, de enige in Nederland, bieden unieke programma's

De voortgezette opleidingen theater en film van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, DasArts (De Amsterdamse School, Advanced Research in Theatre and Dance Studies) en het Maurits Binger Film Instituut, zijn in mei en juni jongstleden voor de eerste keer gevisiteerd. De kwaliteit van het onderwijsprogramma is goed, maar de systematiek in de interne organisatie dient, mede met het oog op het nieuwe accreditatiestelsel, te worden verbeterd. Dit is de belangrijkste uitkomst van het onderzoek dat twee internationaal samengestelde visitatiecommissies, onder leiding van Emile Fallaux, in opdracht van de HBO-raad uitvoerden.

Ingegeven door problemen die zich in eerdere visitaties in het kunstonderwijs voordeden bij de beoordeling van voortgezette opleidingen is, op verzoek van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten en in samenspraak met de genoemde opleidingen, het standaardbeoordelingskader hbo aangepast aan het specifieke karakter van de voortgezette (kunst)opleiding. Een voorgezette kunstopleiding heeft geen vastomlijnd onderwijsprogramma zoals een initiële opleiding. De inhoud van het onderwijs wordt voor een groot deel bepaald door datgene wat de student zelf inbrengt. Ook het gewenste verloop van het onderwijsproces staat niet vast, maar ontstaat door de ontwikkeling die de student tijdens de opleiding doormaakt en de manier waarop de opleiding deze ontwikkeling faciliteert en begeleidt. Waar een intiële opleiding zich richt op het behalen van de benodigde beroepskwalificaties, richt een voortgezette opleiding zich op het verder ontwikkelen en/of verdiepen van talent.

De commissies hebben mede dankzij het aangepaste beoordelingskader hun werk met succes en overtuiging kunnen uitvoeren. Zij baseren hun oordeel op de mate waarin de opleidingen hun eigen doelstellingen waarmaken en het onderwijsleerproces van studenten effectief en efficiënt faciliteren. Beide commissies komen tot de conclusie dat de opleidingen hun doelstellingen waarmaken en studenten afleveren die voldoen aan de verwachtingen en behoeften van de beroepspraktijk. Dankzij een in de loop der jaren opgebouwde eigen onderwijskundige benadering, unieke opzet van de programmas en een begeleiding op maat wordt recht gedaan aan de leerbehoefte en talentontwikkeling van individuele studenten. Niet alleen in Nederland maar ook in het buitenland hebben beide instituten in de beroepspraktijk naam gemaakt en een positie verworven.
Een belangrijk punt van kritiek van de commissies betreft de interne organisatie, communicatie en kwaliteitszorg. Hoewel beide instituten beschikken over een klein, enthousiast en gedreven team zullen procedures en processen beter vastgelegd moeten worden en meer moeten worden gesystematiseerd. Dit is niet alleen met het oog op efficiency van belang, maar staat ook in het teken van het afleggen van verantwoording naar studenten en naar de samenleving. De ontwikkeling van de student in relatie tot een door hem- of haarzelf opgestelde leerplan (op basis van de doelstellingen van de opleiding) dient secuur te worden vastgelegd in een persoonlijk document (dossier/portfolio). Dit dossier zal aan een aantal duidelijk voorwaarden en eisen moeten voldoen om zo de ontwikkeling die de student doormaakt transparant en objectiveerbaar te maken. De opleidingen dienen er rekening mee te houden dat de aantoonbaarheid van de ontwikkeling van studenten, het realiseren van de eigen doelstellingen en - in meer algemene zin - het transparant maken van processen, procedures en resultaten, in het nieuwe accreditatiestelsel meer gewicht zullen krijgen. Aan kwaliteitszorg moet dan ook nog de nodige aandacht worden besteed.

Voorzitter van beide commissies:
Emile Fallaux (Nederland), scriptschrijver/consultant, bestuurslid van het Prins Claus Fonds, van het Hubert Bals Fonds en Submarine Channel, voormalig bestuurslid van het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepprodukties en het Holland Festival, voormalig directeur van het Film Festival Rotterdam

Leden van de visitatiecommissie Binger:

- David Wingate (Zweden), freelance dramaturg, docent en script expert, bestuurslid van EU media Plus en Sources 2
- Caterina DAmico (Italië), directeur Scuola Nazionale die Cinema, Rome

- Cedomir Kolar (Tsjechië), producer A.S.A.P. Films, Parijs

Leden van de visitatiecommissie DasArts:

- Richard Schechner (Amerika), professor performance studies, New York University en artistiek directeur East Coast Artists
- Christine Peters (Duitsland), artistiek directeur Arts Centre Mousonturm, Frankfurt am Main, voormalig assistant van de artistiek directeur van Arts Centre Mousonturm, studeerde theaterwetenschap aan de Universiteit van Frankfurt/M.

- Jan Zoet (Nederland), directeur van de Rotterdamse Schouwburg