Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal
Binnenhof4
Den Haag
- Directie Culturele Samenwerking, Onderwijs en Onderzoek
Afdeling Internationaal Cultuurbeleid
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
- 2 oktober 2003
Behandeld
- Drs. J.W.P. Kennis
Kenmerk
- DCO-246/03
Telefoon
- 070 3484217
Blad
- 1/6
Fax
- 070 3484716
Bijlage(n)
- 1
- jwp.kennis@minbuza.nl
Betreft
- Beantwoording vragen vande ledenWilders & RijpstraoverDom Holenderski in Gedansk
- Zeer geachte Voorzitter,
Graag - bied ik u hierbij- , mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - de leden- Wilders & Rijpstra over - Dom Holenderski in Gedansk. Deze vragen werden ingezonden op - 5 september 2003 met kenmerk - 2620316850.
- De Staatssecretaris voor Europese Zaken,
Atzo Nicolaï
Antwoorden van de heer Nicolaï, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, mede namens mevrouw Van der Laan, de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, op vragen over het Dom Holenderski in Gdansk (Ingezonden 5 september 2003) van de leden Wilders en Rijpstra (beiden VVD).
Vraag 1
Deelt u de mening dat bij het internationale cultuurbeleid bijzondere aandacht moet worden besteed aan landen waarmee Nederland een sterke historische band heeft?
Antwoord
Ja, landen waarmee Nederland een sterke historische band heeft, krijgen dan ook bijzondere aandacht binnen het internationale cultuurbeleid.
Het belang dat gehecht wordt aan deze landen blijkt onder meer uit de brief van 14 juli 1999 over het internationaal cultuurbeleid en de besteding van de HGIS-cultuurmiddelen (TK, 26 682, nr. 1). In deze brief is de regionale prioriteitsstelling van het Internationaal Cultuurbeleid aangegeven. Eén van de prioriteitscategorieën bestaat uit "landen waarmee Nederland dankzij een gemeenschappelijk verleden bijzondere banden heeft onderhouden".
Daarnaast is het 'Gemeenschappelijk Cultureel Erfgoed' een belangrijk thema binnen het internationale cultuurbeleid. Voor dit thema is een beleidsmatig raamwerk opgesteld, dat u eerder toeging (TK, 1999/00, 27 032, nr. 2). Dit raamwerk beoogt een kader te geven voor samenwerking op het terrein van het gemeenschappelijk cultureel erfgoed en wordt nu landenspecifiek ingevuld.-
Vraag 2-
Onderkent u de intensiteit van de relaties die gedurende diverse eeuwen hebben bestaan tussen de belangrijkste Nederlandse handelssteden en de Poolse stad Gdansk, niet alleen voor wat betreft de handel, maar ook voor wat betreft de politieke en militaire betrekkingen, de cultuur (architectuur enzovoorts) en de migratie (bijvoorbeeld de omvangrijke aanwezigheid van Nederlandse kooplieden, bankiers, scheepsbouwers, architecten en kunstenaars in Gdansk in de 17e eeuw)?
Antwoord
Gdansk speelde in de zestiende en zeventiende eeuw een centrale rol in de zogenaamde moedernegotie: de handel met gebieden rond de Oostzee. Deze betrekkingen waren veelomvattend van aard en hebben tot op de dag van vandaag hun sporen in het gebied achtergelaten.
Vraag 3-
Is het u bekend dat sinds september 2002 het Holland Huis (Dom Holenderski) functioneert achter twee typisch Nederlandse gevels aan de befaamde 'Dlugi Targ' (Lange Markt) in het historische stadscentrum van Gdansk, en dat in het Holland Huis de Nederlandse honorair consul is gevestigd?
Antwoord-
Ja, het 'Dom Hollenderski' in Gdansk omvat naast een multifunctionele tentoonstellingsgelegenheid een aantal kantoren (waaronder dat van de Nederlandse honorair consul) en een restaurant.
Vraag 4-
Onderkent u dat dit project een bijzonder voorbeeld is van particulier initiatief met als doelstelling het bevorderen van de culturele en economische banden tussen Nederland en Polen?
Antwoord-
Ja
Vraag 5-
Is het u bekend dat het Holland Huis een actief cultuurbeleid heeft ontwikkeld met tentoonstellingen en seminars (zoals de huidige expositie van prenten van oude Nederlandse meesters), dat grote waardering ondervindt van het stadsbestuur in Gdansk en van de nationale Poolse overheid?
Antwoord
Ja, het 'Dom Hollenderski' heeft in de korte periode na de ingebruikname een aantal culturele evenementen georganiseerd die zeker de belangstelling van de Poolse autoriteiten en het Poolse publiek genoten.
Vraag 6
Is het u bekend dat de Poolse staatssecretaris voor cultuur, de heer Skapski, het beschermheerschap heeft aanvaard van de culturele activiteiten van het Holland Huis en deze instelling beschouwt als een onderdeel van de Poolse culturele infrastructuur?
Antwoord-
De Poolse staatssecretaris voor Cultuur heeft inderdaad het patronaat van het Holland Huis op zich genomen en hieraan dit voorjaar ook een bezoek gebracht.
Vraag 7-
Is het u bekend dat het eigendom van het pand, waarin circa ¤ 1,5 miljoen is geïnvesteerd (met onder meer een aanzienlijke bijdrage van de gemeente Rotterdam), berust bij de stichting Dom Holenderski onder voorzitterschap van de oud-ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden in de Republiek Polen, mr Georges-Albert Wehry?
Antwoord-
Ja.
Vraag 8-
Bent u bereid te bevorderen dat ook de Nederlandse regering dit project actief steunt en betrekt in het Nederlandse internationale cultuurbeleid, mede gezien de nauwe historische en culturele banden tussen Nederland en Noord-Polen en de verwachte toetreding van Polen tot de Europese Unie? Zo ja, wilt u aangeven hoe een dergelijke steun kan worden gerealiseerd?
Antwoord-
Polen is één van de prioriteitslanden binnen het internationale cultuurbeleid. In het kader van het Nederlandse voorzitterschap van de EU wordt aan de op dat moment toegetreden landen uit Midden- en Oost-Europa bovendien extra aandacht besteed. Uit de
HGIS-cultuurmiddelen is ruim twee miljoen Euro vrijgemaakt voor de organisatie van een cultureel programma dat vooral op deze landen is gericht.
Met betrekking tot het gemeenschappelijk cultureel erfgoed is tijdens de conferentie in februari/maart 2002 over de beleidsontwikkeling en uitvoering op dit terrein, waarover u per brief van 5 april 2002 (TK, 27 432, nr. 51) geïnformeerd bent, geconcludeerd dat Polen in de beleidsontwikkeling en uitvoering meer aandacht dient te krijgen. Na enige verkenning door de ambassade ter plekke zullen medio oktober van dit jaar door de ambassadeur Internationale Culturele Samenwerking ambtelijke
consultaties plaatsvinden met Poolse vertegenwoordigers. Het doel van deze consultaties is te bezien op welke terreinen Nederland en Polen gezamenlijk kunnen werken aan het behoud van gemeenschappelijk cultureel erfgoed. Dan zal ook duidelijk kunnen worden of het Dom Holenderski daarin een rol kan spelen.
Het Dom Holenderski is een particulier initiatief dat niet in aanmerking komt voor structurele financiële ondersteuning door Nederland. Ik wil hierbij verwijzen naar de discussie die hierover met uw Kamer is gevoerd in 2001 en sluit mij aan bij de brief van de toenmalige staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van 18 mei 2001 (TK, 27 400, nr. 75) over de functie van culturele instituten in het buitenland. Daarin wordt, kort gezegd, een keuze gemaakt tegen een netwerk van culturele instituten
met een aanbodgericht programma.
Of Dom Holenderski in voorkomende gevallen in aanmerking komt voor incidentele (financiële) steun op projectbasis is afhankelijk van de aard en kwaliteit van de activiteiten waarvoor steun wordt gevraagd. Per geval zal bezien moeten worden, binnen de bestaande kaders, of (financiële) ondersteuning past binnen de doelstellingen en uitgangspunten van het Nederlandse beleid. Overigens heeft de Nederlandse Ambassade in Warschau in de lange en soms niet eenvoudige aanloopperiode met enige regelmaat
met succes bemiddeld bij gerezen beheersmatige problemen.
---
Ministerie van Buitenlandse Zaken