Den Haag, 2 oktober 2003
Bijdrage van Boelhouwer (PvdA) aan het Algemene Overleg over Ruimte voor de Rivier - 2 oktober 2003
+ Financieel & organisatorisch
Ik zal de staatssecretaris eerst nader ondervragen over het gereserveerde bedrag voor het project Ruimte voor de Rivier. Hoeveel gaat dit project kosten, welke deelprojecten vallen eronder (een aantal zijn al begonnen nog voor de PKB), en waar komt geld vandaan? (E117 miljoen is ook nog overgeheveld van RvR naar rivierverruimingsprojecten.) Volgens de inschattingen gaat het waarschijnlijk om heel veel geld, en de Kamer moet dit goed kunnen controleren. Zeker gezien de slechte ervaring met andere 'megaprojecten'. Veiligheid tegen rivieroverstroming staat op het spel; de vraag is, of het budget voldoende soelaas biedt. Maar niet alleen dat. Ruimtelijke claims moeten worden vastgelegd, samen met VROM. Ik wil weten hoe deze vorm krijgt. Wat zijn de meerjarenafspraken en/of de resultaatsverplichtingen om bijvoorbeeld ruimtelijke kwaliteit te verbeteren? Ik wil voorstellen Ruimte voor de Rivier onder een apart begrotingsartikel te plaatsen. Dit komt ook de bestuurlijke eenheid ten goede (VROM, LNV, V&W) en voorkomt dat ook in de toekomst ieder ministerie alleen en uitsluitend voor zijn eigen potje blijft gaan.
+ Normering
Er moet ruimte komen voor rivieren. Niet alleen om de afvoertoppen bij hoogwater weg te halen, maar ook om water te reserveren tijdens droogte. Dat staat buiten kijf. Ook ik zie de heuristische waarde in de watertrits 'vasthouden, bergen, afvoeren,' zoals opgesteld door de Commissie Waterbeheer in de 21e eeuw. Maar flexibiliteit moet voorop staan en de complexiteit van deze trits moet adequaat waterbeheer niet in de weg staan. In het stroomgebied Rijn en Maas is het absoluut nodig (veiliger/duurzamer) om op de langere termijn meer ruimte te creëren voor meer afvoer (18.000 m3 per seconde). Daar kan bergen, om de pieken af te vlakken, deel van uit maken (retentie). Bergen via noodoverloop is sneller te realiseren en relatief goedkoper, maar kent ook haar limieten, los van het feit dat het bij noodoverloop per definitie altijd gaat over het overschrijden van de vastgestelde veiligheidsnormen! Bergen in Nederland kan nooit op zichzelf staan als niets wordt gedaan aan piekafvoer of de hoeveelheid bovenstrooms water vanuit Duitsland of België. En alles hangt ook af van het type rivier. De mogelijkheden op de Maas om bovenstrooms te bergen en/of vast te houden zijn kleiner dan in geval van de Rijn. De bergingscapaciteit in Nederland wordt ondanks al het positieve denken over ruimte voor water in ieder geval nog steeds minder. Maatwerk is dus van belang. Dit zal ik onderstrepen tijdens het debat. Het spreekt voor zich dat dit soort maatwerk op de budgetruimte zal drukken, maar die afweging moet de staatssecretaris aan de Kamer voorleggen.
Overigens zou het een goede zaak zijn om in overleg met de Kamer alvast een of twee voorbeeldprojecten te starten waar bewoners al kenbaar hebben gemaakt het nieuwe denken over water in hun omgeving in de praktijk te brengen (Overdiepse polder). Je kunt die mensen die zelf met plannen komen niet laten wachten tot 2020 en dan zeggen dat je hun plan dan pas wilt gaan uitvoeren.
+ Noodoverloopgebieden
Dit ligt in het verlengde van het punt over normering. Er kleven veel bezwaren aan het aanwijzen van een noodoverloopgebied, zeker vanuit Gelderland en Noord-Brabant. De ruimte in Nederland is beperkt. Of een noodoverloopgebied nodig is, hangt van veel factoren af. Bijvoorbeeld: de hoeveelheid afvoer en het aantal overloopgebieden bovenstrooms. Soms valt een verhoging van het veiligheidsniveau of verhoogde afvoer te verkiezen boven een noodoverlooppolder. Dit betekent eveneens een verhoging van het budget, maar een kabinetsstandpunt is er nog niet. Overigens, noodoverloopgebieden zijn er op dit moment ook al, alleen weten we niet waar ze zijn. Maar als er meer water komt dan het systeem aankan, dan klotst het water per definitie ergens over de dijk. Ik wil met het oog op de noodoverloopdiscussie ook de toegezegde cijfers krijgen over de Duitse maatregelen en de kansen dat er in Nederland mogelijk niet zoveel aan de hand is omdat in Duitsland de dijken het al zullen begeven.
Overigens vind ik, dat als er al gekozen wordt voor het aanwijzen van noodoverloopgebieden, er aan minstens twee voorwaarden moet zijn voldaan.
1. De inrichtingsmaatregelen moeten inpasbaar zijn bij het later uitwerken naar 18.000 m3 resp. 4.600 m3.
2. Er moet een adequate schaderegeling komen, want het kan niet zo zijn dat mensen en bedrijven die onder water worden gezet om benedenstrooms schade te beperken daarvoor zelf de rekening moeten betalen.
+ Veiligheid van Nederland in Kaart (VNK)
Het project VNK beoogt inzicht in veiligheid tegen overstroming te vergroten. Uiteindelijk moet het project overstromingsrisico's (=kans op x de economische gevolgen) voor alle dijkringgebieden in Nederland in kaart brengen. De cijfers zijn nog niet bekend. En het budget is van rijkszijde ontoereikend (waterschappen betalen er ook aan mee). Dit is zorgelijk, gezien de recente dijkverschuivingen. Hoe kan de Kamer hierover oordelen met zo'n gebrek aan informatie (en middelen)? En in hoeverre is dit van invloed op het project RvR?
---- --
Partij van de Arbeid