Toespraak minister De Graaf bij de aanbieding van het rapport Burgerbrieven Nationale Ombudsman
2 oktober 2003
De verhouding tussen de overheid en de Nationale ombudsman is vaak een beetje zoals tussen de slaper en zijn wekker. Het geluid haalt je uit de droom, maar toch ben je blij dat je je niet hebt verslapen.
In dit geval een kritische beschouwing over de wijze waarop de overheid omgaat met de brieven van burgers is er echter geen sprake van irritatie. Integendeel: het is een ondersteuning van mijn streven wat zeg ik: mijn taak - om de overheid moderner en dat wil ook zeggen meer dienstbaar en meer responsief te maken.
Het is heel goed dat de Nationale ombudsman een signaal uit de Kamer heeft opgepikt en een zogenaamd onderzoek uit eigen beweging heeft gedaan. Het is bovendien bewonderenswaardig hoeveel informatie u in zo korte tijd hebt verzameld.
Het valt natuurlijk op dat er grosso modo - geen slechte indruk bestaat van de wijze waarop de overheid zijn primaire taak verricht. Ik bedoel dan het verlenen van vergunningen, subsidies en informatie. Want daarover bestaat nog wel eens een ander beeld.
Zorgelijker is wel dat daar waar de overheid zichzelf vaste termijnen heeft gesteld ze kennelijk niet erg realistisch was in het vaststellen daarvan. Burgers blijken het niet erg te vinden als de termijn wat langer is, als die dan ook maar wordt gehaald. Als de overheid iets beloofd moet ze het ook waarmaken, anders moet ze het niet beloven. En als er vertraging optreed moet dat ook uitgelegd worden.
Met bezwaarschriften heeft de overheid kennelijk meer problemen; gewone brieven leveren een gevarieerd beeld , maar met E-mail gaat het kennelijk goed.
Al met al ben ik blij met uw rapport, omdat het een paar duidelijke aangrijpingspunten biedt om beter orde op zaken te stellen op een terrein dat mij na aan het hart ligt: de modernisering van de overheidsorganisatie. Het Kabinet zal het rapport bestuderen en uiteraard snel met een reactie komen.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties