Economie krimpt met 1,2 procent
De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal van 2003 met 1,2 procent gekrompen. Dit is de grootste daling van het BBP-volume in twintig jaar. Het volume van het BBP in de eerste helft van dit jaar is daarmee 0,7 procent kleiner dan een jaar eerder. Dit blijkt uit de tweede raming van de Kwartaalrekeningen van het CBS.
In het tweede kwartaal van 2003 hebben huishoudens minder geconsumeerd dan in hetzelfde kwartaal van vorig jaar. Het volume van in- en uitvoer is gedaald en de investeringen zijn opnieuw lager. De daling van het BBP komt voor rekening van de particuliere sector. De overheidsconsumptie groeit nog.
Neerwaartse bijstelling economische groei
De krimp van 1,2 procent is sterker dan bij de eerste raming van het tweede kwartaal in augustus. Toen werd een daling van het BBP-volume gemeld van 0,9 procent. De neerwaartse bijstelling van de economische groei is deels toe te schrijven aan een grotere daling van de consumptie van huishoudens en een mindere groei van de overheidsconsumptie. Daarnaast is de invoer opwaarts bijgesteld ten koste van de binnenlandse productie.
Kwartaal-op-kwartaalgroei negatief
Na correctie voor kalender- en seizoeneffecten is het BBP-volume in het tweede kwartaal met 0,6 procent afgenomen in vergelijking met het eerste kwartaal van 2003. In het vierde kwartaal van 2002 en het eerste kwartaal van 2003 kromp de economie met telkens 0,3 procent. Nadat de Nederlandse economie begin 2001 begon te haperen, is nu drie kwartalen achtereen sprake van krimp.
Huishoudens geven minder uit
Huishoudens hebben in het tweede kwartaal van 2003 minder geconsumeerd dan een jaar eerder. Het volume van de consumptie van huishoudens is in het tweede kwartaal gedaald met 1,4 procent. In het eerste kwartaal nam de consumptie volgens de bijgestelde cijfers af met 0,1 procent. Dat was de eerste daling sinds het vierde kwartaal van 1993. De sterkste daling in het tweede kwartaal van 2003, 3,6 procent, doet zich voor bij de bestedingen aan duurzame goederen. Maar ook aan de andere consumptiecategorieën zoals voeding en diensten is, gecorrigeerd voor prijsveranderingen, minder uitgegeven.
Investeringen opnieuw lager
De investeringen in vaste activa zijn in het tweede kwartaal van 2003 opnieuw lager. Het investeringsvolume is 3,5 procent kleiner dan een jaar eerder. Er is minder geïnvesteerd in bedrijfsgebouwen, infrastructurele werken, machines, productie-installaties en vrachtauto's. De investeringen in computers en vervoermiddelen (exclusief vrachtauto's) zijn toegenomen. Er zijn meer personenauto's, schepen en vliegtuigen afgeleverd.
Invoer en uitvoer gedaald
Het volume van de invoer van goederen en diensten is in het tweede kwartaal van dit jaar 0,5 procent lager dan een jaar eerder, de uitvoer ligt zelfs 1,2 procent lager. In de daaraan voorafgaande drie kwartalen was er nog een licht herstel van de in- en uitvoer.
Groei overheidsconsumptie vlakt af
De volumegroei van de overheidsconsumptie is in het tweede kwartaal van 2003 uitgekomen op 2,3 procent. In vergelijking met eerdere kwartalen vlakt de groei af. Met name de stijging bij openbaar bestuur en onderwijs is verminderd. De uitgaven aan zorg daarentegen stijgen onverminderd door. De overheidsconsumptie levert nog steeds een positieve bijdrage aan de economische groei.
Bedrijfsleven produceert minder
De productie van het bedrijfsleven is over een breed front gedaald. In de bouwnijverheid, de energiesector en in vrijwel alle branches van de industrie en de commerciële dienstverlening is de productie kleiner. Lichtpuntjes zijn er voor de chemie, de telecombedrijven en de financiële instellingen waar de productie is toegenomen.
De productie van de zorg en de overheid is in het tweede kwartaal van 2003 gestegen. De stijging voor deze bedrijfstakken samen bedraagt 1,8 procent ten opzichte van een jaar eerder. De stijging in de eerste helft van 2003 is minder dan in 2002.
Prijsstijging BBP onveranderd
De prijsstijging van het BBP is in het tweede kwartaal van 2003 uitgekomen op 3,5 procent. Dit is gelijk aan het eerste kwartaal van 2003 en een fractie meer dan in 2002 toen de BBP-deflator op 3,4 procent uitkwam. Tegenover het effect van de afnemende stijging van de consumentenprijsindex staat een verbetering van de ruilvoet.
Technische toelichting
De economische groei wordt gemeten aan de volumegroei van het bruto binnenlands product (BBP). Dit is het totaal van de in het productieproces gevormde inkomens (de 'toegevoegde waarde').
In dit persbericht is de tweede raming van de economische groei in het tweede kwartaal van 2003 gepubliceerd. De cijfers zijn aangepast aan de nieuwe jaarcijfers uit de Nationale rekeningen 2002, waarin ook nieuwe tijdreeksen voor de jaren 1969 tot en met 1994 zijn opgenomen. Daardoor zijn niet alleen - als gebruikelijk - de kwartaalcijfers voor de jaren 2000, 2001 en 2002 herzien, maar ook die voor eerdere jaren.
Ook de cijfers voor het eerste kwartaal van 2003 zijn aangepast op grond van nieuwe informatie.
Bij het maken van de jaarcijfers is de methode voor de meting van de productie in het onderwijs aangepast. Dit werkt door in de BBP-mutaties voor het lopende jaar en heeft een verlagend effect van 0,1 procentpunt op het BBP. Seizoengecorrigeerde cijfers voor alle kwartalen kunnen door bovengenoemde wijzigingen zijn aangepast.
De goederenproducenten omvatten de bedrijven in de landbouw, delfstoffenwinning, industrie, energie- en waterleidingbedrijven en de bouwnijverheid. De commerciële dienstverlening betreft handel, horeca en reparatie, vervoer, opslag en communicatie en de financiële en zakelijke dienstverlening. De niet-commerciële dienstverlening heeft betrekking op overheid, onderwijs en zorg
PB03-180
2 oktober 2003
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht
CBS