Piet Jansen: ?Intensieve veehouderij: ruimte maken voor actie!?
Minister Veerman wil een fundamenteel debat over de toekomst van de
intensieve veehouderij voeren. Volgens landbouwgedeputeerde Piet
Jansen is dit nodig en moedig. "Maar het moet wel resulteren in
heldere uitgangspunten voor actie. "Ruimte voor Actie" is het motto
van het Onderhandelingsakkoord waaraan ik mij als gedeputeerde
landelijk gebied voor de komende 4 jaar aan verbonden heb."
Ruimte voor ondernemers die invulling geven aan toekomstgericht,
maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. Ook in de intensieve
veehouderij, de sector die bloot staat aan maatschappelijke kritiek,
maar die, laten we dat niet vergeten, in het recente verleden een
belangrijke pijler van de Overijsselse economie is geweest. En de
vernieuwingskracht heeft om dat te blijven. Het debat moet niet alleen
bouwstenen voor het Rijksbeleid opleveren, maar ook voor het
Overijsselse Plattelandbeleid en de Reconstructie.
Waarom is een actiegericht debat nu nodig?
Er zijn de afgelopen jaren veel discussies gevoerd over de intensieve
veehouderij, onderzoeken gedaan en visies ontwikkeld. Het heeft er nog
niet te geleid dat er consensus is ontstaan over de voorwaarden
waaraan de intensieve veehouderij moet voldoen laat staan aan de wijze
waarop daar praktische invulling aan gegeven kan worden. Door die
barriere moeten we heen. Het kan toch niet zo zijn dat we de komende
jaren weer overvallen worden door de volgende uitbraak van een
dierziekte, een volgend voedselschandaal, of dat we straks
terugkijkend constateren dat we een economische pijler hebben laten
wegkwijnen.
Misschien is er afgelopen jaren wel te veel over de sector gepraat en
te weinig met de sector. In dit opzicht pakt Veerman het goed aan door
de sector rechtstreeks aan te spreken: sector, luister naar de kritiek
van de samenleving, neem deze serieus en vertaal dat in actie. Ik
sluit mij daar graag bij aan. Ik doe een appel op het Overijsselse
bedrijfsleven om actief bij te dragen aan de discussie. Van deze
marktpartijen verwacht ik een inzet in overeenstemming met hun lange
termijn belangen.
Intensieve veehouderij heeft toekomst
Veerman schetst de dilemma's m.b.t. de intensieve veehouderij. Deze
oplossen vraagt om een drastische en in sommige opzichten pijnlijke
aanpak. De valkuil waarin wij, hiermee spreek ik voor- en
tegenstanders van de intensieve veehouderij aan, niet moeten vallen is
dat wij het heden als uitgangspunt en norm voor de toekomst nemen. Het
benoemen van uitgangspunten voor een de intensieve veehouderij van de
toekomst en het uitwerken van het ontwikkelingstraject vraagt durf,
denkkracht en visie. Vanzelfsprekend is de huidige situatie wel het
startpunt van het vernieuwingstraject.
Ik ben ervan overtuigd dat intensieve vormen van landbouw, waaronder
ook intensieve veehouderij, in de toekomst een belangrijke rol blijven
spelen in de West-Europese voedselvoorziening. Dit dichtbevolkte en
verstedelijkte gebied is en blijft een grote consumentenmarkt met een
vraag naar goed, veilig en betaalbaar voedsel. Intensieve veehouderij
is een effectieve en efficiënte wijze van productie om deze markt te
bedienen. De ontwikkeling van het intensieve veehouderijcomplex zal
hierbij gekenmerkt worden door schaalvergroting, specialisatie en
verregaande samenwerking in de keten. Deze ontwikkelingen zijn al
gaande. Ik wil hier wel onderstrepen dat deze ontwikkelingslijn niet
de enige is voor de veehouderij. Ook meer grondgebonden vormen van
veehouderij zullen belangrijk blijven. De rol van deze landbouw bij
het beheer van de open ruimte en waardevolle landschappen zal meer
erkenning vinden. En de biologische veehouderij zal een groeiende
deelmarkt aan zich te binden met hoogwaardige kwaliteitsproducten. In
het kort, een zich verder differentiërende veehouderij sector met
daarin zeker een plaats voor verantwoorde vormen van intensieve
veehouderij.
Kansen en keuzes in Overijssel
En de intensieve veehouderij in Overijssel? Deze is hier in de tweede
helft van de vorige eeuw tot grote ontwikkeling gekomen en is tot op
heden belangrijk voor de regionale economie. Als ik zeg dat de
intensieve veehouderij in West Europa niet weg te denken valt dan geef
ik tegelijkertijd aan dat ik ook kansen zie voor Overijsselse
ondernemers. Het zou zeer te betreuren zijn indien de sector in onze
provincie er niet in zou slagen zijn sterke positie te behouden. In de
Overijsselse intensieve veehouderij vindt momenteel een proces van
herstructurering plaats. Ontmenging van het gemengde bedrijf,
specialisatie, inclusief omschakeling naar biologische productie,
schaalvergroting en meer samenwerking tussen de schakels in de keten
van producent tot supermarkt zijn hiervan kenmerkende aspecten. Enige
cijfers illustreren de ingrijpendheid van dit proces. Het aantal
bedrijven in Overijssel waar varkens gehouden wordt is sinds 1995 met
ruim 40% afgenomen, het aantal bedrijven met pluimvee met ca 20%.
Momenteel zijn er nog ca 3000 bedrijven met intensieve veehouderij in
Overijssel, waarvan ongeveer een derde een gespecialiseerd bedrijf.
Dit aantal zal naar de komende jaren nog sterk afnemen, waarbij het
aandeel gespecialiseerde bedrijven toeneemt. In dezelfde periode kromp
de vleesvarkensstapel met ca 23 % tot de huidige omvang van ca 741.000
varkens. De uitdaging voor de sector schuilt erin de krimp te beperken
en een voldoende kritische omvang te behouden. In de pluimveehouderij
heeft een forste schaalvergroting plaats gevonden. De pluimveestapel
groeide met ca 22% tot een huidige omvang van ca 10 miljoen.
De uitkomsten van het maatschappelijke debat zullen moeten leiden tot
het verduidelijken van de maatschappelijke randvoorwaarden van het
herstructureringsproces in Overijssel. Het is duidelijk dat de sector
er nog niet is en voor een verdere vernieuwingsopgave staat.
T.o.v. van sommige andere regio's in Europa de uitgangsituatie voor de
Overijssels ondernemers in dit vernieuwingsproces niet gemakkelijk. De
hoge veedichtheid vraagt om hoge investeringen voor
dierziektenpreventie - en bestrijding. De sector zal in de toekomst de
kosten hiervan grotendeels zelf moeten dragen. De hoge
bevolkingsdichtheid en de nabijheid kwetsbare natuur zijn handicaps
die om hoge milieu-investeringen vragen. Dergelijke nadelen kunnen
allen opgevangen worden door de productie van hoogwaardige producten
voor specifieke marktsegmenten en een efficiënte organisatie van de
productie.
Ik zie voor de overheid twee rollen weggelegd: waar nodig het stellen
van duidelijke en strikte randvoorwaarden aan de wijze van produceren
en daarnaast het stimuleren van het noodzakelijke vernieuwingsproces
naar maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Voor wat betreft het spoor van beleid- en regelgeving onderstreep ik
het belang van een Europese aanpak. De intensieve veehouderij beweegt
zich op een West-Europese markt en moet op gelijke voet kunnen
concurreren met bedrijven uit het buitenland. Qua regelgeving moeten
Nederland niet het braafste jongetje in de klas willen zijn.
Bij het stimuleren van vernieuwend ondernemerschap neemt de provincie
haar verantwoordelijkheid. In het verleden hebben wij via de sector
ondersteund bij het verbeteren van het mest- en mineralenmanagement.
Meer recent hebben wij 1.8 miljoen EUR bijgedragen aan de versterking
van Praktijkcentrum voor duurzame en biologische varkenshouderij in
Raalte. Hier kunnen Overijsselse ondernemers ondersteund door
onderzoek werken aan de veehouderijsystemen van de toekomst. De
invulling ons beleid voor de komende jaren vraagt om een gedeelde
visie over de gewenste ontwikkelingsrichtingen. Dat dit niet
gemakkelijk tot stand te brengen is blijkt ook bij het
Reconstructieproces. Een belangrijke opgave is het versterken van de
ruimtelijke structuur van de intensieve veehouderij. We hebben
vorderingen gemaakt, maar er is nog een slag te maken voor er een goed
uitvoeringsplan voor een toekomstgericht intensieve veehouderij ligt.
Wij willen investeren in een goed Reconstructieplan. Voor de komende 4
jaren hebben wij hiervoor 40 miljoen EUR gereserveerd. Wij beseffen
dat we als provincie hierbij misschien nieuwe wegen moeten inslaan. Zo
verkennen wij momenteel met de sector of het wenselijk is gezamenlijk
een Ontwikkelingsmaatschappij voor de intensieve veehouderij op te
zetten. Ik hoop en verwacht dat het debat intensieve veehouderij ook
een impuls aan het uitvoeringstraject van de Reconstructie zal geven.
Tot slot wil ik benadrukken dat het debat ook een appèl doet op ons
allen als samenleving. Wij kunnen geen hoge voorwaarden stellen aan de
Nederlandse boeren m.b.t. de manier waarop zij produceren als wij niet
dezelfde voorwaarden hanteren m.b.t. de wijze waarop wij consumeren.
Ik sta geen ontwikkeling voor waarbij wij in de toekomst de intensieve
veehouderij uit Nederland laten verdwijnen."
© 2003 Provincie Overijssel
Provincie Overijssel