Gemeente Maassluis

Persberichten

30-9-2003

Beantwoording vragen D66 over Vogelbuurt/ Burgemeesterswijk

De fractie van D66 in de Maassluise gemeenteraad heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders over de Vogelbuurt/ Burgemeesterswijk. Het college heeft de vragen als volgt beantwoord:

Op 21 augustus 2003 heeft u, in het kader van artikel 37 van het Reglement van Orde, schriftelijk de volgende vragen gesteld naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State. De uitspraak betrof vernietiging van het besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 22 mei 2002 inzake de locatie Loswal 88, Centrum-West, tevens bekend als Vogelbuurt/Burgemeesterswijk te Maassluis, zijnde ernstig verontreinigd maar niet urgent om te saneren zolang er geen herinrichting of anderszins gebruikswijziging plaatsvindt. Deze vragen zullen wij puntsgewijs beantwoorden.


1. Is het college bekend met de uitspraak van de Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State, d.d. 9 juli 2003 waar zij het besluit vernietigt van het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 22 mei 2002 waarin is vastgesteld dat de sanering van de bodemverontreiniging op de locatie Centrum-West, tevens bekend als de Vogelbuurt/Burgemeesterswijk niet urgent is zolang er geen herinrichting of anderszins gebruikswijziging plaatsvindt.

Bij ons is bekend dat, de Raad van State het besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 22 mei 2002 inzake de vaststelling dat de sanering van de bodemverontreiniging op de locatie Loswal 88, Centrum-West, tevens bekend als de Vogelbuurt/Burgemeesterswijk niet urgent is zolang er geen herinrichting of anderszins gebruikswijziging plaatsvindt, heeft vernietigd.


2. Is het college bekend dat de Raad van State vindt dat het nader onderzoek naar de bodemkwaliteit van het onderhavige gebied ten onrechte achterwege is gelaten en bij de beoordeling van het risico van bodemverontreiniging is uitgegaan van een gebiedstype dat minder gevoelig is voor bodemverontreiniging dan het werkelijk is.

Bij ons is bekend, dat de Raad van State heeft overwogen dat het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland ten onrechte nader onderzoek naar de bodemkwaliteit achterwege heeft gelaten. Verder is ons bekend dat voornoemde Raad van oordeel is dat de motivatie ontbreekt in het bestreden besluit van GS om de locatie te typeren als stedelijk gebied in plaats van wonen met tuin, met als consequentie dat er geen sprake is van actuele ecologische risicos.


3. Kunt u aangeven wanneer er een nieuw (aangepast) onderzoek komt en een nieuw besluit wordt genomen.

Wij kunnen aangeven, dat nog dit jaar het ecologisch onderzoek ter bepaling van de gebiedstypering en mogelijk een aanvullend bodemonderzoek start. Afhankelijk van de snelheid van het ecologisch onderzoek zou medio volgend jaar een nieuw besluit door GS kunnen worden genomen.


4. Kunt u aangeven wat de verwachting is inzake de (financiële) gevolgen van deze uitspraak van de Raad van State en of er (meer) saneringsmaatregelen moeten worden genomen in het betreffende gebied.

Betreffende de mogelijke financiële gevolgen van deze uitspraak is nog niets te zeggen daar dit volledig afhankelijk is van het door GS te nemen nieuwe besluit. Hoe dit besluit er uit zal zien is nog niet bekend. Indien het nieuwe besluit aangeeft dat er een urgentie is dan zal er met sanering moeten worden gewacht tot het gebied wordt heringericht. Wel moeten er tot dat moment beveiligingsmaatregelen worden genomen indien direct contact mogelijk is.


5. Is het juist dat gedeputeerde staten deze bodemverontreiniging op alle percelen binnen deze locatie heeft laten registreren bij het kadaster en kunt u aangeven welke consequenties dit voor de betreffende bewoners (in de toekomst) kan hebben bij bijvoorbeeld verkoop van hun woning.

Het is juist dat de bodemverontreiniging bij het kadaster is geregistreerd met een aantekening op alle percelen. Deze aantekening geeft een verwijzing naar het bodemarchief waarin de laatste stand van zaken is opgenomen. Dit kan consequenties hebben voor eigenaren van percelen, daar er nu een aantekening is van verontreiniging en er nog geen besluit van GS is betreffende de urgentie van sanering.


6. Klopt het dat bij de rapportage van de bodemverontreiniging van de burgemeesterswijk ook uitgegaan is van minder gevoelig gebiedstype dan het werkelijk is. Kunt u aangeven of en welke gevolgen de uitspraak van de Raad van State, zowel financieel als in tijd heeft voor de herbouw van de burgemeesterswijk.

De indruk bestaat dat het juist is dat is uitgegaan van een minder gevoelig gebiedstype maar nu dit nog niet voldoende is onderbouwd door het ecologisch onderzoek kan hierover geen definitieve mededeling worden gedaan. Nu voor de Burgemeesterswijk het besluit al is genomen tot herinrichting is de gebiedstypering niet meer van direct belang daar hier sanering gaat plaatsvinden. De uitspraak van de Raad van State heeft voor de herbouw van de Burgemeesterswijk zowel financieel als in tijd geen gevolgen.