Informatie: VOOR DE PERS
29-09-2003
Arbeidsvoorwaardennota 2004: nul hoeft niet niks te zijn
Versterken, vernieuwen, verdelen. Die termen vormen voor de CNV
BedrijvenBond volgend jaar de rode draad tijdens het cao-overleg. In
de concept-arbeidsvoorwaardennota 2004, die vandaag wordt
gepresenteerd, pleit cao-coördinator Jaap Jongejan voor een sterk
partnership tussen bedrijven en vakbonden.
"Het hak- en breekwerk van het kabinet in de sociale zekerheid dreigt
een grote claim te leggen op de cao-onderhandelingen", vreest
Jongejan. "Als we niet oppassen, zijn we straks alleen nog aan het
repareren. Terwijl de discussie - gezien de economische situatie -
juist ergens anders over zou moeten gaan. Wij willen volgend jaar
juist investeren in sterke vakbonden en sterke bedrijven, die samen
een vernieuwende agenda voor de toekomst maken. Dát hebben we in deze
tijd nodig."
De CNV BedrijvenBond onderhandelt over zon 500 caos voor werknemers in
de industrie, het vervoer en de voeding. De meeste van deze contracten
(circa 80 procent) loopt volgend jaar af.
De agenda die de sociale partners volgend jaar met elkaar opstellen,
moet volgens de CNV BedrijvenBond meer ruimte bieden aan scholing van
werknemers (bijvoorbeeld door hen een eigen opleidingsbudget te geven,
een loopbaanbegeleidingstraject aan te bieden of ontwikkeldagen af te
spreken) en versterking van de innovatiekracht van het bedrijfsleven.
Andere centrale punten in de agenda zijn: behoud van werkgelegenheid
(bijvoorbeeld via zogenaamde schilcontracten, zie verderop), aandacht
voor de participatie van oudere werknemers (bijvoorbeeld via
deeltijdpensioen) en reïntegratie van gedeeltelijk
arbeidsongeschikten.
De bond pleit ook voor een sterkere vakbondsaanwezigheid in de
bedrijven, bijvoorbeeld door het inzetten van vakbondsadviseurs. Deze
adviseurs (werknemers die door de bond worden opgeleid) kunnen hun
collegas vervolgens adviseren over bijvoorbeeld employability, gezond
werken en de gevolgen van de Wet Poortwachter. In de cao kunnen
concrete afspraken worden gemaakt over de gereedschapskist waarover
zij kunnen beschikken (bijvoorbeeld het behalen van het European
Computer Drivers License, ECDL).
Versterken, vernieuwen, verdelen. Als er rond deze termen goede
kwalitatieve cao-afspraken gemaakt kunnen worden, is er - wat betreft
de CNV BedrijvenBond - minder druk op de looneisen. De looneis kan dus
lager uitvallen, naarmate er betere afspraken gemaakt kunnen worden.
Bijvoorbeeld over:
· het behoud van werkgelegenheid gedurende de looptijd van de cao,
bijvoorbeeld door het in dienst houden van werknemers bij een
reorganisatie, via zogenaamde schilcontracten;
· het investeren in innovatie en arbeidsproductiviteit, door
werknemers ontwikkeldagen te geven;
· het creëren van extra formatie voor doelgroepen, bijvoorbeeld door
de loonruimte (deels) om te zetten in structurele formatie voor
jongeren;
· het investeren in maatschappelijk verantwoord ondernemen,
bijvoorbeeld door het ontwikkelen en implementeren van een
(internationale) gedragscode;
· het moderniseren van arbeidsverhoudingen, bijvoorbeeld door de
loonruimte (deels) om te zetten in extra vakbondsfaciliteiten (tijd en
middelen).
"Als hieraan wordt voldaan, hoeft nul niet niks te zijn", vindt
Jongejan. "Nul is echt niks, als we puur vanuit kostenoverwegingen
geen structurele verbeteringen afspreken. Nul is niet niks, als we
erin slagen te investeren in versterken, vernieuwen en verdelen."
Looneis
Voor het nieuwe cao-seizoen hanteert de CNV BedrijvenBond een
bandbreedte in de looneis, die kan variëren van 1,25 tot 1,75 procent.
De hoogte van de looneis wordt in overleg met de leden vastgesteld en
is mede afhankelijk van de speficieke bedrijfsomstandigheden.
Evenals voorgaande jaren kan ervoor worden gekozen om de structurele
loonvraag op te splitsen in centen en procenten. Door (een deel van)
de loonsverhoging in een voor iedere werknemer gelijk bedrag uit te
keren, worden de inkomensverschillen kleiner.
Verloffonds
Om werknemers meer zeggenschap te geven over tijd en hen meer
mogelijkheden te geven om die tijd op te nemen, heeft de CNV
BedrijvenBond in 2002 het verloffonds geïntroduceerd. Ter vervanging
van de huidige dagen voor bijzonder verlof, studieverlof en de
kinderopvangregelingen, wil de bond dat voor elke werknemers een
bedrage of percentage van het salaris wordt gestort in een fonds
waaruit verlofdagen worden betaald. Werknemers kunnen op die manier
zorg-, studie of seniorendagen opnemen of hiermee kinderopvang en
naschoolse opvang betalen.
Schilcontracten
Als behoud van werk op de tocht staat, zal de inzet gericht moeten
zijn op het zo snel mogelijk weer plaatsen van werknemers in het eigen
bedrijf, danwel elders. Het schilcontract is hiervoor een
mogelijkheid. Dit is een contract waarbij werknemers een uitkering
ontvangen en aanvullend inzetbaar zijn in het eigen bedrijf.
Voordeel voor de werknemers zit in het feit dat men verbonden blijft
aan eigen bedrijf/sector en een aanvulling kan verdienen op de
uitkering, tot aan 100 procent van het loon. Daarnaast kan men de
openstaande tijd besteden aan verdere scholing.
Voordeel voor de werkgever zit in het feit dat de werknemer met zijn
kennis van bedrijf/sector en zijn functie niet verloren gaat. IN
betere tijden is de werknemer weer volledig in te zetten, gezien de
scholing misschien zelfs meer dan voorheen.
De nota is een concept, bedoeld om met leden van gedachten te
wisselen. Later dit jaar stelt de bondsraad de definitieve
arbeidsvoorwaardennota vast.
Nadere inlichtingen:
Jaap Jongejan, cao-coordinator
030-6348348
Kees de Vos, CNV-persvoorlichter
030-6348244
Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV)