TNS NIPO

| |
|                                               |
|                                                               |
|Wederom stijging aantal huishoudens met huisdier               |
|                                                               |
Bijna drie op de vijf (58%) gezinnen in Nederland houden één of meer huisdieren. Dit is wederom een stijging ten opzichte van vorige metingen: 55 procent in 2001 en 50 procent in 1999. Met name in grote en jonge gezinnen (35-44 jaar) worden huisdieren aangetroffen. Dit blijkt uit onderzoek van TNS NIPO.

1 | Zeven op de tien (72%) huisdierbezitters hebben kat(ten) of hond(en)

Ten opzichte van de vorige meting is het aandeel honden en konijnen toegenomen met respectievelijk 3 en 2 procent. De goudvis blijft het populairst: daar zwemmen er zo'n 20 miljoen van rond .

Honden en katten
Honden zijn gemiddeld tussen de vijf en zes jaar oud. Katten zijn in de regel wat ouder (gemiddeld ruim zeven jaar). Met het klimmen der jaren van het gezinshoofd, stijgt ook de leeftijd van hond en kat als huisdier. Tweederde (67%) van de honden als huisdier wordt door hun baas gekenmerkt als rashond: stamboom (44%), bij erkende fokker gekocht (11%) en documenten van rasvereniging (10%). Bij katten als huisdier ligt dit aandeel aanzienlijk lager, 13 procent is raskat.

Voeding
Ruim driekwart (77%) van de huishoudens koopt speciaal (fabrieksmatig) dierenvoedsel. Dit aandeel daalde ten opzichte van de vorige meting (85% in 2001). Ruim de helft (54%) van dit speciale dierenvoedsel wordt gekocht bij de dierenspeciaalzaak en ruim tweevijfde (41%) bij de supermarkt. Met name het aandeel supermarkt vertoont al jaren een dalende tendens. Ter illustratie, eind jaren '80 kocht nog ruim de helft van deze groep hier zijn dierenvoeding. In de eerste zes maanden van 2003 boekten de Nederlandse dierenspeciaalzaken, die deelnemen aan het dierendetaillistenpanel een omzetstijging van 2,1% . De markt voor alleen al hond- en kattenvoedsel wordt geschat op ca. 220 miljoen euro .

Gemiddeld besteedt de doelgroep bijna E 22,50 per maand aan dierenvoedsel of
-benodigdheden. Dit bedrag steeg licht ten opzichte van de vorige meting (E 0,80). Vooral door jonge gezinnen, alleenstaanden en in de drie grote steden wordt relatief veel geld aan huisdieren uitgegeven. Vorig jaar becijferde het NIBUD dat een huisdier gemiddeld E 22,- kost. Al eerder trok het CBS de conclusie dat de uitgaven aan huisdieren niet lijden onder de economische recessie. Aan de dierenarts geeft de doelgroep bijna E 60,- per jaar uit voor consult, vaccinatie, sterilisatie, euthanasie, et cetera. Met name bezitters van exclusieve honden zijn jaarlijks relatief veel geld kwijt aan de veterinair, ruim E 94,-. Bezitters van exclusieve katten geven E 55,50 uit. Ook hun bezoekfrequentie aan de dierenarts verschilt duidelijk: 96 versus 66 procent.

Vakantieperiode
Tijdens de vakantie laten ruim twee op vijf (44%) bezitters van huisdieren de verzorging over aan anderen in eigen huis. Bijna een kwart (23%) brengt het huisdier onder bij buren of familie, één op de acht (13%) neemt het huisdier mee op vakantie en 7 procent brengt het huisdier tijdelijk naar pension of asiel. Hier zijn opmerkelijke verschillen waarneembaar tussen bezitters van exclusieve honden en katten. Ruim een derde (35%) van deze hondenbezitters neemt hun huisdier mee op vakantie (versus 3% katten). Drie op de tien brengen het dier onder bij buren of familie (versus 10% katten), en bijna éénvijfde (18%) brengt zijn hond naar een pension of asiel (versus 6% katten). Ruim tweederde (69%) van deze kattenbezitters laat tijdens de vakantie de verzorging thuis over aan anderen (versus 4% honden).