European Commission

IP/03/1314

Brussel, 30 September 2003

De landbouwhervorming wordt voortgezet: de Commissie stelt een duurzaam model voor de sector hop in Europa voor

De Europese Commissie heeft vandaag haar voorstellen voor een ingrijpende hervorming van de gemeenschappelijke marktordening (GMO) voor hop gepresenteerd. De voorgestelde hervorming is in overeenstemming met de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) waartoe de Raad in juni 2003 heeft besloten. Voor hop stelt de Commissie voor de huidige subsidies voor de productie volledig of althans voor een belangrijk deel te ontkoppelen en over te hevelen naar de bedrijfstoeslag, het centrale element van het nieuwe hervormde GLB. Volgens het voorstel zouden de lidstaten dus voor een volledige of een gedeeltelijke ontkoppeling kunnen kiezen. In het laatste geval zou maximaal 25% van de productiesteun gekoppeld worden gehouden om rekening te houden met bepaalde productieomstandigheden of specifieke regionale kenmerken. Aan deze betaling zal, net als aan alle andere rechtstreekse betalingen, de voorwaarde worden verbonden dat aan bepaalde milieu- en voedselveiligheidsnormen wordt voldaan ("randvoorwaarden"). De Commissie is van plan om de regelgevingsvoorstellen voor de sector hop vóór het einde van het jaar in te dienen.

"Wij willen een eenvoudig en flexibel systeem dat de productie van hop in de EU marktgericht en duurzaam zal maken.", aldus Franz Fischler, de Commissaris voor landbouw, plattelandsontwikkeling en visserij.

Het hervormingsvoorstel voor hop van de Commissie is gebaseerd op het evaluatieverslag over de sector dat op verzoek van de Raad vóór 31 december 2003 moest worden uitgebracht. Uit de betrokken analyse blijkt duidelijk dat het toekomstige systeem moet voldoen aan drie cruciale eisen: het moet de productie levensvatbaar houden, zorgen voor economische omstandigheden die gunstig zijn voor de productie, en aansluiting bij de ontwikkelingen op de markt mogelijk maken. Wat de eerste eis betreft, zullen de belangrijkste elementen van de bestaande GMO voor hop, namelijk de regeling voor productcertificering en de centrale rol van de producentengroeperingen, verder worden toegepast omdat zij zeer efficiënt zijn gebleken. Integratie van de productiesteun voor hop in de bedrijfstoeslagregeling zal de beste manier zijn om aan de tweede en de derde eis te voldoen.

Voor de telers is dit een eenvoudig, flexibel en duurzaam systeem dat ook hun huidige inkomsten stabiel zal houden door een efficiëntere, rechtstreekse overdracht van steun die overeenkomt met de huidige steun. Bovendien biedt het systeem de telers alternatieven in geval van een korte of structurele crisis op de markt. Zij zullen namelijk de productie van hop tijdelijk of voorgoed kunnen stopzetten en de betrokken grond voor andere vormen van productie kunnen gebruiken.

Om de telers ertoe aan te zetten zich te organiseren zouden de lidstaten kunnen besluiten om de gekoppelde steun volledig of voor een deel afhankelijk te stellen van het lidmaatschap van een producentengroepering.

Het verslag van de Commissie over de ontwikkeling van de hopsector is beschikbaar op het volgende internetadres:

http://europa.eu.int/comm/agriculture/publi/reports/hops/index_en.htm

Achtergrond
Hoe functioneert de gemeenschappelijke marktordening (GMO) voor hop?

De gemeenschappelijke marktordening voor hop is ingesteld in 1971 en laatstelijk hervormd in 1997. De belangrijkste elementen van de basisverordening zijn regels voor de afzet van hop die voorzien in een certificeringsprocedure en in het sluiten van termijncontracten, regels voor de erkenning en bevordering van productengroeperingen en regels voor de handel met derde landen.

Aan de producenten van in de Gemeenschap geteelde hop wordt steun toegekend. De producentengroeperingen kunnen beslissen of zij de steun volledig of slechts gedeeltelijk aan hun leden uitbetalen in verhouding tot het door hen beteelde areaal: tot 20% van de steun mag namelijk worden gebruikt voor overschakeling op andere hoprassen of voor andere maatregelen van gemeenschappelijk belang.

Er zijn tijdelijke bijzondere maatregelen genomen op grond waarvan steun kan worden verleend voor het tijdelijk uit productie nemen of het definitief rooien van hoppercelen.

De begrotingsuitgaven voor hop zijn stabiel. Voor de oogsten 2000, 2001 en 2002 bedroegen zij 12,5 miljoen euro, waarvan 10 miljoen euro voor Duitsland.
Situatie in de sector hop in de EU

Hop wordt in de EU in acht lidstaten geteeld (België, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Oostenrijk, Portugal en het Verenigd Koninkrijk), waarbij 80% van het EU-hopareaal (22.000 hectare, dit is eenderde van het wereldhopareaal) in Duitsland ligt.

In alle lidstaten gaat de hopteelt achteruit. De producenten gebruiken rassen die steeds rijker aan alfazuur (het bittere bestanddeel van hop dat bier zijn bittere smaak geeft) zijn en een almaar hogere opbrengst opleveren, wat betekent dat voor een gelijke productie steeds minder grond nodig is.

In de afgelopen jaren is het EU-hopareaal gedaald met circa 3,5% per jaar. Het aantal bedrijven met hopteelt is met circa 6% per jaar gedaald, maar het hopareaal per bedrijf is toegenomen (+4% per jaar). In de afgelopen jaren is de EU-productie van hopbellen slechts iets gedaald (-0,8% per jaar) tot ongeveer 38.000 ton in 2002.

Van oudsher waren de prijzen voor de aromatische rassen, die lagere opbrengsten geven en moeilijker te telen zijn, hoger dan die voor de bittere rassen. Het prijsverschil tussen beide types is echter kleiner aan het worden doordat de vraag naar aromahop daalt en de nieuwe superalfarassen een hoger alfazuurgehalte en daardoor ook een hogere marktwaarde hebben.

De markt voor op contract geteelde hop wordt kleiner doordat de verwerkende industrie in toenemende mate een overvloedig aanbod vindt op de vrije markt tegen lagere prijzen dan de contractprijzen. De telers blijven echter waarde hechten aan contracten als afzetinstrument, vooral omdat de contractprijzen over langere perioden stabiel zijn.
Handel en situatie op wereldniveau

De Europese Unie is de grootste producent van hopbellen ter wereld met een aandeel van 40% in de wereldproductie. De Verenigde Staten komen op de tweede plaats met 27%. Derde is China, dat momenteel goed is voor 14% van de wereldproductie.

Hoewel de wereldproductie van bier stijgt (met ongeveer 1,9% per jaar), daalt de wereldvraag naar alfazuur (-0,66%) als gevolg van de technologische vooruitgang en van een toenemende voorkeur van de consument voor minder bitter bier.

De EU is de belangrijkste exporteur van hop (met een uitvoer van circa 22.000 ton hopbellenequivalent(1)
in 2002). De invoer van de EU is afgenomen en heeft zich nu gestabiliseerd op circa 11.500 ton hopbellenequivalent. Momenteel heeft de EU een positief uitvoersaldo van circa 10.000 ton hopbellenequivalent. De EU is traditioneel netto-exporteur van hop en is een draaischijf voor de wereldhandel in hop. Statistieken

Statistische en andere informatie over de sector hop is beschikbaar op het volgende internetadres:

http://europa.eu.int/comm/agriculture/markets/hops/index_nl.htm

(1)
Hoppellets en hopextracten worden in hopbellenequivalent omgerekend om vergelijkingen mogelijk te maken.