Gemeente Groningen

dinsdag 30 september:
Groningen wil een effectiever integratiebeleid

Het Groninger college van B&W kiest voor een effectiever lokaal Integratiebeleid. De maatschappelijke effecten van het beleid zullen vooral op het gebied van de werkloosheidsontwikkeling en de maatschappelijke participatie duidelijk zichtbaar moeten zijn. De integratie van allochtonen is voltooid op het moment waarop men een betaalde baan heeft of zich een volwaardig burger betoont door maatschappelijk actief te zijn. Met nadruk stelt het college dat inpassing in de Nederlandse samenleving niet wil zeggen dat de eigen identiteit moet worden opgegeven. Het college vindt het belangrijk dat het individu de ruimte krijgt voor een persoonlijk emancipatieproces. Kenmerkend voor de nieuwe benadering van het Groninger college is de wederkerigheid, die vooral tot uiting moet komen doordat instellingen en organisaties beter gaan inspelen op culturele verschillen. Wederzijds respect en tolerantie zijn de voorwaarden voor een geslaagde toenadering. Van autochtonen mag meer begrip voor en kennis van allochtonen worden gevraagd.

Bruggen slaan
Met het integratiebeleid wil het college een brug slaan tussen de allochtone en autochtone bewoners van de stad. De nota noemt vier aspecten die van groot belang zijn: verstaan, begrijpen, trots en interactie. Het hoofdaccent ligt daarbij volgens het college op het leren van de Nederlandse taal.

Verstaan (taal)
Het spreken van de Nederlandse taal is voor het college een absolute voorwaarde om aansluiting te krijgen bij de Nederlandse maatschappij. Zonder communicatie geen integratie. Dit is een harde eis die het college in het inburgeringbeleid stelt aan oud- en nieuwkomers. Bij onwilligheid zal strenger opgetreden worden.

Begrijpen (sociale codes)
Veel onbegrip tussen mensen uit verschillende culturen vloeit voort uit onbekendheid met elkaars gewoonten en gebruiken. Het is van belang dat inburgeraars weten hoe onze maatschappij in elkaar steekt, wat de omgangsvormen zijn, de wetten en de regels. Dit aspect zal veel meer aandacht moeten krijgen in het inburgeringprogramma, zowel in de lessen en maatschappelijke begeleiding als ook heel praktisch via taalstages. Verder kunnen professionals als de VETC-ers (voorlichters in eigen taal en cultuur) als intermediair worden ingezet.

Trots (identiteit)
Identiteit is verbonden met religie, cultuur, sociaal economische positie, taal, nestgeur. Wie naar Nederland komt, hoeft de eigen identiteit niet te ontkennen maar mag er best trots op zijn. Activiteiten die van de culturele achtergrond een drijvende, positieve kracht maken, zoals Actieplan Cultuurbereik, zullen worden uitgebreid. De bestaande mogelijkheden voor de bevordering van het allochtoon ondernemerschap kunnen beter worden benut. Dit zal een speerpunt worden in het rijksbeleid, waar het college graag op in wil spelen. Zelforganisaties kunnen een handvat zijn om problemen aan te pakken Het college is bereid om daarin te investeren, op voorwaarde dat ze over actieve vrijwilligers beschikken en een goed bereik onder de doelgroep hebben.

Interactie (wederkerigheid)
Integratie is niet alleen een opgave voor de individuele allochtoon en voor de overheid, maar voor de hele samenleving. Interactie, daadwerkelijk contact met elkaar is vaak het begin van een andere houding van autochtonen. Die wederkerigheid moet vooral tot uitdrukking komen bij instellingen, die beter moeten inspelen op culturele verschillen. In veel gevallen is en denkt men nog te wit. Door meer werk te maken van interculturalisatie, krijgen allochtonen ook daadwerkelijk de kans om van de algemene voorzieningen gebruik te maken.

De nota 'Bruggen slaan' wordt voor advies voorgelegd aan de Minderhedenraad en op 8 oktober besproken in de raadscommissie. Binnenkort volgen de uitwerkingsnota's over onder andere Inburgering en Zelforganisaties.