Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



Directie Voorlichting en Communicatie

Toespraak van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Clémence Ross- Van Dorp, op het NOV-congres `Vrijwilligerswerk in de nieuwe politieke arena'. Den Haag, 29 september 2003
Wijzigingen voorbehouden; alleen de uitgesproken tekst geldt!

Dames en Heren,

Drie jaar geleden nam de Tweede Kamer bij de behandeling van de begroting een belangrijke motie aan. Een motie van de Kamerleden Middel en Atsma. Zij vroegen de regering om maatregelen die het vrijwilligerswerk zouden versterken.

Het was destijds hard nodig om het vrijwilligerswerk te versterken. En het is nog steeds nodig om daarmee door te gaan. Het aantal vrijwilligers staat al geruime tijd op hetzelfde niveau, terwijl de vraag naar vrijwilligers nog steeds toeneemt.

Mijn voorgangster voerde in 2001 de Tijdelijke Stimuleringsregeling Vrijwilligerswerk in, beter bekend als `de TSV'. Op grond van deze regeling krijgen provincies en gemeenten geld om het vrijwilligerswerk te versterken.

De regeling is een groot succes gebleken; bijna 400 gemeenten en 10 provincies nemen er aan deel met in totaal bijna 900 heel verschillende projecten. Goed doordachte projecten die als geheel een fantastische impuls aan het vrijwilligerswerk in ons land hebben gegeven. Een positief effect van de regeling is dat er nu in veel gemeenten en provincies structurele aandacht is voor het vrijwilligerswerk.
De Commissie Vrijwilligersbeleid, onder voorzitterschap van Louise Groenman, versterkt dat positieve effect nog door gemeenten en provincies te stimuleren en te ondersteunen bij het komen tot een goed vrijwilligersbeleid.

De TSV loopt tot eind 2004. Ik ontvang echter veel verzoeken om die termijn te verlengen, aangezien veel gemeenten vertraging hebben opgelopen in de uitvoering van hun projecten. Ik ben bereid op dit verzoek in te gaan en de termijn van de regeling met één jaar te verlengen tot eind 2005! Zodat alle lokale TSV-projecten een optimale kans van slagen krijgen.

Om misverstanden te voorkomen zeg ik er bij dat ik alleen de termijn verleng waarin het reeds toegezegde bedrag kan worden besteed aan de projecten die al gepland zijn.

Ik weet dat er bij velen van u de hoop en de verwachting bestaan dat ook na 2004 het extra geld voor de vrijwilligerssector beschikbaar blijft. Ik beloof u dat ik mij volop zal inzetten om dat budget beschikbaar te houden voor het vrijwilligerswerk. Over de wijze waarop ik dat geld vanaf 2005 zal inzetten, kan ik nu nog geen uitspraken doen. Dat antwoord mag u verwachten in de geactualiseerde visie op het vrijwilligerswerkbeleid die ik volgend jaar zal presenteren. Toespraak Parnassusplein 5 Doorkiesnummer Hebt u 's avonds of in het weekend dringend Postbus 20350 (070) 340 60 00 een voorlichter nodig, belt u dan met het 2500 EJ DEN HAAG Fax (070) 340.62.92 ministerie, telefoon (070) 340 79 11. Daar Telefoon (070) 340 79 11 regelt men dat u wordt teruggebeld.



Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2 -

Omdat het ook bij vrijwilligerswerkbeleid gaat om een gezamenlijke verantwoordelijkheid, verwacht ik ook iets van de hier aanwezige bestuurders en ambtenaren van gemeenten en provincies. Uit onderzoek in opdracht van de Commissie Vrijwilligersbeleid blijkt, dat velen van u de indruk hebben dat u de vrijwilligersorganisaties goed betrekt bij de totstandkoming van uw lokale vrijwilligerswerkbeleid. De organisaties zelf voelen dat echter anders; zij geven aan nog onvoldoende betrokken te worden. Ik wil u daarom verzoeken om vanaf nu niet alleen enkele vertegenwoordigers van de vrijwilligerssector te raadplegen, maar een zo groot mogelijk deel van die gehele sector erbij te betrekken. En niet pas in de laatste fase van het beleidstraject, maar vanaf het allereerste begin. De vrijwilligersorganisaties zijn tenslotte degenen die het werk uitvoeren; hun ervaringen en ideeën kunt u goed gebruiken en hun goodwill heeft u hard nodig.

Dames en heren,

Ik realiseer me dat onder de aanwezigen van vandaag meerdere organisaties zijn die vorige week een brief met slecht nieuws ontvingen. Daarin stond dat zij de komende jaren verder moeten met een budget waarop soms flink bezuinigd is.

Hoewel ook in de brieven aan de betrokken organisaties de aanleidingen en de criteria voor de bezuinigen zijn beschreven, vind ik het belangrijk om ook hier vandaag nog eens persoonlijk een korte toelichting op te geven.

Er zijn drie redenen voor de herziening van het subsidiebeleid: de in het kabinet afgesproken bezuinigingen op de subsidies van VWS, een kritisch rapport van de Algemene Rekenkamer op het beheer van de subsidies, en het verzoek van de Tweede Kamer om bestaande subsidierelaties door te lichten.
Op basis van een grondige analyse van alle instellingssubsidies en een nieuw opgestelde beleidsvisie, zijn we tot onze keuzes gekomen. We hebben daarbij bekeken of de subsidies nog passen in het nieuwe subsidiebeleid van VWS. De subsidies voor het algemeen functioneren van de landelijke sportbonden bijvoorbeeld, passen daar niet meer in, omdat het Rijk niet verantwoordelijk is voor het voortbestaan van de bonden. De andere subsidiestromen voor de bonden, voor bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering en vrijwilligerswerk, blijven overigens beschikbaar. En de helft van alle vrijvallende gelden ga ik vooral herinvesteren in sportprojecten in wijken en buurten.

Bij de landelijke jeugdorganisaties constateer ik een grote mate van versnippering. Daar komt bij dat ik de doelgroep jeugd wil ondersteunen daar waar die het beste bereikt kan worden, namelijk op lokaal niveau. Daarvoor wordt ook in dit geval de helft van de vrijvallende middelen in het vervolg ingezet.

Dat ik het vrijwilligerswerk uitermate belangrijk vind en juist verder wil versterken hebt u op Prinsjesdag óók in de VWS-begroting kunnen lezen. Om die reden zijn bijvoorbeeld Civiq en andere faciliterende instellingen in de vrijwilligersinfrastructuur ontzien bij de bezuinigingen.

Het vrijwilligerswerk levert een onmisbare bijdrage in vele sectoren van de samenleving: de zorg, het welzijnswerk, de sport en noem maar op. De miljoenen vrijwilligers in ons land verdienen die erkenning en verdienen een optimale ondersteuning bij hun werk. Toespraak

Tot slot wil ik nog aandacht voor een onderwerp waar velen van u mee worden geconfronteerd in uw werk en regelmatig veel hinder van ondervinden: wet- en regelgeving. U herkent ongetwijfeld de toenemende druk van wetten, regels en verordeningen die uw



Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 3 -

werk belemmeren. Het grote aantal regels is dermate groot, dat het u veel tijd én geld kost om deze na te leven. En dat is frustrerend en tast mogelijk zelfs uw motivatie voor het vrijwilligerswerk aan.
Toen ik afgelopen zomer tijdens een werkbezoek sprak met vrijwilligers bij kindervakantieactiviteiten, wezen zij mij op de vele verschillende terreinen van wetgeving waar zij mee te maken hebben: arbo, brandveiligheid, milieu, aansprakelijkheid, enzovoort. Ook vrijwilligers in de sportsector die een eigen kantine beheren, lopen aan tegen ingewikkelde wetgeving op meerdere terreinen.

Ik ben me bewust van de vele belemmeringen die uw werk bemoeilijken en ik zal mij sterk maken om die zoveel mogelijk te beperken. Het hoofdlijnenakkoord van het kabinet biedt mij daarbij een steun in de rug. Daar staat nadrukkelijk het streven in naar deregulering.

VWS en Civiq zijn al jaren actief op dit terrein, maar gezien de omvang en complexiteit van de problematiek, is die inzet onvoldoende gebleken. Daarom zijn we dit jaar samen een project begonnen dat tot meer resultaat moet leiden. Enerzijds gaan we, meer dan tot nog toe, proberen de bestaande en met name de voorgenomen wet- en regelgeving zodanig te beïnvloeden dat eventuele negatieve gevolgen voor vrijwilligerswerk worden weggenomen.
Anderzijds willen we de voorlichting en informatievoorziening aan de vrijwilligerssector over wet- en regelgeving uitbreiden en verbeteren. U mag mij aanspreken op het leveren van zichtbare resultaten op dit gebied.
Maar ik kan dat niet alleen. En ook VWS en Civiq kunnen dat niet zonder uw inzet. Ik doe hierbij een beroep op u allen om alle goede ideeën en succesvolle praktijken op dit gebied die u kent bekend te maken, opdat de gehele vrijwilligerssector daarvan kan profiteren. Daarnaast doe ik ook een beroep op gemeenten en provincies, hier in de zaal en elders, om te kijken naar de belemmeringen die uw eigen verordeningen mogelijk opwerpen voor het vrijwilligerswerk.
Wat specifiek voor wet- en regelgeving geldt, geldt natuurlijk voor het gehele vrijwilligerswerkbeleid: u en ik, we zijn met z'n allen verantwoordelijk voor het behouden en versterken van het vrijwilligerswerk in Nederland.

Ik wil eindigen met het uitspreken van mijn grote waardering voor de vele vrijwilligers in ons land die onder soms moeilijke omstandigheden zich blijven inzetten voor de medemens en de samenleving. Die inzet kan niet genoeg geprezen worden.

Ik bedank de Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk en met name haar voorzitter Tineke Lodders voor de uitnodiging voor dit voor de vrijwilligerssector belangrijke congres.

En ik dank u voor uw aandacht en wens u een aangenaam en interessant vervolg van dit congres toe.
Toespraak




---- --