Praktijkonderzoek Veehouderij

Vitaminen in voeding van herkauwers in de biologische houderij

PraktijkRapport 35

Auteurs: G. Smolders, K. Kan (ID TNO Diervoeding)

De Europese verordening 2092/91 verbiedt het toevoegen van synthetische vitaminen aan krachtvoeders voor rundvee. Het verbod heeft met name betrekking op de vitaminen A, D en E. Andere vitaminen worden in het algemeen niet toegevoegd aan krachtvoer omdat ze door het dier zelf gesynthetiseerd kunnen worden. Gebrek aan vitaminen heeft gevolgen voor de diergezondheid en het welzijn van de dieren. In deze studie zijn vanuit diverse literatuurbronnen gegevens omtrent vitaminebehoeften van verschillende categorieën melkvee bijeengebracht en zijn naast literatuurgegevens over gehalten in voedermiddelen, ook vitaminen gehalten in silages bepaald.
De veevoedertabellen in de verschillende landen alsmede de diverse onderzoekresultaten geven aan, dat de aangenomen of waargenomen behoeftenormen sterk variëren en dat behoeftenormen soms al jarenlang onveranderd gehanteerd worden. Bij vitamine A hanteren de Engelsen de laagste norm (voor een koe met 20 kg melk 16250 IU vitamine A per dier per dag) en bedragen behoeftenormen in tabellen uit andere landen tot 71500 IU per dier per dag voor diezelfde categorie koeien. De in Nederland gehanteerde norm ligt daar met 54000 IU tussenin. Voor vitamine D zijn er vergelijkbare verschillen; Nederland zit hier met 6500 IU vitamine D per dier per dag het laagst, terwijl in Zweden voor dezelfde koeien 22000 IU vitamine D per dier per dag wordt aangehouden. Voor vitamine E heeft Nederland geen behoeftenorm, de variatie in de literatuur gaat van 270 - 1700 IU vitamine E per dier per dag voor koeien die 20 kg melk per dag geven. De kennis over gehalten aan vitaminen van voedermiddelen is beperkt. Analysemethoden zijn niet erg betrouwbaar en onderzoek van met name de vetoplosbare vitaminen A, D en E is duur. Tijdens de oogst, conservering en bewaring van vooral ruwvoeders kunnen grote verliezen aan vitaminen optreden. Vitamine A komt in plantaardig materiaal nauwelijks voor, natuurlijke bronnen zijn o.a. visleverolie. Rundvee kan uit ß-caroteen wel vitamine A synthetiseren. Verse jonge ruwvoeders bevatten veel ß-caroteen, granen daarentegen nauwelijks. Vitamine D zit vooral in zongedroogde oudere ruwvoeders (hooi, voordroogsilage). Vitamine D kan ook onder invloed van zonlicht in de huid gevormd worden, zelfs in de winter. Vitamine E zit veel in plantaardige oliën en in mindere mate in vers ruwvoer. De gemiddelde gehalten aan vitamines in de door ons onderzochte voordroogsilages waren voor vitamine A (ß-caroteen) en vitamine E redelijk in overeenstemming met waarden in de literatuur, die voor vitamine D in het geheel niet.
Weidend melkvee kan hoogstwaarschijnlijk de behoefte aan de vitaminen A, D en E dekken uit het aanbod van vers ruwvoer. In de stalperiode is dat niet altijd het geval. Rantsoenberekeningen met gemiddelde behoeftenormen voor de diverse categorieën melkvee en met gemiddelde gehalten in ruwvoeders (voordroogsilage, maïssilage, grasbrok en GPS) laten zien dat vitamine A altijd voldoende aanwezig is. Ook de vitamine E behoefte wordt ruim gedekt. Vitamine D is volgens deze berekeningen steeds te weinig aanwezig, daarvan wordt de behoefte slechts voor ca. 50% gedekt. Uitgaande van hoge behoeftenormen of een halvering van de vitamine gehalten in ruwvoer (eind stalperiode) blijft er steeds ruim voldoende vitamine A. De vitamine E behoefte wordt dan niet meer volledig gedekt en de behoefte aan vitamine D wordt nog slechts voor ruim 20% gedekt. Als voordroogsilage in de rantsoenen vervangen wordt door hooi, komt er een berekend tekort aan vitamine A en wordt het tekort aan vitamine D minder groot. Op grond van deze berekeningen zou de toevoeging van vitamine A, waarvan nu meestal 5000 - 6000 IU aan krachtvoer wordt toegevoegd, achterwege kunnen blijven in rantsoenen met voordroogsilage. In de vitamine D behoefte zal volgens deze gegevens alleen voorzien kunnen worden als er aanvullingen op het ruwvoerrantsoen mogelijk zijn. De dekking van de vitamine E behoefte hangt af van de omstandigheden; als de behoefte hoger is dan gemiddeld of het gehalte in het ruwvoer lager, dan wordt de behoefte niet meer gedekt. In verder onderzoek zal onder praktijkomstandigheden nagegaan moeten worden of dan inderdaad de behoeften van melkvee aan vitamine D en E niet gedekt worden en welke mogelijkheden er zijn om dit conform de uitgangspunten van de biologische melkveehouderij te kunnen oplossen.

Wilt u het hele praktijkrapport lezen? Dat kan. Bestel praktijkrapport 35 hier voor de prijs van EUR 14.71 (excl BTW) of lees het praktijkrapport in PraktijkNet.

Rundvee praktijkrapport 35: Vitaminen in voeding van herkauwers in de biologische houderij - 2003 - 24 pagina's

Oudste praktijkrapport Vorige praktijkrapport Overzicht alle praktijkrapporten

Zie ook:

Bedrijfsvoering van belang voor schoon grondwater, ook voor biologische boeren
Diergezondheid biologische houderij versus gangbare houderij Weinig klauwproblemen op high-techbedrijf door goede controle en snel ingrijpen
Zijn roeken intelligenter dan mensen?
Verwaarding van rundvlees uit de Nederlandse biologische melkveehouderij

---

© Praktijkonderzoek - Animal Sciences Group - Wageningen UR. Laatst bijgewerkt: 29-09-2003 15:53.
Mail vragen en opmerkingen over de Praktijkonderzoek Website naar: webmaster.po.asg@wur.nl