Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Veiligheidsbeleid


Datum


- 29 september 2003

Behandeld

DVB-WW


Kenmerk


- DVB-WW/427-03

Telefoon


- 070-3485236


Blad


- 1/4

Fax


- 070-3485479


Bijlage(n)


- 1


- monique-de.kok@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van de leden Ferrier en Kortenhorst over mogelijke onontplofte wapenresten in Irak

Graag- bied iku hierbij- , mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Defensie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door- de leden- Ferrier en Kortenhorstover- mogelijke onontplofte wapenresten in Irak. Deze vragen werden ingezonden op 2 september 2003- met kenmerk- 2020316490.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens mevrouw Van Ardenne-Van der Hoeven, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, en de heer Kamp, Minister van Defensie, op vragen van de leden Ferrier en Kortenhorst (beiden CDA) over mogelijke onontplofte wapenresten in Irak.

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichten over onontplofte wapenresten in Irak?

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Deelt u de mening dat onontplofte oorlogsresten niet alleen een levensgevaarlijke bedreiging vormen voor de plaatselijke bevolking, maar daarnaast ook iedere vorm van wederopbouw en ontwikkeling in hoge mate bemoeilijken?

Antwoord
Net als anti-personeelmijnen vormen ontplofbare oorlogsresten een groot probleem in postconflict gebieden. Deze oorlogsresten blijven vaak nog lang na afloop van een conflict gevaarlijk en veroorzaken veel menselijk leed. Ook belemmeren ze de ontwikkeling van de getroffen landen, in het bijzonder op economisch gebied.

Vraag 3
Deelt u de mening dat het ruimen van onontplofbare oorlogsresten niet tot het mandaat van de Nederlandse militairen behoort?

Antwoord
De regering is van mening dat de verantwoordelijkheid voor het opruimen van onontplofte oorlogsresten gezamenlijk gedragen dient te worden door zowel de veroorzaker ervan als de partij die controle uitoefent over het gebied waar de onontplofte oorlogsresten zich bevinden.

Nederland heeft een detachement van de explosieven opruimingsdienst (EOD) naar Irak uitgezonden. Hun belangrijkste taak is het ruimen van de ongesprongen munitie die een bedreiging vormt voor de taakuitvoering van het Nederlandse contingent dat deel uitmaakt van de Stabilisation Force Irak (SFIR). Daarnaast vernietigt het EOD-detachement in beslag genomen wapens en munitie. Als projectielen of munitiedelen worden aangetroffen door Nederlandse militairen, markeren zij de vindplaats. Zo worden ook de lokale bevolking en niet-gouvernementele organisaties (NGO´s) geattendeerd op de aanwezigheid van dit materiaal, waarna het zo spoedig mogelijk wordt opgeruimd. Het Mine Action Center van de VN inventariseert de beschikbare informatie over onontplofte oorlogsresten. Het opruimen en vernietigen van ongesprongen munitie gebeurt door gespecialiseerde NGO´s en ten dele door de lokale bevolking zelf. Het Nederlandse detachement draagt naar vermogen bij aan deze activiteiten.

Vraag 4
In hoeverre bent u bereid en in staat om er bij de internationale gemeenschap op aan te dringen dat aanvullende maatregelen en acties worden ingezet om onontplofte wapenresten te ruimen, opdat wederopbouw en ontwikkeling van het land zo spoedig mogelijk kunnen verlopen?

Antwoord
Nederland vervult al enige jaren een voortrekkersrol bij de totstandkoming van internationale regelgeving op het gebied van ontplofbare oorlogsresten. De regering streeft naar de spoedige totstandkoming van internationale juridisch bindende afspraken die de humanitaire problemen van ontplofbare oorlogsresten zoveel mogelijk beperken. Momenteel wordt in Genève onder Nederlands voorzitterschap onderhandeld over een nieuw protocol inzake ontplofbare oorlogsresten bij het Conventionele Wapens Verdrag.

Nederland steunt reeds enkele jaren een mijnenruimingsproject van de Mines Advisory Group (MAG) in Noord Irak. Daarnaast is onlangs extra geld beschikbaar gesteld voor mijnenruimingsactiviteiten van de United Nations Mine Action Service (UNMAS). De teams verwijderen behalve landmijnen ook ontplofbare oorlogsresten.