De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
Viss. 2003/5233
datum
26-09-2003
onderwerp
Vragen Van Velzen (SP) en verzoek Vaste Commissie
TRC 2003/5152 en 2003/6542
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen, gesteld door het
lid Van Velzen (SP) over de mogelijke schadelijke effecten van
kokkelvisserij op het Waddengebied (ingezonden 19 september 2003).
Voorts reageer ik met deze brief op het verzoek van de vaste commissie
voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om het EVA II eindrapport zo
spoedig mogelijk naar de Kamer te zenden (ingezonden op 24 september
2003).
datum
26-09-2003
kenmerk
Viss. 2003/5233
bijlage
---
Is het u bekend dat een gedeelte van de uitkomsten van het onderzoek
EVA-II1 voortijdig in de Natuurbalans 2003 is gepubliceerd?2
Ja, de Natuurbalans 2003 bevat een tekst met een beperkt aantal
voorlopige conclusies uit het EVA II onderzoek die in juli zijn
aangeleverd door het EVA II onderzoeksmanagement. Bij de brief van 8
augustus 2003 heb ik de Tweede Kamer echter het volgende gemeld:
'De aard van het onderzoek en de complexiteit van de materie brengen
met zich mee dat de onderzoekers meer tijd nodig hebben om de
eindrapportage te kunnen afronden. Een zorgvuldig beleidsproces houdt
in dat alleen op basis van álle bevindingen van het onderzoek een goed
maatschappelijk en bestuurlijk overleg kan plaatshebben.'
Als gevolg hiervan komen de definitieve conclusies uit het EVA II
onderzoek uiterlijk 15 oktober 2003 beschikbaar. Ik zal de Tweede
Kamer terstond over deze resultaten informeren.
---
Concludeert EVA-II dat de aantallen eidereenden en scholeksters in de
Waddenzee zijn afgenomen en verder dat de verhoogde sterfte van
eidereenden mede veroorzaakt wordt door een tekort aan geschikte
schelpdieren als voedsel, mogelijk als gevolg van de activiteiten van
de mechanische kokkelvisserij? Zo neen, wat zijn dan de voorlopige
conclusies? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen om de
geconstateerde negatieve effecten op het Waddengebied in zijn
algemeenheid en specifiek op de fauna en flora in de Waddengebied weg
te nemen?
Het overleg tussen de onderzoekers om te komen tot definitieve
conclusies is nog in volle gang. Ik wil niet vooruitlopen op de
resultaten van dit overleg en kan derhalve niet reageren op voorlopige
resultaten van het EVA II onderzoek.
---
Bent u bereid om, nu gedeeltelijk bekend is wat de negatieve effecten
van de mechanische kokkelvisserij op het Waddengebied zijn, de
afgegeven vergunningen op te schorten, ten minste tot de EVA-II
rapporten in de Kamer behandeld zijn? Zo neen, waarom niet?
Ik zie daartoe geen reden. Immers, vergunningen worden afgegeven op
grond van het vigerende beleid. Een nieuw beleid, dat onder andere is
gebaseerd op de inzichten uit het EVA II onderzoek, zal op zijn
vroegst in het voorjaar 2004 tot stand komen. Aanvragen voor
vergunningen voor de mechanische kokkelvisserij in 2004 zullen worden
beoordeeld op grond van het dan vigerende beleid.
Gelet op het hiervoor gestelde acht ik het niet mogelijk om tegemoet
te komen aan het verzoek om de Kamer eerder te informeren over de
definitieve resultaten van het EVA II onderzoek dan 15 oktober 2003.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
1 Tweede fase van het evaluatieonderzoek schelpdiervisserij
2 Natuurbalans 2003, RIVM pp. 155-156
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit