De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
Viss. 2003/3216
datum
26-09-2003
onderwerp
Beleidslijn Verplaatsing schelpdieren
TRC 2003/7225
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Met deze brief informeer ik u over mijn besluitvorming inzake de
tijdelijke, partiële, aanpassing van de beleidslijn verplaatsing
schelpdieren en het voornemen om het beleid met betrekking tot de
import van schelpdieren in de Nederlandse kustwateren aan te passen.
datum
26-09-2003
kenmerk
Viss. 2003/3216
bijlage
Aanleiding
Sinds 1997 is de Beleidslijn Verplaatsing Schelpdieren van kracht
(Viss. 974102, hierna 'de Beleidslijn').
De beleidslijn vormt een instrument om de sanitaire, veterinaire en
ecologische risico's van de verplaatsing van schelpdieren te beperken.
Op grond van deze beleidslijn is het onder meer verboden schelpdieren
te verplaatsen naar de Waddenzee en is het verboden om schelpdieren
afkomstig uit ecologisch niet verwante gebieden te verplaatsen naar de
Oosterschelde. De Beleidslijn is aan herziening toe omdat:
* De Raad van State op 26 februari 2003 mijn beslissing een
vergunning voor het uitzaaien van Ierse mosselen in de
Oosterschelde te weigeren, heeft vernietigd.
De Raad van State heeft bepaald dat de te algemene onderbouwing
van de beleidslijn en het te algemeen geformuleerde beroep op het
voorzorgsbeginsel onvoldoende rechtvaardiging bieden voor
belemmering van het vrije verkeer van goederen tussen lidstaten.
* Het Expertise Centrum van LNV (EC-LNV) een beoordeling van de
Beleidslijn heeft uitgevoerd en concludeert dat de onderbouwing
van de begrenzing van het gebied, van waaruit op basis van de
huidige Beleidslijn schelpdieren ingevoerd en uitgezaaid mogen
worden, moeilijk is te geven en de huidige begrenzing terecht aan
discussie bloot staat.
* De Europese Commissie overweegt op basis van een klacht van een
bedrijf een infractieprocedure op grond van artikel 226 van het
EU-Verdrag te starten tegen Nederland omdat de Beleidslijn het
vrije verkeer van goederen tussen lidstaten onterecht zou
belemmeren.
Partiële aanpassing Beleidslijn
Wegens bovenstaande redenen is, in afwijking van de Beleidslijn, door
mij besloten voor een periode tot 31 maart 2004 vergunningen op basis
van de Visserijwet 1963 te verstrekken voor het uitzaaien van
tweekleppige weekdieren afkomstig uit alle wateren van het Verenigd
Koninkrijk en Ierland. Eerder dit jaar zijn naar aanleiding van de
uitspraak van de Raad van State reeds ontheffingen van de Visserijwet
1963 voor deze activiteit verleend. Deze ontheffingen zijn nu omgezet
in vergunningen.
Overige consequenties
Overig beleid, beschreven in de beleidslijn uit 1997, blijft
vooralsnog ongewijzigd. Dit geldt ook voor het huidige verbod op de
verplaatsing van levende schelpdieren naar de Waddenzee, hoewel het
Productschap Vis om opheffing van het verbod heeft verzocht. Het
blijft wel mogelijk binnen de Waddenzee mosselen te verplaatsen (zoals
uit het Deense, danwel Duitse gedeelte). Reden hiervoor is dat uit de
beoordeling van het EC-LNV blijkt dat dit heeft bijgedragen aan de
bescherming van de Waddenzee. In ieder geval kan worden vastgesteld
dat thans minder exoten in de Waddenzee voorkomen dan in de
Oosterschelde. Nader onderzoek, als bedoeld in de volgende alinea, zal
moeten uitwijzen of het huidige verbod in stand dient te blijven of
kan worden opgeheven.
Onderzoek en formulering nieuw beleid
De beschreven partiele aanpassing van de beleidslijn uit 1997 en mijn
standpunt inzake de overige onderdelen van de beleidslijn zijn
voorlopig. Ik ben voornemens het verplaatsingsbeleid van schelpdieren
dit najaar integraal te herzien. Hiertoe zal ik de volgende stappen
ondernemen.
* In het najaar van 2003 zal een groep wetenschappelijke experts van
verschillende disciplines zich buigen over de bij de verplaatsing
betrokken risico's. Hierbij zullen alle onderdelen van de
Beleidslijn, waaronder onder meer het huidige verplaatsingsverbod
van schelpdieren naar de Waddenzee en de lozing van tarra en
proceswater op het oppervlaktewater van de Oosterschelde,
integraal beoordeeld worden.
* Op basis van de wetenschappelijke opinie, en op basis van overleg
met de meest betrokken partijen zal nieuw beleid door mij
geformuleerd worden in een beleidsvoornemen. Dit beleidsvoornemen
zal aan uw Kamer gezonden worden en tevens bij de EU-Commissie
worden genotificeerd. Effectuering van het nieuwe beleid is pas
mogelijk na afloop van de notificatieprocedure. Naar verwachting
zal de notificatieprocedure voor 31 maart 2004 zijn afgerond.
Het nieuwe beleid zal dienen als afwegingskader bij de verlening van
vergunningen op basis van de Visserijwet 1963 en mede als
afwegingskader bij de verlening van vergunningen op basis van de
Natuurbeschermingswet.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit