Kamerstuk, 29-09-2003
Om het kamerstuk op te halen:
Zie het origineel
http://www.minvws.nl/document...er=393&page=20305
Brief inzake tijdelijke vergoedingsregeling psychotherapie naoorlogse generatie
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DVVB/MB-U-2414803
29 september 2003
Met mijn brief van 3 september 2003 heb ik de Vaste Commissie voor
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VCVWS) op de hoogte gesteld van het
geplande overleg tussen vertegenwoordigers van het Actiecomité Tweede
Generatie van de Cliëntenraad Wuv in Israël (Actiecomité) en de
Directeur-Generaal Maatschappelijke Zorg (DGMZ) op 3 september 2003.
In dezelfde brief heb ik toegezegd u van de resultaten van dat overleg
op de hoogte te zullen stellen. Door middel van deze brief doe ik die
toezegging gestand.
Onderwerp van gesprek was de wens van het Actiecomité om de Tijdelijke
vergoedingsregeling psychotherapie naoorlogse generatie (Tvp) ook van
toepassing te verklaren op tweedegeneratieslachtoffers in Israël. In
Nederland biedt de Tvp aan tweede generatieslachtoffers de
mogelijkheid van 90 psychotherapeutische behandelingen in aanvulling
op de voorzieningen die worden geboden door de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten. Voor meer achtergrondinformatie verwijs ik graag naar
mijn brief aan de VCVWS van 12 juni 2003, met bijlage. In die brief
ben ik uitgebreid ingegaan op de redenen, waarom ik een uitbreiding
van het werkingsgebied van de Tvp naar Israël niet voor mijn rekening
wil nemen.
Het overleg tussen het Actiecomité en de DGMZ op 3 september 2003 is
in een constructieve sfeer gevoerd. De argumenten pro en contra zijn
opnieuw gewisseld. Het Actiecomité schetste de psychische problemen
bij veel leden van de naoorlogse generatie van Nederlandse afkomst in
Israël en benadrukte de beperkte mogelijkheden voor
psychotherapeutische hulp in dat land. In reactie daarop werd van de
kant van het ministerie het bestaan van psychische nood onder leden
van de naoorlogse generatie erkend, maar werd ook de positie ingenomen
dat oplossing van die problemen in Israël niet de verantwoordelijkheid
kan zijn van de Nederlandse overheid. Naast dit principiële standpunt
zie ik ook majeure uitvoeringsproblemen bij het voorstel. Uitbreiding
van het werkingsgebied van de Tvp naar het buitenland zou ook moeten
gaan gelden voor alle circa 50 landen waar de uitkeringen worden
uitbetaald op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers
1940-1945.
Ik concludeer dat het overleg met het Actiecomité geen nieuwe
gezichtspunten heeft opgeleverd. Alles afwegende, zie ik dan ook geen
aanleiding om terug te komen op de eerder door mij (en mijn
ambtsvoorganger) ingenomen positie, dat uitbreiding van het
werkingsgebied van de Tvp naar Israël - en daarmee het buitenland in
het algemeen - niet aan de orde kan zijn.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp