Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Toespraak van de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, bij de uitreiking van de onderscheidingen Ridders van de Weg, in Nijkerk.

Dames en heren,

Het is voor het eerst dat ik hier ben om de Ridders van Weg te huldigen, maar ik begrijp dat ik in een lange traditie sta van ministers van Verkeer en Waterstaat die deze onderscheiding uitreiken. Ik vind dat een goede traditie. Mijn stelling is dat verkeersveiligheid in de eerste plaats afhangt van de weggebruiker zelf. De overheid kan bijsturen met verkeersregels en met maatregelen als drempels en rotondes. Maar ook dan blijft een roekeloze weggebruiker een roekeloze weggebruiker, en dus een gevaar op de weg. U rijdt als professioneel chauffeur al jarenlang schadevrij. Daarmee laat u niet alleen zien dat u uw verantwoordelijkheid serieus neemt, u geeft ook nog eens het goede voorbeeld aan andere weggebruikers. Het is niet meer dan terecht dat u daarvoor in het zonnetje wordt gezet. Ik ben blij dat ik dat vanochtend mag doen, want ik ben trots op u.

Rond Prinsjesdag heb ik aangekondigd dat ik de komende jaren meer wil doen aan voorlichting en educatie om de verkeersveiligheid te verbeteren. Mensen moeten zich bewust zijn van hun eigen verantwoordelijkheid in het verkeer en ik vind ook dat de overheid weggebruikers daar op mag aanspreken. Dat heeft niets te maken met betutteling of zoiets dergelijks. Als menselijk gedrag de belangrijkste oorzaak is van veel ongelukken, dan is het ook de belangrijkste oplossing om veel leed en materiële schade te voorkomen. Zo eenvoudig is dat volgens mij.

Nu is het een bekend feit dat er nog steeds veel onbegrip is tussen u, de vrachtwagenchauffeurs, en de andere weggebruikers. Elk ongeluk met een vrachtauto is goed voor een hele stapel reacties van burgers die aan mij vragen hoe het toch gesteld is met de verkeersveiligheid van het vrachtverkeer. Andersom krijg ik ook veel brieven van beroepschauffeurs, maar dan met opmerkingen over het feit dat mensen moeten begrijpen dat rijden met een vrachtauto echt iets anders is dan rijden met een personenauto.

Ik geef een voorbeeld van zon concreet misverstand. Negen van de tien keer gaan de media en het publiek er bij een ongeluk bij met een vrachtwagen automatisch van uit dat de schuld wel bij de beroepschauffeur zal liggen. Feit is, dat dit maar in de helft van de gevallen zo is. En bij kop-staartbotsingen op de snelweg als gevolg van te weinig afstand houden, is dit nog veel minder.

Mijn conclusie is dat ik mij dus ook op de andere weggebruikers moet richten als ik het aandeel van het vrachtverkeer in de verkeersonveiligheid wil verminderen. Dus bijvoorbeeld uitleggen dat je er als automobilist voor moet zorgen dat je in het blikveld van de vrachtauto blijft. En er op wijzen dat het heel gevaarlijk is om kort voor een vrachtwagen in te voegen, omdat u nu eenmaal een langere remweg hebt. Ik hoorde pas geleden van het idee om in de gewone rijopleiding voor het B-rijbewijs een les in een vrachtwagen op te nemen. Daar zitten natuurlijk nogal wat haken en ogen aan, maar het heeft wel iets aantrekkelijks. Je kunt iets honderd keer vertellen, maar als mensen het één keer zelf ervaren, maakt dat veel meer indruk. Wie weet of we dat dus in de toekomst nog gaan doen.

Dames en heren, de meest kwetsbare verkeersdeelnemers zijn kinderen. U weet als geen ander hoe onvoorspelbaar die kunnen zijn. In zekere zin hoort dat bij jonge kinderen, maar ook deze groep kun je leren omgaan met de specifieke kenmerken van een vrachtwagen. Daarvoor lopen in de praktijk gelukkig al verschillende initiatieven. Als kinderen bijvoorbeeld leren dat ze zich niet tussen de stoep en een rechtsafslaande vrachtwagen in moeten wurmen, dan kunnen we veel nieuwe dodehoekdramas voorkomen. Want dramas zijn het, voor de nabestaanden van de slachtoffers, maar zeker ook voor de betrokken chauffeurs.

Juist daarom is het zo belangrijk dat de actuele problemen rond de afstelling van de dodehoekspiegel snel opgelost worden. Laat ik voorop stellen dat ik geen enkele behoefte voel om met het beschuldigende vingertje naar de sector te gaan wijzen. Wat uit overleg met de politie wel naar voren is gekomen, is dat chauffeurs meer voorlichting moeten krijgen. Daarom komen er bijvoorbeeld steeds meer parkeerplaatsen met zogeheten spiegelafstelplaatsen. Een verschrikkelijke term natuurlijk, maar wel een prima initiatief.

Tot slot nog dit. U bent Ridders van de Weg en daarvoor alle complimenten. Maar de bedrijven waar u werkt verdienen ook een groot compliment. Blijkbaar is de bedrijfsvoering bij uw werkgever zo georganiseerd dat u de middelen en mogelijkheden krijgt om veilig te werken. Dat heeft met heel veel dingen te maken, zoals voertuigtechniek, regelmatige controles en vooral ook tijd en aandacht voor veiligheid. We noemen dat met een duur woord een veiligheidscultuur. Een transportbedrijf met een goede veiligheidscultuur draagt niet alleen bij aan de verkeersveiligheid, maar ook aan het imago van het wegtransport. Beide zijn belangrijk. Daarom ben ik op dit moment, samen met de brancheorganisaties in uw sector, bezig om een praktisch hulpmiddel te maken. Denk aan een CD-rom of een website www.veiligheidscultuur.nl met handige checklists. Net zoals ik vind dat je weggebruikers op hun gedrag mag aanspreken, mag je dat ook doen bij bedrijven. En als je dan niet met lege handen komt, maar met een concreet hulpmiddel, is de kans veel groter dat er naar je geluisterd wordt.

Dames en heren,

Ik heb geloof ik genoeg gepraat. Het is tijd dat ik u uw welverdiende onderscheiding ga uitreiken. Als iedereen zich vanaf morgen in het verkeer zo zou gedragen als u, zou het aantal verkeersslachtoffers in één keer met sprongen dalen. Ik ben realistisch genoeg om te beseffen dat dat er niet in zit. Maar u geeft wel een prachtig voorbeeld, dat ik de komende jaren nog vaak aan anderen kan en zal voorhouden. Bedankt daarvoor! Ik kan u vertellen dat ze in Duitsland jaloers op ons zijn, omdat het wegvervoer in Nederland zon goede reputatie heeft. Dat is echt zo. En het is ook niet meer dan terecht, met zulke ambassadeurs. Nogmaals: ik ben hartstikke trots op u. U heeft het ridderschap volkomen verdiend.

Mijnheer Bos, mag ik u dan u vragen om eerst de diamanten Ridders met hun echtgenotes naar het podium te begeleiden?