Katholieke Universiteit Nijmegen
Opvoedingsfilosoof Bransen: jezelf blijven is op de juiste manier
veranderen
Opvoeden is niet het vormen van kinderen, het zegt veel over jezelf
Opvoeden is geen kwestie van het vormen, corrigeren of verbeteren van
kinderen, het is voor opvoeders vooral een kwestie van zichzelf
blijven in situaties waarin ze omgaan met kinderen. Dat is een
belangrijke boodschap van opvoedingsfilosoof Jan Bransen in zijn
oratie op vrijdag 26 september, bij de aanvaardig van zijn leerstoel
filosofie en ge-schiedenis van opvoeding, vorming en onderwijs aan de
KU Nijmegen.
Bransen: "Een kind is geen bouwpakket dat nog in elkaar gezet moet
worden. Het is een individu dat iets met zichzelf moet en dat leert
bijvoorbeeld door de manier waarop ouders met haar of hem omgaan, maar
veel beter nog door te leren van hoe de ouder met zichzelf om-gaat. En
dat betekent het leren van hoe een ouder zichzelf blijft door op de
juiste manier te veranderen".
Denkgereedschap
`Jezelf blijven', dat is de titel van de rede. Bransen bedoelt daarmee
dat je om jezelf te blijven, moet veranderen. Preciezer: om jezelf te
blijven moet je op de juiste manier veranderen en groeien! Het simpele
feit van iemands identiteit is daarmee een onontkoombaar normatieve
aangelegenheid: gewoon jezelf blijven is iets wat je doet, en iets wat
je doet met het oog op een norm, een regel die stelt welke verandering
wel en welk niet telt als `jezelf blijven'.
Jan Bransen is opvoedingsfilosoof. Hij maakt zich druk om de kwaliteit
van de begrippen die we gebruiken om over zaken te kunnen nadenken, er
vragen over te kunnen stellen, en er on-derzoek naar te kunnen doen.
Een belangrijk begrip in ons hedendaags leven is het begrip
'persoonlijke identiteit'. Het is belangrijk om `jezelf te zijn',
kinderen moeten leren `zichzelf te worden', een identiteit te
ontwikkelen
In de opvoeding ben je meer met jezelf bezig dan met de ander
Er zijn grote verschillen tussen een filosofische en een
gedragswetenschappelijke benadering van opvoeding, vorming en
onderwijs. Filosofen gebruiken in hun onderzoek nooit statistische
methoden of technieken, ze bestuderen geen feitelijke, maar een
normatieve werkelijkheid.
In de opvoeding ben je in wezen meer met jezelf bezig dan met de
ander. Je wordt boos op kinderen omdat jou iets irriteert. Als je
kinderen die vechten uit elkaar haalt, dan zegt dat iets over hoe jij
wilt zijn.
In een recent interview met het tijdschrift Filosofie Magazine zegt
Bransen over het omgaan met lastige kinderen op school: "Een leraar
geeft les door zichzelf te blijven. Als hij wordt uitgedaagd, moet hij
reageren op een manier die bij hem past. Sommigen zijn streng, anderen
gaan de discussie aan, en weer anderen ontkennen het probleem. In
principe maakt het niet zoveel uit, als je maar jezelf blijft. Als je
je daarentegen anders gedraagt, bijvoorbeeld het probleem ontkent,
terwijl je je van binnen opvreet, dan maak je jezelf kapot. Een leraar
moet zichzelf ook niet de druk opleggen om kinderen te veranderen. Een
leerling verandert zichzelf wel'. Pressie en repressie werken meestal
averechts, je kunt kinderen wel vragen stellen als: "Waarom steun je
de aanslagen van 11 september?".
Opvoedingswerkelijkheid is een normatieve werkelijkheid
De opvoedingsfilosofie is van groot belang voor de opleiding
pedagogiek, meent Bransen. Ten eerste omdat de opvoedingswerkelijkheid
een door en door normatieve werkelijkheid is. De
opvoedingswerkelijkheid wordt gekenmerkt door een asymmetrische
verhouding tussen opvoeders die onontkoombaar belast zijn met
paternalistische verantwoordelijkheden en opvoedelingen die behept
zijn met nog onontwikkelde competenties. De begrippen `ouder', `kind',
`leerkracht', `leerling', zijn morele statusbegrippen. Ouders en
kinderen, leerkrachten en leer-lingen zijn wat ze zijn door hoe wij
erover nadenken. En hetzelfde geldt voor andere begrippen in de
pedagogiek. Belangrijk is dus dat studenten daarover leren nadenken.
De kwaliteit van hun denkvermogen bepaalt de werkelijkheid die ze
willen bestuderen.
Daarnaast kan een universitaire opleiding pedagogiek niet zonder een
grondige training in wijsgerige reflectie. Het verschil met een
pedagogisch georiënteerde HBO-opleiding ligt in de ernst warmee
studenten zich verdiept hebben in filosofische vaardigheden.
Prof. dr. J.A.M. Bransen hoogleraar bij de Faculteiten Filosofie en
Sociale Wetenschappe n van de Katholieke Universiteit Nijmegen met als
leeropdracht Filosofie en Geschiede-nis van opvoeding, vorming en
onderwijs. Jan Bransen (1958) studeerde wijsbegeerte aan de
Universiteit Utrecht en promoveerde in 1989. In datzelfde jaar werd
hij daar benoemd tot UD/onderzoeker Wijsgerige Antropologie. Tevens
was hij sinds 2000 bijzon-der hoogleraar Wijsgerige Antropologie aan
de Universiteit van Leiden.
26-9-2003