CDA

CDA
26-09-03
Bijzondere scholen moeten identiteit zelf waarmaken Hoe ver reikt de vrijheid van onderwijs? Dat was het overkoepelende thema van het debat met de leden dat 25 september j. plaatsvond in de aula van de Universiteit van Utrecht. Het debat spitste zich toe op de beleidsautonomie van scholen, in relatie tot gemeenten en Rijksoverheid, artikel 23 (de vrijheid van onderwijs) en een aantal andere actuele kwesties zoals het lerarentekort, de studiefinanciering en het beroepsonderwijs.

Bijzondere scholen moeten identiteit zelf waarmaken

Hoe ver reikt de vrijheid van onderwijs? Dat was het overkoepelende thema van het debat met de leden dat 25 september j. plaatsvond in de aula van de Universiteit van Utrecht. Het debat spitste zich toe op de beleidsautonomie van scholen, in relatie tot gemeenten en Rijksoverheid, artikel 23 (de vrijheid van onderwijs) en een aantal andere actuele kwesties zoals het lerarentekort, de studiefinanciering en het beroepsonderwijs

In een bomvolle aula met ruim 250 deelnemers -veel belangstellenden moesten teleurgesteld worden benadrukte minister Van der Hoeven dat scholen, ouders en overheid samen verantwoordelijk zijn voor het onderwijs. "Het ministerie moet leren "ontvoogden, stoppen met betutteling, kortom, de kunst van het loslaten beoefenen. Scholen moeten meer ruimte krijgen." De minister riep de bijzondere scholen op de eigen identiteit waar te maken. "Scholen die die slag niet kunnen maken, krijgen het erg moeilijk."De Onderwijsminister bestreed dat bijzondere scholen allochtone leerlingen zouden weigeren. "95% van de leerlingen wordt toegelaten, en ik ken bijzondere scholen die voor 90% zwart zijn." Zij is een groot voorstander van afspraken tussen scholen onderkling en gemeenten over opname van allochtone leerlingen.

Ook Jan de Vries (onderwijswoordvoerder van de CDA-fractie) stelde in aansluiting op minister Van der Hoeven dat scholen zelf hun identiteit moeten waarmaken. "Artikel 23 is niet de waarborg voor bijzonder onderwijs. Ook de CDA-fractie is dat niet. U moet zelf invulling geven aan de identiteit van de school." De Vries benadrukte voortdurend de eigen verantwoordelijkheid van bestuur en ouders. "Wij gaan niet ingrijpen in het beleid van scholen; de beleidskeuzes moeten binnen de school gemaakt worden. Die keuzes moeten transparant zijn, en ouders moeten in het schoolbestuur vertegenwoordigd zijn."

Ab Klink (directeur van het WI) schetste een aantal ontwikkelingen zoals de vergrijzing en verkleuring van de samenleving en gaf aan wat de gevolgen daarvan voor het onderwijs zijn. "De vergrijzing zet door en als de economie straks aantrekt wordt het lerarentekort straks direct groter."Klink stelde dat -als het om de verkleuring gaat - het echte probleem is dat ouders vrezen dat zwarte scholen slechter zijn. Hij is een hartstochtelijk voorstander van het kabinetsplan voor schakelklassen om onderwijsachterstanden tegen te gaan.

Voordat de vragenronde van start ging kreeg Wim Littoy (directeur van CVO, een scholengemeenschap in Roterdam) de gelegenheid een krachtig pleidooi te houden voor optimale verantwoordelijkheid en ruimte voor scholen. Littoy wil een bundeling van geldstromen tot een geldstroom waar scholen wat de besteding betreft dan zelf voor 100% verantwoordelijk voor zijn. Scholen moeten dan wel bedrijfsmatiger gaan werken. Littoy brak verder een lans voor daadwerkelijke onderwijsvernieuwing.

Gemeenten hebben grotere verantwoordelijkheid

Na de korte toespraken was het woord aan de leden. De tientallen leden die het woord voerden hadden vrijwel zonder uitzondering -als (oud) leraar, bestuurder, raadslid, wethouder of schoolleider praktische ervaring met het onderwijs. Een reeks van actuele en praktische onderwerpen passeerden dan ook de revue. Meerdere leden maakten zich zorgen over de kwaliteit van het onderwijs, onderzoeker Geerkens pleitte voor een totale cultuurverandering en Pim Walenkamp (wethoudersassistent in Utrecht) wil juist dat gemeenten en niet scholen de middelen krijgen. Dit laatste bracht minister Van der Hoeven tot de uitspraak dat gemeenten een veelomvattender verantwoordelijkheid hebben dan scholen. Zij hebben immers ook de verantwoordelijkheid voor zaken als integratie en voor- en naschoolse opvang..

Van der Hoeven: optimistische verhalen over lerarentekort "gelogen"

Artikel 23 leverde een boeiende discussie op. De heer Wesselink (oud-leraar) stelde dat islamitisch onderwijs slecht is voor de integratie terwijl de heer Stam uit Brielle inspectie in het godsdienstonderwijs een inbreuk vindt op de vrijheid van onderwijs. . Lid van het Intercultureel Beraad Uit Helmond was teleurgesteld omdat het OALT is afgeschaft. Nogmaals werd duidelijk dat zowel De Vries als Van der Hoeven vinden dat bijzondere scholen zelf hun bestaansrecht moeten bewijzen. Van der Hoeven: "Bijzondere scholen moeten invulling geven aan de eigen identiteit, en zorgen dat er geen rare en willekeurige dingen gebeuren. Wij moeten niet vanuit de loopgraven gaan vechten."

In de slotronde over de actuele politiek kwam een reeks van onderwerpen aan bod. CDJA-er Hoitink keerde zich tegen de prestatiebeurs en directeur Reinders van het beroepsonderwijs wil een verbetering van het beroepsonderwijs, onder meer dor het bedrijfsleven te belonen voor projectondersteuning. In de beantwoording van de gestelde vragen lieten Van der Hoeven en de Vries het achterste van hun tong zien. Van der Hoeven noemde de berichten over het meevallende lerarentekort ronduit "gelogen. Geloof die verhalen niet!"en stelde dat ons systeem van studiefinanciering niet langer houdbaar is vanwege de EU-regelgeving. Het idee van een van de leden om tot een onderwijsinnovatieplatform te komen naast het kennisinnovatieplatform juichte zij toe.

Jan de Vries nam namens de Tweede Kamerfractie afstand van de minister door zich een begin- en tussentoets te keren. "Dergelijke toetsen benadrukken dat meten hetzelfde is als weten. De school is meer dan alleen presteren; scholen mogen geen leerfabrieken worden."

Gezien de grote belangstelling voor het debat stelde partijvoorzitter van Bijsterveldt een nieuw debat in het vooruitzicht, later in deze kabinetsperiode. Tevens zal er op de website een discussiepdoium worden gestart over onderwijs.