Nivel
Meta-analyse introductie praktijkondersteuning op HBO-niveau in de
huisartspraktijk in Nederland, M. van den Berg, D. de Bakker, NIVEL
2003
ISBN: ..
Aantal pag.: 61
Prijs: 7,50 euro
Inzet praktijkondersteuner in huisartspraktijk succes
Bijna één op de drie Nederlandse huisartsen werkt samen met een
praktijkondersteuner. Zowel huisarts als patiënt zijn daar blij mee.
De kwaliteit van zorg verbetert erdoor, met name bij mensen met
astma/copd. En de huisarts vindt het minder druk.
Of een praktijkondersteuner werkelijk tijd bespaart is nog niet
aangetoond. Dit blijkt uit een meta-analyse door het NIVEL van 11
lokale en 2 landelijke onderzoeken naar de invloed van de
praktijkondersteuner op de huisarts geneeskundige zorg. Het onderzoek
is verricht in opdracht van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV).
Praktijkondersteuners zijn medische professionals op HBO-niveau, hun
taken liggen vooral in de sfeer van controle, voorlichting en
begeleiding van met name chronisch zieken en ouderen. De meeste
ondersteuners hebben een verpleegkundige achtergrond of zijn
doktersassistentes met een aanvullende opleiding.
Uit het onderzoek blijkt dat de patiënten erg tevreden zijn over de
inzet van praktijkondersteuners in de huisartspraktijk. Zo kwam uit
één onderzoek naar voren dat driekwart van de patiënten wier huisarts
een praktijkondersteuner heeft, zou niet terug willen naar de oude
situatie.
Praktijkondersteuners worden met name ingezet voor de zorg aan
chronisch zieken, zoals astma/copd-patiënten en diabetespatiënten en
voor de zorg aan ouderen. Met name bij astma/copd patiënten is er
bewijs dat de kwaliteit van de zorg is verbeterd met de komst van de
praktijkondersteuner. De betrokken huisartsen werken meer volgens
richtlijnen van hun beroepsorganisatie en daarnaast er is ook een
verbetering van klinische uitkomsten aangetoond.
Bij diabetes-patiënten en bij de zorg voor ouderen is het te vroeg om
deze conclusie te trekken. Hier lopen nog grootschalige onderzoeken.
Huisartsen hebben het gevoel dat hun werk gemakkelijker wordt door een
praktijkondersteuner, omdat die hen concreet werk uit handen neemt.
Wel moet een praktijkondersteuner worden begeleid en moet, zeker in
het begin, worden geïnvesteerd in de samenwerkingsrelatie. Bovendien
genereert een praktijkondersteuner ook werk, bijvoorbeeld doordat
nieuwe ziektegevallen worden opgespoord. Een vermindering van de
objectieve werklast is dan ook niet of in geringe mate gevonden bij
het huidige takenpakket van de praktijkondersteuner.