Begroting 2004 programmabegroting
download document, grootte: 0.08 MB
Begroting 2003 (samenvatting)
Hieronder leest u de samenvatting van de gemeentelijke begroting
over 2003, zoals aangeboden. Wilt u de complete begroting inzien,
dan kan dat (tijdens openingstijden) op het gemeentehuis in
Castricum, de locatie Limmen en het gemeenteloket in Akersloot.
1. INLEIDING
Na in maart jongstleden de begroting 2002, in mei de voorjaarsnota
2002 en in juni drie jaarrekeningen 2001 te hebben vastgesteld,
bieden wij u aan de begroting voor het jaar 2003 en de
meerjarenraming 2003-2006. Hierin hebben wij de beleidsvoornemens
uit de Voorjaarsnota 2002 concreet vertaald naar het dienstjaar
2003. Het accent van de begrotingsbehandeling ligt daarom op het
jaar 2003. Dit is overigens de laatste begroting "oude stijl", want
vanaf 2004 zullen wij met de duale programmabegroting werken.
Het behoud, herstel en de ontwikkeling van het buitengebied als een
groene buffer tussen het stedelijk Alkmaar en de industriële IJmond
is voor de nieuwe gemeente Castricum een belangrijke opdracht.
Bovendien moeten wij de identiteit en het karakter van de
afzonderlijke dorpen zorgvuldig bewaren en versterken. Wij hechten
grote waarde aan het op peil houden van de voorzieningen en de
dienstverlening in de dorpen. Een langetermijnvisie op de
ontwikkeling van de nieuwe gemeente is daarvoor onontbeerlijk.
De gemeente is sociaal, cultureel en politiek voortdurend in
verandering. Vandaar dat de gemeente in alle opzichten streeft naar
een duurzame ontwikkeling. Dat vereist een open communicatie en
samenwerking met burgers, bedrijven en instellingen. De overheid
moet toegankelijk zijn en luisteren naar initiatieven en wensen van
de burgers in de dorpen, maar ook informeren en uitleggen welke
overwegingen tot besluitvorming hebben geleid. Invloed van burgers
krijgt onder meer vorm door inspraak, interactieve beleidsvorming
en burgerinitiatief.
In het actieprogramma 2002 - 2006 hebben wij ten aanzien van het
financieel beleid het volgende opgenomen:
Sober en doelmatig. Zo kan het financieel beleid zich laten
kenschetsen. Bij de belastingen en heffingen zal meer aansluiting
worden gezocht bij de kosten van geleverde producten. Harmonisatie
van tarieven voor de gehele gemeente is vooralsnog uitgangspunt.
Opwaartse bijstelling van tarieven vindt alleen plaats als daarvoor
strikte noodzaak aanwezig is (zie hoofdstuk 9 blz 117).
Een sluitende begroting en meerjarenraming is en blijft
uitgangspunt van beleid. In het actieprogramma leggen wij daarbij
de nadruk op de volgende zaken:
* Omdat de financiële ruimte niet onbeperkt is, moeten we heldere
keuzes maken;
* Wij begroten posten op basis van een reële inschatting;
* Wij zorgen voor voldoende ruimte voor nieuw beleid in de
begroting;
* Wij vangen tegenvallers primair op binnen de begroting van de
portefeuille waarin ze zich voordoen;
* Tweemaal per jaar leggen wij een rapportage voor over de stand
van zaken rond de begroting;
* Wij vinden dat er sprake moet zijn van een gezonde
reservepositie;
* Het principe dat "de vervuiler betaalt" zullen we verder
doorvoeren waar het gaat om de lasten voor reiniging;
* Wij zijn van mening dat de gebruiker van gemeentelijke diensten
of producten daarvoor zoveel mogelijk een kostendekkend tarief zal
moeten betalen.
In juni heeft u de Voorjaarsnota 2002 vastgesteld. Er zijn toen
principekeuzes gemaakt voor de langere termijn en er zijn
ontwikkelingen gestart op basis van de ambities en plannen zoals
die onder andere in het collegeprogramma zijn vastgelegd. In deze
begroting 2003 zijn deze principekeuzes geconcretiseerd voor het
jaar 2003.
U heeft voor het begrotingsjaar 2002 besluiten genomen en voor de
begrotingsjaren 2003 tot en met 2006 richtinggevende uitspraken
gedaan die u nu geconcretiseerd terugvindt in de begroting 2003.
Afgesproken is, dat de vaststelling van de tarieven voor 2003 bij
de begrotingsbehandeling 2003 zal plaatsvinden. In september
bespreken wij met u een apart voorstel voor de
tariefsdifferentiatie Afvalstoffenheffing.
In de Voorjaarsnota 2002 is verder een heroverwegingstraject
voorgesteld. De uitkomsten daarvan zullen bij de Voorjaarsnota 2003
worden meegenomen.
In hoofdstuk 2 van deze aanbiedingsbrief vindt u de nieuwe
ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan na vaststelling van de
Voorjaarsnota 2002. In de hoofdstukken 3 en 4 geven wij u een
nadere toelichting op de begroting en wordt de meerjarenbegroting
besproken. In hoofdstuk 5 treft u het dekkingsvoorstel aan voor de
begroting 2003.
---
2. ONTWIKKELINGEN NA VASTSTELLING VOORJAARSNOTA 2002
Zoals in de inleiding is aangegeven hebben wij de ambities en
plannen uit het collegeprogramma 2002 - 2006 vastgelegd in de
Voorjaarsnota 2002. Nadat begin juni de Voorjaarsnota 2002 werd
vastgesteld, hebben zich nieuwe ontwikkelingen voorgedaan die
aanleiding zijn tot aanpassing van de begroting 2003.
Ten eerste wordt de totale verhoging van de post salarissen niet
gecompenseerd door de verhoging van de algemene uitkering.
Verder vervalt de post "niet ingevulde vacatures" in de begroting
2003, omdat wij er van uitgaan dat in 2003 alle vacatures zijn
ingevuld.
Als laatste is het effect van het kostendekkend maken van de
afvalstoffenheffing en het rioolrecht abusievelijk te hoog
meegenomen. Cijfermatig overzicht van de extra tekorten en extra
inkomsten
saldo na vaststelling Voorjaarsnota: 0
wijzigingen nadien:
- schrappen stelpost prijsstijgingen: + 140.000,-
- schrappen stelpost niet ingevulde vacatures: - / - 260.000,-
- hogere vergoeding raadsleden / salaris B&W: - / - 142.000,-
- lager effect kostendekkendheid tarieven afvalstoffenheffing: - /
- 206.000,-
- lager effect kostendekkendheid tarieven rioolrecht: - / -
265.000,-
- niet gecompenseerde salarisverhoging: - / - 192.000,-
- salaris v.m. personeel : - / - 114.500,-
- toegerekende rente t.o.v. vorig begrotingsjaar: + 130.000,-
TEKORT: - / - 909.500
In hoofdstuk 5 Dekkingsvoorstellen doen wij u voorstellen om dit
tekort weg te werken.
In het hoofdstuk Beleidsvoornemens 2003 gaan wij per hoofdfunctie
nader op de in het college(actie)programma genoemde punten in.
---
3. TOELICHTING BEGROTING 2003
De begroting 2003 is opgesteld met inachtname van de uitgangspunten
uit de bijlage.
Hieronder vindt u een toelichting op de verschillende onderdelen.
3.1 Salarissen
Voor de raming van de salariskosten zijn het functieboek en het
overleg tussen stuurgroep en BGO als uitgangspunt genomen.
Overeengekomen is een personele bezetting van 220 fte voor de
nieuwe gemeente Castricum (zie ondertekend akkoord van 3 september
2001 in het functieboek). Een formatie van 220 fte is lager dan bij
andere gemeenten van vergelijkbare omvang. Op termijn moet nog
bekeken worden of de vastgestelde formatie van 220 fte voldoende
blijft. Daarnaast zijn hier 4 fte opgenomen voor de griffie en de
commissie bezwaar en beroep.
De kosten voor de formatie van 224 fte zijn geraamd op ?
9.891.840,?. De bij de begroting 2002 opgenomen stelpost
"gefaseerde invulling vacatures" is in deze begroting komen te
vervallen. Bij de Voorjaarsnota 2003 presenteren wij u de
consequenties van de functiewaardering en de inpassing.
3.2 Herindelingsgelden
In verband met de fusie ontvangt de gemeente Castricum van 2002 tot
en met 2005 een bedrag van ? 4.752.000,? (was ? 4.589.000,-). Dit
bedrag is onlangs aangepast als gevolg van een bijstelling van de
algemene uitkeringsfactor. Het eerste jaar wordt 40% uitgekeerd en
de volgende jaren jaarlijks 20% van eerstgenoemd bedrag. De
bedragen worden jaarlijks afgeboekt van de bij de jaarrekening 2001
gevormde investering CAL, voorheen de - negatieve - CAL-reserve.
De gemeente heeft te maken met incidentele personele lasten die
voor een groot deel uit de fusie voortvloeien. Het gaat hierbij om
bovenformatief personeel, personeel dat gebruik maakt van de
non-activiteitenregeling en tijdelijk personeel. Deze kosten worden
ten laste gebracht van de van het rijk te ontvangen
herindelingsgelden. Hiervoor is een reserve CAL gecreëerd. Bij de
jaarrekening 2002 zullen wij een voorlopige eindafrekening over de
herindelingsgelden presenteren.
3.3 Algemene uitkering gemeentefonds
Op basis van de mei-circulaire 2002 is het bedrag berekend dat de
gemeente Castricum uit het gemeentefonds ontvangt. Zoals
gebruikelijk wordt een bedrag voor onderwijshuisvesting apart
gezet. De toename ten opzichte van 2002 wordt geheel gebruikt als
compensatie voor de als gevolg van CAO-aanpassingen en inflatie
gestegen salariskosten en overige kosten.
Algemene uitkering 2003: ? 19.691.920;
waarvan voor onderwijshuisvesting: ? 3.230.358
Algemene uitkering, toename t.o.v. 2002: ? 1.574.172;
waarvan voor onderwijshuisvesting: ? 355.272
3.4 Kosten onderwijshuisvesting
De kosten voor onderwijshuisvesting komen vanaf 1997 voor rekening
van de gemeente. Vergoeding door het rijk vindt plaats via de
algemene uitkering uit het gemeentefonds. De voormalige gemeenten
Castricum en Akersloot hebben deze middelen uit de algemene
uitkering afzonderlijk zichtbaar gemaakt en apart gezet voor
onderwijshuisvesting. Vanaf 2002 hebben wij deze gedragslijn
voortgezet voor de nieuwe gemeente Castricum.
Een aspect waar wij rekening mee moeten houden, is dat er geen
kapitaallasten worden toegerekend aan de nieuwbouw van de J.P.
Thijsse school en het Bonhoeffercollege.
Uit oogpunt van zorgvuldig financieel beleid moeten we wel de
jaarlijkse waardedaling van de J.P.Thijsse school en ?ons? deel van
het Bonhoeffercollege in beeld brengen.
Nu de rijksoverheid extra middelen heeft vrijgemaakt voor kleine
gemeenten met relatief veel voortgezet onderwijs, hebben wij de
ruimte om hiervoor jaarlijks geld weg te zetten. In het IHP 2003
laten wij onderzoeken of reservering gewenst is, dit in relatie met
de heroverweging zoals deze bij de voorjaarsnota 2002 is
vastgesteld.
Wij hebben bij de begroting 2002 voorgesteld om jaarlijks een
bedrag van ? 250.000,- aan een nieuwe reserve investeringen
huisvestingsplan onderwijs toe te voegen, vooruitlopend op een
meerjaren huisvestingsplan voor 2002 - 2005.
De buffer voor investeringen en overige kosten in de sfeer van de
onderwijshuisvesting bedraagt ? 790.808,? (was in 2002 ?
287.518,-). Dit bedrag is als stelpost in de begroting 2003
opgenomen. Deze buffer is berekend door alle lasten in verband met
onderwijshuisvesting op hoofdfunctie 4 af te trekken van het bedrag
dat we hiervoor van de rijksoverheid ontvangen.
3.5 Rentetoerekening
De gemiddelde rente over de vaste geldleningen bedraagt circa 5,95
procent. Wij hebben gewerkt met een rekenrente (toegerekend aan de
kapitaallasten investeringen) van 6%.
Toegerekende rente bedraagt ? 6.271.247,?. De rentelast is
vastgesteld op ? 6.243.354,?. Het verschil van ? 27.893,- is onder
hoofdfunctie 9 aan de batenkant opgenomen.
3.6 Belastingen
Conform de besluitvorming bij de Voorjaarsnota 2002 is bij de
beleidstaken "Reiniging" en "Riolering en Waterzuivering" een 100%
kostendekking opgenomen.
Bij de beleidstaak "Belastingen" zijn de toeristenbelasting en de
hondenbelasting met 3% verhoogd, waarbij wij opmerken dat de
hondenbelasting is afgerond op hele euro?s.
Andere inkomstenbronnen van de gemeente zijn onder andere de leges,
de precariorechten en de marktgelden. Ons uitgangspunt is dat de
leges kostendekkend moet zijn.
In de bijlage "Belastingparagraaf" treft u de nieuwe
belastingtarieven aan. Overigens wijzen wij u er op, dat hierin een
verdere tariefsdifferentiatie bij de afvalstoffenheffing nog
ontbreekt. Bij de vaststelling van de belastingverordeningen in
december aanstaande komen wij hierop nog terug.
3.7 Theoretische begrotingsruimte
In deze begroting gaan wij uit van een 100% dekkingspercentage voor
de afvalstoffenheffing en rioolrechten. Deze posten kennen dan ook
geen begrotingsruimte meer.
Het tarief voor de onroerende zaakbelasting (ozb) bedraagt totaal ?
3,73. Landelijk is het gemiddeld tarief - zoals het rijk deze
hanteert bij de bepaling van de algemene uitkering - voor de ozb ?
4,99. De mogelijkheid om toe te groeien naar dit landelijk
gemiddelde levert uiteindelijk een bedrag op van ongeveer ?
1.556.213,-.
3.8 Inrichting begroting 2003
Bij de presentatie van de planning voor de begroting 2002 hebben
wij uit pragmatische overweging en op basis van een reële
inschatting van de beschikbare capaciteit binnen de totale
ambtelijke organisatie gekozen voor een sterk ?uitgeklede? en
financieel getinte begroting. Dit had ook gevolgen voor de
presentatie van de productenbegroting 2002. Wij hadden aangekondigd
met ingang van het begrotingsjaar 2003 een completere invulling te
geven aan de productenbegroting. Daarbij zouden wij voor zover
mogelijk ook alle effecten van het dualiseringsproces meenemen. Dit
bleek te ambitieus. Mede in het licht van een duale begroting per
2004 en het organisatie-ontwikkelingstraject kiezen wij er voor
niet buitensporig veel inspanning te steken in het invullen van de
productenbegroting 2003. Na de vaststelling van de begroting 2003
zullen we afspraken met u maken over de opzet van de duale
programmabegroting.
Met ingang van het begrotingsjaar 2004 zal in de gemeenteraad
gewerkt worden met een duale programmabegroting. De
productenbegroting is de verantwoordelijkheid van het college en de
beheersbegroting die van het management.
3.9 BTW-compensatiefonds
Per 1 januari 2003 treedt het BTW-compensatiefonds (BCF) in
werking. In juni 2002 is een projectgroep geformeerd om de gevolgen
van het BCF voor onze gemeente te inventariseren en het BCF in onze
financiële administratie te implementeren. Wij nemen aan dat de
invoering van het BCF voorlopig geen budgettaire gevolgen zal
hebben en we hebben er in de begroting 2003 daarom geen rekening
mee gehouden. Een begrotingswijziging op basis van een rapportage
van de hiervoor genoemde projectgroep zal te zijner tijd aan u
worden voorgelegd.
3.10 Reserves en Voorzieningen
Momenteel werken we aan een notitie Reserves en Voorzieningen die
in de commissie van oktober aan de orde wordt gesteld. In deze
begroting vindt u een verzamelstaat van reserves en voorzieningen,
waarvoor de afgesloten jaarrekeningen van de drie voormalige
gemeenten per 31december 2001 als uitgangspunt hebben gediend.
3.11 Wet Waardering Onroerende Zaken
Wij zijn nu bezig met een notitie over de aanpak van de derde
hertaxatieronde in het kader van de Wet Waardering onroerende zaken
(WOZ). Wij denken aan een aanpak voor de langere termijn, waarin
meer nadruk komt te liggen op het zelf uitvoeren van werkzaamheden.
Voordat wij hierover concrete voorstellen zullen doen, wachten we
de landelijke ontwikkelingen af rond het opleggen van de onroerende
zaakbelastingen en de Wet WOZ.
3.12 Toelichting Risico- en Treasuryparagraaf
In de risicoparagraaf zijn de risico?s opgenomen die ten tijde van
het opstellen van de begroting bekend zijn en die van materiële
betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal en/of de
financiële positie. Kenmerk van een risico is, dat de omvang
onzeker is en dat het risico niet per definitie tot een tegenvaller
behoeft te leiden. Op grond daarvan is het niet mogelijk om een
voorziening te treffen of tot afwaardering van activa over te gaan.
In bijlage 3 vindt u de Risicoparagraaf.
Treasury is de sturing en het beheer van, de verantwoording over en
het toezicht op de financiële vermogenswaarden, de financiële
geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden
risico?s. Een bindend kader geeft de Wet Financiering decentrale
overheden (Wet Fido), die per 1 januari 2001 in werking is
getreden.
De wet geeft twee kwalitatieve randvoorwaarden aan:
- aangaan en verstrekken van leningen, alsmede het verlenen van
garanties is alleen toegestaan voor het uitoefenen van de publieke
taak;
- uitzettingen en derivaten dienen een prudent karakter te dragen
en mogen niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het
lopen van een bovenmatig hoog risico.
Risicobeheersing, een uitgangspunt van de Wet Fido, heeft concreet
betrekking op de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Beide beogen
de renterisico?s te begrenzen die verbonden zijn aan financiering
door middel van korte en lange schuld.
In bijlage 4 vindt u de Treasuryparagraaf.
---
4. MEERJARENBEGROTING 2003-2006
4.1 Lasten
4.1.1 Investeringen
Bij de meerjarenraming kijken we op de eerste plaats naar het
investeringsprogramma 2003 tot en met 2006 en de daarmee
samenhangende kapitaallasten. Nieuw in de begroting 2003 is dat in
het eerste jaar van de investering slechts de rentelast van het
gemiddeld geïnvesteerde vermogen als kapitaalslast mee wordt
genomen. Deze kosten worden weer gedekt door de vrijvallende
kapitaallasten (afgeloste investeringen uit het verleden).
Uit de berekeningen blijkt dat de vrijvallende kapitaallasten hoger
zijn dan de lasten van de nieuwe investeringen. De oorzaak ligt in
het feit dat de investeringen nog voor een deel invulling behoeven.
De lasten van de nieuwe investeringen voor 2003 bedragen ? 239.232.
Dit bedrag is in de begroting 2003 opgenomen. Een overzicht van
investeringen 2003 tot en met 2006 vindt u terug in de bijlagen.
4.1.2 Vrijkomende algemene reserve
In deze begroting 2003 zien wij de rente (6%) op de algemene
reserve als bespaarde rente. Op het moment dat we over deze reserve
willen beschikken, valt de bespaarde rente als "inkomstenpost" voor
het beschikte deel weg. Er ontstaat dan een structureel tekort. Met
andere woorden: De algemene reserve is vastgelegd, immobiel. In de
notitie Reserves en Voorzieningen beschrijven wij de wenselijkheid
om het deel van de algemene reserve dat niet behoort tot het
zogenoemde weerstandsvermogen vrij te spelen voor de eigenlijke
functie van de algemene reserve, namelijk de opvang van incidentele
tegenvallers. In de meerjarenbegroting geven wij uitvoering aan
deze wens. Met ingang van 2004 wordt drie jaar lang telkens ? 1
miljoen vrijgespeeld. Mocht dat deel van de algemene reserve niet
noodzakelijk zijn, dan kan de renteopbrengst ingezet worden voor
incidentele zaken.
4.1.3 Correctiepost Salarissen
In de begroting 2003 is een correctiepost Salarissen (zie hoofdstuk
5 Dekkingsvoorstellen) opgenomen omdat aan de hand van het
functieboek de maximale salarislasten zijn berekend. Wij hebben dus
geen rekening gehouden met de feitelijke inschaling. Daarnaast is
de opgenomen algemene loonstijging wellicht aan de hoge kant. Het
gaat hier om een eenmalige dekking voor 2003 en daarom vervalt deze
correctie in het meerjarenperspectief.
Financieel beslag door nieuwe investeringen
Het saldo van de kapitaallasten van nieuwe investeringen en de
vrijval van kapitaallasten omdat investeringen volledig zijn
afgeschreven, wordt hier als aanvaard beleid opgenomen.
4.2 Baten
4.2.1 Belastingen
In de Strategische visie hebben wij rekening gehouden met een
geringe reële belastingstijging van de ozb met circa 3,6% per jaar
(dus los van prijsinflatie). Deze verhoging genereert extra
inkomsten van ? 165.000,- in 2004, die oplopen tot ? 495.000,- in
2006.
4.2.2 Algemene uitkering gemeentefonds
Wij hebben in de meerjarenbegroting geen rekening gehouden met
reguliere loon- en prijsstijgingen. Wij hebben daarom evenmin
rekening gehouden met een procentuele stijging van de algemene
uitkering uit het gemeentefonds. Beide zullen elkaar nagenoeg
opheffen.
Wel hebben wij de stijging verantwoord die verband houdt met de
positieve effecten van de tweede herverdeling gemeentefonds. De
verhoging bedraagt in 2004 ? 141.666,- oplopend tot ? 283.331,- in
2005.
4.2.3 Taakstelling na heroverweging
In de Voorjaarsnota 2002 hadden wij al aangegeven een aantal
belangrijke dossiers kritisch te bezien op efficiency en
effectiviteit. De taakstelling van ? 150.000,- vanaf 2004 is
hierbij overgenomen.
Resumerend ziet de meerjarenbegroting 2003 t/m 2006 er als volgt
uit (bedragen x ? 1.000):
Lasten:
1. Vrijval bespaarde rente 2004: 60
idem 2005: 120
idem 2006: 180
2. Correctiepost salarissen 2004: 350
idem 2005: 350
idem 2006: 350
3. Financieel beslag door nieuwe investeringen 2004: 242
idem 2005: 345
idem 2006: 385
totale lasten 2004: 652
totale lasten 2005: 815
totale lasten 2006: 915
Baten:
1. Belastingmaatregelen (strategische visie) 2004: 165
idem 2005: 330
idem 2006: 495
2. Algemene uitkering gemeentefonds (effecten tweede herverdeling
gemeentefonds) 2004: 142
idem 2005: 283
idem 2006: 283
3. Taakstellingsopdracht heroverweging, 2004: 150
idem 2005: 150
idem 2006: 150
totale baten 2004: 457
totale baten 2005: 763
totale baten 2006: 928
Saldo lasten en baten
(2003: 0)
2004: -195
2005: -52
2006: 13
In het meerjarenperspectief is er sprake van een negatief saldo in
de jaren 2004 en 2005, waarna een positief saldo ontstaat in 2006.
---
5. DEKKINGSVOORSTEL
Zoals wij in hoofdstuk 3 hebben aangegeven, is er een tekort
ontstaan voor de begroting 2003 door een aantal ontwikkelingen na
de Voorjaarsnota.
Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2002 gingen wij nog uit van
een positief saldo. Dat leidde bij de besluitvorming tot het
terugdraaien van de door ons college voorgestelde verhoging van het
tarief van de onroerende zaakbelastingen.
In plaats van de voorgestelde verhoging van 6,6% - bestaande uit 3%
inflatie en 3,6% uitvoering strategische visie - is bij de
behandeling van de Voorjaarsnota 2002 besloten 6,4% op deze
verhoging in mindering te brengen. Helaas moeten wij nu constateren
dat toen is uitgegaan van een onjuiste en niet complete
cijferstelling, wij memoreerden dit reeds in hoofdstuk 2. Als
gevolg van deze besluitvorming, blijkt nu een aanzienlijk tekort
bij de totstandkoming van deze begroting.
Wij kunnen u desondanks een sluitende begroting 2003 aanbieden.
Daarvoor zijn naar onze mening de onderstaande correcties
noodzakelijk.
5.1 Correctie onroerende zaakbelastingen
Besluitvorming in de raad heeft de inflatiecorrectie bij de
onroerende zaakbelastingen weggenomen. Feitelijk betekent dit, dat
de opbrengst daalt ten opzichte van de uitgaven. Dat vinden wij
gelet op de huidige financiële situatie niet aanvaardbaar en daarom
stellen wij u voor de onroerende zaakbelastingen toch te verhogen
met de inflatie (3%).
5.2 Correctie 1e jaarlast investeringen
De afgelopen jaren zijn de afschrijvings- en rentelasten van de
nieuwe investeringen, zoals opgenomen in het investeringsplan, als
lasten opgenomen in de jaarexploitatie als investeringen die direct
bij aanvang van het jaar plaatsvinden. Bij de jaarrekening worden
de lasten berekend over de periode dat in dat jaar gebruik gemaakt
wordt van deze investering.
Gelet hierop stellen wij voor om op begrotingsbasis alleen de
rentelasten van het gemiddeld te investeren bedrag van de nieuwe
investering als kapitaallasten op te nemen (i.p.v. ook nog eens de
afschrijvingslasten).
5.3 Correctie salarissen
Wij hebben op hoofdfunctie 9 eenmalig een stelpost "correctie
salarissen" opgenomen van ? 350.000,-. Daarvoor hebben wij de
volgende redenen:
- conform aanvaard beleid zijn voor alle functies de maxima van de
salarisschaal opgenomen;
- wij hebben reeds rekening gehouden met een CAO stijging van 5%.
Bij de begroting 2002 was rekening gehouden met 4%. Alhoewel geen
zekerheden kunnen worden geboden, lijkt een dergelijk percentage
aan de hoge kant. De mei-circulaire 2002 van het ministerie gaat
uit van 3% prijsstijging.
Wanneer wij de bovengenoemde factoren wegen, vinden wij het
eenmalig opnemen van een correctiepost Salarissen van ? 350.000,-
gerechtvaardigd. Het betreft een incidentele dekking, die niet
meegenomen wordt naar het meerjarenperspectief.
5.4 Stelpost Onderuitputting
De term "onderuitputting" is een term die door het rijk wordt
gebruikt voor overschotten op de rijksbegroting die ontstaan door
het niet volgens de planning realiseren van zaken. De instelling
van de behoedszaamheidsreserve is een gevolg van een eventuele
onderuitputting. Niet alleen het rijk maar ook gemeenten hebben te
maken met onderuitputting. Rekeningoverschotten zijn hier veelal
het (financiële) bewijs van. Gezien de rekeningoverschotten in het
verleden vinden wij het verantwoord een bedrag van ? 200.000,- op
te nemen als stelpost Onderuitputting. Uit analyse van de
rekeningsoverschotten bepalen wij jaarlijks de omvang van deze
post, en betrekken wij deze ook in het meerjarenperspectief.
Resumé:
tekort: - / - 909.500,-
correctie onroerende-zaakbelastingen: + 135.000,-
aanpassing afschrijving systematiek 1e jaar: + 224.000,-
correctiepost salarissen: + 350.000,-
stelpost onderuitputting: + 200.000,-
saldo: 0
---
Bijlage 1
Uitgangspunten begroting 2003
Wij hebben gekozen voor een verhoging van de tarieven (met name het
100% kostendekkend maken van de afvalstoffenheffing en het
rioolrecht).
De verhoging is een gevolg van de vertaling van het
college(actie)programma en de voortzetting van het bestaande beleid
en nieuwe ontwikkelingen.
Tevens zijn de hoofdlijnen van de beleidsontwikkelingen
vastgesteld.
Door de fusie is de begroting 2002 niet zoals te doen gebruikelijk
al in oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar
vastgesteld maar eind maart jongstleden.
De begroting 2003 wordt u nu weer aangeboden in september
voorafgaand aan het begrotingsjaar, zoals te doen gebruikelijk.
De uitgangspunten van de begroting 2003 zijn bij de behandeling en
vaststelling van de Voorjaarsnota 2002 aan de orde geweest.
Deze uitgangspunten zijn in het kort als volgt:
1. Begrotingscijfers 2002 (inclusief Begrotingswijzigingen) zijn
uitgangspunt voor de begrotingscijfers 2003;
2. Kostendekkendheid (100%) van de het tarief afvalstoffenheffing
en rioolrecht;
3. Stijging van de onroerende zaakbelastingen met 0,2% (in plaats
van stijging in verband met inflatiecorrectie en realisatie
strategische visie);
4. Salariskosten met 5% ophogen (CAO-verplichting) is ?
453.780,?;
5. Verwachte besparing in 2002 op personeelslasten ? 350.000,?
als gevolg van opname alsnog van alle functies in de maxima
van de schaal en verwachte compensatie in de algemene
uitkering van het bij paragraaf 5.3 genoemde percentage. In
tegenstelling tot de begroting 2002 zijn alle formatieplaatsen
uit het functieboek (220) meegenomen plus de uitbreidingen bij
de Voorjaarsnota 2002 (griffie en commissie bezwaar en beroep,
totaal 4 fte).
6. Dekking lasten strategische visie realiseren door jaarlijkse
(reële) stijging van de gemeentelijke belastingen tussen 1,5
en 3%. Deze verhoging is in de begroting 2003 bij de
vaststelling van de Voorjaarsnota komen te vervallen. In de
meerjarenraming is deze conform begroting 2002 opgenomen.
---
Bijlage 2
Structuurgegevens
Politieke structuur
De gemeenteraad van Castricum telt 23 leden afkomstig uit zes
politieke partijen. De zetelverdeling in de raad is in de
zittingsperiode 2002 - 2006 als volgt:
GDB: 8 zetels
VVD: 4 zetels
CDA: 4 zetels
Groen Links: 3 zetels
PvdA: 3 zetels
D66: 1 zetel
De vier wethouders die in het college van burgemeester en
wethouders zitting hebben zijn afkomstig uit de fracties van GDB
(2), CDA en Groen Links.
Sociale structuur
Aantal inwoners: 35.220
Aantal personen met een uitkering op grond van de
- Algemene bijstandswet (uitkering levensonderhoud): 207
- Algemene bijstandswet (zak- en kleedgeld): 35
- IOAW: 66
- IOAZ: 4
Aantal personen werkzaam in een sociale werkvoorziening: 38
Aantal personen werkzaam in het kader van de WIW: 26.
Aantallen leerlingen (per 1 oktober 2001):
- basisonderwijs: 3661
- bijzonder speciaal onderwijs: 295
- voortgezet onderwijs
J.P. Thijssecollege: 2053
Bonhoeffercollege: 1231
Clusiuscollege: 780
Fysieke structuur
1. Oppervlakte gemeente (in ha): 4958
- land: 543
- binnenwater: 543
- buitenwater: 492
2. Aantal woonruimten (cbs-telling): 13.945
- woningen: 13.945
- wooneenheden: 119
- recreatiewoningen: 161
- capaciteit bijzondere woongebouwen: 1.087
Uurtarieven:
- uurtarief binnendienst: ? 70,-
- uurtarief buitendienst: ? 30,-
---
Bijlage 3
BELASTINGPARAGRAAF 2003
Afvalstoffenheffing 2003.
Op basis van de huidige tariefsdifferentiatie bedragen de tarieven:
voor alleenstaande ? 195,- (2002) ? 226,- (2003)
voor meerpersoonshuishoudens ? 225,- (2002) ? 260,- (2003)
In 2002 bedroeg het kostendekkingspercentage 92%. In 2003 bedraagt
het kostendekkingspercentage 100%. Voor de berekening van de kosten
zijn de navolgende kosten opgenomen (e.e.a. afgerond op ? 1.000):
* kosten ophalen huisvuil door derden en eigen dienst ? 888.000
* kosten verwerking huisvuil ? 1.681.000
* stortkostenafvalstraat ? 285.000
* kosten bruin- en witgoed ? 11.000
* kosten glascontainers ? 62.000
* kosten inzameling gevaarlijk afval (KGA/Asbest) ? 80.000
* kosten inzameling oud papier ? 85.000
* onderhoud rolemmers en verzamelcontainers ? 29.000
* aanschaf/onderhoud bebording afval-brengdepot ? 1.000
* kapitaallasten ? 117.000
* kosten ambtelijke capaciteit en benodigdheden ? 312.000
Totaal: ? 3.551.000
Deze totale kosten worden verdeeld over 3.600
eenpersoonshuishoudens, 10.400 meerpersoonshuishoudens, waarbij de
verhouding in het tarief 2002 tussen eenpersoonshuishoudens en
meerpersoonshuishoudens 1: 1,15 bedraagt. Overigens moet hierbij
worden opgemerkt dat bij de berekening van de tarieven rekening
wordt gehouden met het verstrekken van kwijtschelding en enkele
overige inkomsten zoals: het ophalen van huisvuil via containers,
stortrecht puin en bouwafval, ophalen grofvuil en de opbrengst van
kledingcontainers. Per saldo betreft het een correctie op de totale
kosten van ? 33.800,-.
Gelet op bovenstaande worden de tarieven 2003: voor
eenpersoonshuishoudens ? 226,-, en voor meerpersoonshuishoudens ?
260,-.
Hierbij moet worden opgemerkt dat een verdere tariefsdifferentiatie
bij de afvalstoffen-heffing nog niet is opgenomen. Bij de
vaststelling van de belastingverordeningen in december a.s. zal
hierop nader worden teruggekomen.
Rioolrechten 2003
Het rioolrecht 2002 bedraagt ? 69,80 en het
kostendekkingspercentage bedraagt 71%. In 2003 bedraagt het
kostendekkingspercentage 100%.
De totale gemeentelijke kosten voor het onderhouden en beheren van
het gemeentelijke rioolstelsel bedragen afgerond:
* directe kosten voor onderhoud en beheer: ? 294.000
* kosten van ambtelijke activiteiten en benodigdheden ? 320.000
* afschrijvings- en rentelasten van investeringen: ? 817.000
* storting reserve riolering: ? 243.000
Totale kosten: ? 1.674.000
Deze totale kosten plus te verstrekken kwijtscheldingen (? 15.000)
worden verdeeld over 14.700 aansluitingen. Per aansluiting bedraagt
het tarief in 2003: ? 115,-.
Toeristenbelasting 2003
De Toeristenbelasting bedraagt in 2002 ? 0,60 per overnachting. Dit
tarief wordt in 2003 verhoogd met 3% (zijnde prijsinflatie) naar ?
0,62.
Hondenbelasting 2003
De Hondenbelasting bedraagt in 2002 ? 36,- voor een eerste hond en
telkens ? 9,- meer voor elke daaropvolgende hond. De tarieven
worden voor 2003 verhoogd met ? 1,-. Het tarief voor een kennel
bedraagt in 2002 ? 140,-. Dit tarief wordt in 2003 verhoogd met 3%
naar afgerond ? 144,-.
---
Bijlage 4
RISICOPARAGRAAF 2003
Conform het besluit Comptabiliteitsvoorschriften moet in de
begroting een risicoparagraaf worden opgenomen. Volgens de
toelichting op dit besluit is het de bedoeling, dat alleen risico?s
worden gepresenteerd en toegelicht die afzonderlijk of gezamenlijk
van substantiële betekenis kunnen zijn voor het balanstotaal of het
eigen vermogen. De paragraaf kan worden gezien als een
informatie-instrument, maar is ook nuttig als beheers- en
sturingsinstrument. De paragraaf zal bestaan uit een selectie van
geïdentificeerde risico?s van de gemeente.
Binnen het besluit Comptabiliteitsvoorschriften is een risico
omschreven als een omstandigheid die een gevaar oplevert voor
schade of verlies.
De risico?s kunnen als volgt worden ingedeeld:
- risico?s op aansprakelijkheid
- risico?s op netto inkomen
- risico?s op eigendommen
Claims van derden
Door de grotere claimbewustheid van de burger nemen de claims toe.
In dit verband is het van belang ook de komende jaren de
infrastructuur van de gemeente goed te onderhouden. Goed beheer van
gebouwen en wegen is een eerste vereiste om de aanspraken op een
schadevergoeding zoveel mogelijk te beperken.
Via een zekere mate van risicomanagement wordt binnen de gemeente
zoveel mogelijk gewerkt aan het beheersbaar maken van deze
risico?s. Zo is er een centrale persoon bij wie mensen schade?s
kunnen melden en klachten over het wegdek kunnen deponeren. Deze
meldingen en klachten worden via de klachtentelefoon direct
doorgegeven aan Ruimte.
Ook de houding van de eigen medewerkers is van belang bij het
signaleren van situaties die tot claims kunnen leiden. Niet te
onderschatten risico´s zijn voorts die risico´s die kunnen
voortvloeien uit wijzigingen van bestemmingsplannen of andere
oorzaken aangaande bestemmingsplannen (planschade). Met name de
laatste tijd is een toename te zien in het aantal verzoeken voor
planschade.
Gemeentegaranties/borgstellingen.
Voormalige gemeente Castricum:
Voor een 40-tal geldleningen, met name ten behoeve van de
woningbouw, is door de gemeente een garantie/borgstelling (100%)
verstrekt. In totaal gaat het om een bedrag van ca 20 miljoen.
Daarnaast zijn er aan inwoners gemeentegaranties verstrekt voor
leningen voor aankoop van een eigen woning. Het totaal
gegarandeerde bedrag was ultimo 2000 circa 26 miljoen. Het
gegarandeerde bedrag loopt sterk terug en is in 2001 afgenomen tot
circa 21 miljoen. De verwachting is dat deze lijn zich zal
doorzetten.
Het aantal gegarandeerde geldleningen is in 2002 wederom
teruglopen, voornamelijk als gevolg van het oversluiten van
hypotheken naar leningen met een lagere rente.
Op 1 januari 1995 is de gemeentegarantieregeling overgenomen door
de Nationale Hypotheek Garantie. De gemeente heeft ervoor gekozen
dit risico niet af te kopen, gelet op de verhouding kosten afkoop
risico´s / verwachte verliezen.
Voormalige gemeenten Akersloot en Limmen:
Voor een 40-tal geldleningen, met name ten behoeve van de
woningbouw, is door de
gemeenten een garantie/borgstelling (100%) verstrekt. In totaal
gaat het om een bedrag van circa 18 miljoen.
In verband met de overname van de risico?s door de Nationale
Hypotheek Garantie van de gegarandeerde geldleningen in het kader
van de vervallen gemeentelijke garantieregeling blijft nog als
gemeentelijk risico tot 31 december 2006:
1. Het solidair obligo (maximaal 4.229,? Akersloot en 6.262,-
Limmen).
Telkens als de verliezen van de N.H.G. Tweemaal zoveel zijn als
door de gezamenlijke gemeenteen betaalde afkooppremie moet de
gemeente 20% van 4.229,? en 6.262,- betalen.
2. Het gemeentelijk obligo (i6.807,? Akersloot / i8.945,- Limmen).
Indien de verliezen van de N.H.G. hoger zijn dan de afkooppremie en
het solidair obligo tezamen worden slechts die gemeenten
aangesproken waar de extra verliezen optreden.
Het totaal gegarandeerd bedrag was ultimo 2001 i 8,3 miljoen. De
steeds maar stijgende huizenprijzen hebben het risico van deze
garanties tot een minimum gereduceerd.
Projecten voormalige gemeente Limmen
In de voormalige gemeente Limmen is een aantal plannen in
voorbereiding waar de gemeente min of meer financieel bij betrokken
is. Momenteel vindt onderzoek plaats om het risico voor de gemeente
Castricum uiterlijk vóór de Voorjaarsnota 2003 in beeld te brengen.
Als voornaamste projecten/plannen kunnen worden genoemd:
- Parkconcept
- Bestemmingsplan Hogeweg/Pagenlaan
- Brandweerlocatie Limmen
- Zandzoom ontwikkeling
- Bedrijventerrein Nieuwelaan
Herverdeling algemene uitkering uit het Gemeentefonds
Een wijziging van wet- en regelgeving inzake de Financiële
Verhoudingswet kan grote financiële gevolgen met zich meebrengen
voor de gemeente. De voornemens van het nieuwe kabinet ("eerst het
zuur, dan het zoet") zijn daarvoor niet hoopgevend.
De invoering van het BTW-compensatiefonds met ingang van 1 januari
2003 kan opnieuw herverdeeleffecten veroorzaken. Overigens is in de
regelgeving voorzien in een overgangsperiode waarin een eventueel
negatief saldo is gemaximeerd.
Daarnaast is het momenteel onzeker hoe het voornemen van het nieuwe
kabinet voor de onroerende zaakbelastingen concreet gaat uitwerken.
Eneco
In de begroting is de winstuitkering aan de gemeente van Eneco als
structureel dekkingsmiddel opgenomen. De winst van het
energiebedrijf is steeds in de risicoparagraaf opgenomen, omdat de
winstuitkering toch een onzekere factor blijft die in hoge mate
afhankelijk is van de bedrijfsresultaten van het bedrijf zelf. De
ontwikkelingen die zich in de energiemarkt voordoen, zoals
bijvoorbeeld fusie en verkoop van energiebedrijven op europees
niveau en de daarmee samenhangende financiële consequenties, doen
vermoeden dat risico?s plaats kunnen maken voor financiële
meevallers: eerst in de vorm van een vaste winstuitkering de
komende jaren (fusie) en vervolgens een goede prijs voor de
aandelen op de vrije markt. De ontwikkelingen op dit terrein kunnen
grote invloed hebben op de vermogenspositie van de gemeente
Castricum.
Samenvoeging gemeenten
De samenvoeging van de gemeenten Castricum, Limmen, Akersloot tot
een nieuwe gemeente brengt naast de verwachte schaalvoordelen ook
financiële risico´s mee. Zeker in de eerste jaren zullen er op veel
terreinen besluiten moeten worden genomen - denk aan de kosten van
samenwerkingsverbanden, belastingtarieven, huisvestingskosten,
reorganisatiekosten en dergelijke - die de financiële positie van
de gemeente onder druk zouden kunnen zetten. Er is een
bestemmingsreserve herindelingskosten ingesteld. In deze reserve
worden de van het rijk als bijdrage in de herindelingskosten
ontvangen gelden (i4,75 miljoen) gestort.
Gemeenschappelijke regelingen / Verbonden partijen
Vanwege het feit dat de voormalige gemeenten bij verschillende
samenwerkingsverbanden betrokken waren, is het momenteel
onduidelijk welke (financiële) gevolgen de fusie op dit gebied
heeft. Complicerende factor hierbij is de heroriëntatie van enkele
samenwerkingsverbanden (SNK, WNK, Regionale Meldkamer) op het
takenpakket. De onzekerheid over de hoogte van gemeentelijke
bijdrage (met name SNK, Regionale meldkamer, Werkvoorzieningschap,
ISOB, RIO) vormt derhalve een risico.
Rekening NUON
In de vrije energiemarkt ontstaan kansen voor afnemers van energie.
Er ontstaat ook meer concurrentie tussen leveranciers van energie
die vrije toegang hebben tot de bestaande netwerken. Hierdoor is
een splitsing ontstaan in levering van energie en netwerkbeheer. De
netwerkbeheerder brengt hierdoor transporttarieven en kosten voor
aansluitingen in rekening. Deze kosten leveren ten opzichte van
voorgaande jaren een verhoging aan energielasten op. De
uiteindelijke consequentie van de verhoging is nog niet door NUON
bekend gemaakt. Gerekend moet worden op een structurele verhoging
van circa i 93.000,- per jaar
Overname beheer- en onderhoud buitenwegen van Hoogheemraadschap.
De Stuurgroep CAL heeft in december 2001 besloten te streven naar
beheer en onderhoud van buitenwegen door de nieuwe gemeente zelf.
Voor de dorpskern Castricum (ca 6 km) was dit altijd al een feit.
Voor de dorpskernen Limmen en Akersloot werd ongeveer 23 km
buitenwegen onderhouden en beheerd door het Hoogheemraadschap. Ons
college heeft te kennen gegeven dit beheer en onderhoud per 1
januari 2003 in eigen beheer te regelen. Hiermee wordt de
maatschappelijke controle op beheer en onderhoud verbeterd, terwijl
de jaarlijkse kosten zullen dalen. Met het Hoogheemraadschap vindt
momenteel overleg plaats over de consequenties van uittreden uit de
convenanten die waren gesloten met Limmen en Akersloot. De
financiële consequenties zullen in rekening worden gebracht bij de
OZB- heffing. Behalve de structurele jaarlijkse beheers- en
onderhoudskosten zal een eenmalige afkoop van overheadkosten moeten
worden betaald.
De overname van de buitenwegen zal in een afzonderlijk voorstel te
zijner tijd aan u worden voorgelegd.
Raadgevend correctief referendum
Na vaststelling van de Verordening op het raadgevend correctief
referendum op 28 maart 2002 is het mogelijk dat er een referendum
gaat worden gehouden. Aangezien niet te voorspellen valt wanneer en
hoe vaak er een referendum dient te worden gehouden, wordt hier in
de risicoparagraaf aandacht aan gegeven.
Vandalisme
De kosten die verband houden met vandalisme zijn in het algemeen
aanzienlijk. Het terugdringen van het vandalisme is een belangrijk
beleidsuitgangspunt. Verder kan worden geconstateerd dat door
vandalisme de normale onderhoudsbudgetten onder druk kunnen komen
te staan.
Grondbedrijf
Binnen het grondbedrijf opereert de gemeente als ondernemer. Het
streven is er op gericht complexen binnen het grondbedrijf
tenminste kostendekkend af te sluiten.
Betaalde BTW is binnen het grondbedrijf verrekenbaar, mits de
complexen met een positief resultaat worden afgesloten. Het is
daarom binnen het huidige BTW-regime van het allergrootste belang
dat complexen positief worden afgelost. Met name voor het grote
complex Alberts Hoeve te Castricum moet de gemeente er alert op
zijn dat dit positief wordt afgesloten. Zoals het er nu naar
uitziet, is dat het geval en de opbrengst wordt geschat op i 1,13
miljoen positief. Hierin is begrepen de ontwikkeling van vlek A met
een positief resultaat van i 0,8 miljoen. Indien deze vlek niet
ontwikkeld wordt. of er andere plannen zijn dan woningbouw, dan is
de prognose op een positief resultaat van de hele Alberts Hoeve
minder gunstig. Zijn er daarnaast nog tegenvallende uitgaven voor
het woonrijp maken van vlek H, dan bestaat de kans dat het hele
complex negatief wordt afgesloten en terugbetaling van BTW tot
enkele miljoenen niet moet worden uitgesloten. Zaak is dat bij de
besluitvorming over de bestemming van vlek A met vorenstaande
rekening wordt gehouden.
Evenals voorgaande jaren is 4.500 uur van de formatie toegerekend
aan het Grondbedrijf. In verband met de afnemende activiteiten zijn
in totaal zijn er momenteel 3.250 uren toegerekend aan de
verschillende complexen. De resterende 1250 uur is ten laste van de
algemene reserve van het grondbedrijf gebracht. Indien in 2003 deze
uren niet alsnog aan een complex kunnen worden toegeschreven, dan
moet de formatie worden ingekrompen. Is dit niet mogelijk, dan
komen de uren ten laste van de gewone dienst. Een financieel risico
van ? 87.500,- (? 70,- per uur). De formatie inzetten voor
investeringen of andere zaken betekent in feite formatieuitbreiding
en vergt derhalve een besluit in het kader van het budgetrecht van
de raad.
Afdekken van de risico´s
Het beleid van de gemeente is erop gericht de financiële risico´s
zo goed mogelijk af te dekken. Door het afsluiten van
verzekeringen, het op orde houden van de infrastructuur en het
tijdig inspelen op ontwikkelingen zoals wijzigingen van de algemene
uitkering uit het gemeentefonds worden de risico´s zo laag mogelijk
gehouden. Zoals dit voor elk bedrijf geldt, ontkomt ook de gemeente
niet aan bepaalde risico´s. Hiervoor zijn binnen de Algemene
dienst, maar ook binnen het Grondbedrijf, reserves opgebouwd.
Grondruil
In de grondruil Pagenlaan (Limmen) is de gemeente aansprakelijk
gesteld voor het niet tijdig presteren. De gemeente is onlangs door
de rechter in het gelijk gesteld. Er is echter door de eiser hoger
beroep aangetekend. Een uitspraak in hoger beroep kan nog wel enige
tijd op zich laten wachten.
Bodemverontreiniging
Gemeenten zijn bij verkoop van gronden als rechtmatig eigenaar
verantwoordelijk voor eventueel aangetoonde verontreiniging.
Momenteel zijn twee locaties aan te wijzen, waarbij de gemeente als
eigenaar betrokken is. Het betreft hier de locaties
?bedrijventerrein in Limmen? en ?magazijn gemeentewerken Limmen?.
De financiële gevolgen zijn op dit moment nog niet in te schatten.
Aankoop voormalig gemeentehuis Limmen / Stichting Onroerende Zaken
Limmen
Het economische eigendom van het voormalig gemeentehuis van Limmen
is overgedragen aan de Stichting Onroerende Zaken Limmen. De
verhuurovereenkomst heeft een looptijd van 10 jaar. Binnen de
overeenkomst wordt geen rekening gehouden met een mogelijke
waardevermindering van dit gebouw, dat thans in gebruik is voor de
sector Ruimte, de bibliotheek en een accountantskantoor. Het niet
afschrijven van het gebouw is risicovol.
In 2004 kan worden overgegaan tot de aankoop van het gemeentehuis
Limmen.
Bijlage 5
TREASURYPARAGRAAF 2003
Om het treasurybeleid te kunnen concretiseren en de uitvoering te
kunnen sturen is een treasury-paragraaf opgesteld. De
kernonderwerpen voor de treasury-paragraaf zijn de volgende.
- De algemene interne en externe ontwikkelingen die van invloed
zijn op de treasury-functie.
- De plannen, c.q. realisatie van het beleid voor het risicobeheer.
- De plannen, c.q. realisatie van het beleid voor het kasbeheer.
- De plannen, c.q. realisatie van het beleid voor de
gemeentefinanciering.
- Relevante ontwikkelingen in de treasury-organisatie.
- Relevante ontwikkelingen in de informatievoorziening voor de
treasury-functie.
De paragraaf wordt in drie hoofdstukken ingedeeld:
a. Algemene ontwikkelingen
b. Risicobeheer
- kasgeldlimiet
- rente-risiconorm
- kredietrisico op verstrekte gelden
c. Financiering
- financieringspositie
- mutaties in leningenportefeuille
- uitzettingen
A. Algemene ontwikkelingen
Binnen de administratieve organisatie is de scheiding van
financiële functies (kassier/comptabele) voldoende gewaarborgd.
Vorig jaar is aan dit onderwerp opnieuw aandacht besteed bij het
beschrijven van de functies van de afdeling financiën.
Er is voor gekozen om de diverse ontwikkelingen met betrekking tot
het risicobeheer en de financiering via overzichten zichtbaar te
maken en op onderdelen verder toe te lichten.
Voor 2003 hebben wij het voornemen om 1 lening (? 1.021.000,- met
een rente van 7,035%) vervroegd af te lossen en om te zetten in een
lening met een lagere rente. De gemiddelde rente zal hierdoor
worden verlaagd.
Op dit moment wordt er van uitgegaan dat alle voorgenomen
investeringen van voor 2002 worden gerealiseerd en dat de
financiering plaatsvindt in de treasuryparagraaf van de begroting
2002 (aantrekken van nieuwe geldleningen en tijdelijk lenen van het
Grondbedrijf).
Voor 2003 is de behoefte aan vaste geldmiddelen geraamd op ?
10.786.000,- en wel voor:
- conversie geldlening ? 1.021.000,-
- investeringen 2003 ? 4.000.000,-
- investeringen 2003 uit VJN 2002 ? 500.000,-
- tijdelijke "lening" Grondbedrijf 2002 ? 5.265.000,-.
Blijkens de liquiditeitsprognose 2003 zal dit voor een bedrag van ?
5.521.000,- worden aangetrokken via de kapitaalmarkt. De tijdelijke
"lening" van het Grondbedrijf zal worden gecontinueerd totdat de
investeringen in de infrastructuur bij het Plan Bonhoeffer
noodzakelijk zijn, vermoedelijk begin 2004.
B. Risicobeheer
Kasgeldlimiet
Het renterisico van de vlottende schuld wordt beperkt door de
voorgeschreven kasgeldlimiet. Onder de Wet Fido (ingaande 1 januari
2001) bedraagt het kasgeldlimiet 8,2% van het begrotingstotaal. Op
een bijlage (1) is het kasgeldlimiet berekend op ? 3.578.172,-. Bij
een structurele overschrijding van het limiet dient tot
consolidatie te worden overgegaan.
Uit het overzicht bijlage 1 blijkt dat de kasgeldlimiet, na het
aantrekken van geld in de tweede helft van 2002, niet wordt
overschreden.
Rente-risiconorm
Deze normering is ingesteld om de renterisico?s te verminderen door
spreiding van de leningenportefeuille. Kort gezegd betekent de
normering dat tegelijkertijd niet meer dan 1/5 deel van de totale
leningenportefeuille voor renteherziening in aanmerking kan worden
gebracht. De berekening van de rente-risiconorm is op een bijlage
(2) opgenomen.
Kredietrisico op verstrekte gelden
In een afzonderlijke bijlage (3) zijn de door de gemeente
verstrekte gelden vermeld gerangschikt naar risicogroep. Het
grootste bedrag, circa i 46,4 miljoen (95,29% van de totale
verstrekte gelden) betreft de verstrekte gelden ten behoeve van de
woningbouw. Alhoewel het risico voor de gemeente voor deze
verstrekte gelden als zeer minimaal moet worden beschouwd (de
waarde van de woningen is tweemaal zoveel dan de uitstaande
geldleningen), is vorig jaar een procedure in gang gezet om dit
risico verder te verminderen.
Zo is inmiddels door de gemeente besloten om de toegelaten
instellingen voor toekomstige financieringsbehoefte te verwijzen
naar de reguliere geldverstrekkers (banken / pensioen-fondsen) met
borging door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. De gemeente
treedt zo niet meer als geldverstrekker of doorgeefluik op.
In de nieuwe situatie vervullen rijk en gemeente ieder voor de
helft nog een achtervangfunctie. Bestaande woningbouwleningen
zullen langzaam maar zeker worden afgelost bij de gemeente en
uiteindelijk geheel uit de boeken van de gemeente verdwijnen.
Verder is een aantal leningen verstrekt aan verenigingen en
instellingen.
C. Financiering
Financieringspositie
Inzicht wordt verstrekt in de ontwikkeling van de
financieringspositie van de gemeente en de daarbij horende
financieringsbehoefte rekening houdend met de (geplande)
(des-)investeringen en beschikbare interne en externe middelen door
middel van een
liquiditeitenprognose. Deze is als bijlage 4 bij deze paragraaf
gevoegd. In de prognose is voorzien dat er in 2003 totaal i 5,5
miljoen) vast geld moet worden aangetrokken. In de begroting is
rekening gehouden met een bedrag van ? .. miljoen echter het
verschil wordt tijdelijk "geleend" van het Grondbedrijf (verkoop
kavels bouwgrond bij het Bonhoeffer college).
Mutaties in leningenportefeuille
Op 2 afzonderlijke overzichten (bijlagen 5 en 6) zijn de verwachte
mutaties in de leningenportefeuille opgenomen. Het geheel aan
aflossingen is zichtbaar gemaakt. Blijkens de overzichten zullen de
aflossingen, de vervroegde aflossing en de geraamde herfinanciering
leiden tot verlaging van het gemiddelde renteniveau.
Uitgezette gelden
Op bijlage 7 zijn de uitgezette gelden opgenomen. In dit overzicht
zijn niet de gelden opgenomen welke zijn "doorgeleend" aan de
woningbouwvereniging Castricum. Deze zijn al vermeld op het
overzicht mutaties leningenportefeuille. Wel zijn vermeld de
opbrengsten en nog te ontvangen opbrengsten van de aandelen.
Bouwfonds Nederlandse Gemeenten van de voormalige gemeente
Castricum totaal i 2.341.764,- met een vaste jaarlijkse
rente-opbrengst gedurende 20 jaar van i 112.303,- en een
slotuitkering van i 2.341.764,- op 30 december 2019.
Voorts is melding gemaakt van het bedrag van i 453.780,- dat is
gestort op een rekening bij de stichting stimuleringsfonds
volkshuisvesting Nederlandse gemeenten. Over nog niet bestede
gelden wordt door de stichting SVN een marktconforme rente vergoed.
Tenslotte zijn tegen nominale waarde opgenomen de aandelen van de
gemeente bij Eneco energie NV en de Bank Nederlandse Gemeenten en
de daarbij geraamde winstuitkeringen.
Bijlagen:
1. kasgeldlimiet
2. rente-risiconorm en renterisico?s vaste schuld
3. kredietrisico op verstrekte gelden
4. liquiditeitenprognose 2003
5. mutaties in leningenportefeuille
6. mutaties in leningenportefeuille ten behoeve van de woningbouw
7. uitgezette gelden
---
LEESWIJZER HOOFDFUNCTIES
Voor de begroting 2003 is het model van de voormalige gemeente
Castricum gevolgd. Voor de nieuwe gemeente zijn kengetallen
(prestaties, aantallen, tarieven) nog maar beperkt bruikbaar of
zeer beperkt of nog helemaal niet beschikbaar.
In de komende jaren moeten deze ontwikkeld worden op basis van de
afdelingsplannen. Dit wordt van jaar tot jaar verder ontwikkeld.
Per hoofdfunctie vermelden wij de beleidsvoornemens voor 2003.
Daarbij leggen wij ook de aansluiting met het
college(actie)programma. Daarna volgen de verschillende
beleidstaken.
Per beleidstaak wordt op functieniveau informatie gegeven over:
- de verantwoordelijke portefeuillehouder;
- de verantwoordelijke ambtelijke sector;
- de beleidsmiddelen (subfuncties/financiële gegevens);
- indien beschikbaar de prestaties/aantallen/tarieven (uren, e.d.);
- een toelichting (bepaalde beleidsmiddelen kunnen hier nader
worden toegelicht, ook kunnen de verschillen tussen het ene en het
andere begrotingsjaar worden weergegeven).
Na de opsomming van de beleidstaken per hoofdfunctie is een
recapitulatie per hoofdfunctie opgenomen. Tenslotte volgen de
bijlagen.
---
HOOFDFUNCTIE 0
ALGEMEEN BESTUUR
Beleidsvoornemens 2003
Dualisering/ bestuurlijke vernieuwing.
Dualisering zal in 2003 en de volgende jaren op basis van het in
2002 ontwikkelde plan van aanpak verder vorm krijgen.
Voorlichting-en communicatie.
Op basis van een communicatieplan zal verder invulling worden
gegeven aan een modern communicatiebeleid passend bij de
doelstellingen en ambities van de nieuwe gemeente. De gemeentelijke
website zal verder worden ontwikkeld.
Representatie
In de begroting 2003 is -gelet op de grootte van de gemeente-
structureel een hogere raming opgenomen.
Commissie bezwaarschriften
Een externe commissie zal college en raad adviseren over ingediende
bezwaarschriften.
Loketfuncties in de dorpen
Bij de discussie over de centrale huisvesting van het bestuurlijk
en ambtelijk apparaat worden ook de loketfuncties meegenomen.
Vooruitlopend daarop vindt oriëntatie plaats op de mogelijkheden
ten aanzien van gemeentelijke servicepunten.
Wijkbezoeken
Het in september in Akersloot gestarte wijkbezoek zal ook voor de
andere kernen plaatsvinden.
Dorpsraden
Onder begeleiding van het Noordhollands Participatie Instituut
wordt met betrokkenen overlegd over de instelling en vormgeving van
dorpsraden.
0.2 Bestuurlijke samenwerking
Samenwerkingsverband Noord-Kennemerland
In het samenwerkingsverband Noord-Kennemerland wordt samengewerkt
ten aanzien van de brandweer, het regionaal archief en de GGD. Voor
de verdere samenwerking is gekozen voor een nieuwe vorm van
regionale samenwerking gebaseerd op portefeuillehouderscontacten.
De gemeentesecretarissen werken aan een samenwerkingsovereenkomst
met een plan van aanpak.
0.3 Bedrijfsvoering
Publiekszaken
Internationalisatie van regelgeving, het toenemende belang van
privaatrecht, de komst van vreemdelingen en asielzoekers en de
daarmee gepaard gaande administratieve handelingen en beoordeling
van brondocumenten, complexe regelgeving rondom homohuwelijk,
partnerschapsregistratie, de beëindiging van deze
samenlevingsvormen, nieuwe regelgeving omtrent gezag en ouderschap
en de strengere paspoortwetgeving vereisen een goed geoutilleerde,
centrale afdeling Publiekszaken waar de inwoners tijdens ruime
openingstijden de gemeentelijke producten kunnen krijgen. De
verdere ontwikkeling van de front-office, waarvoor onder andere
goede huisvesting, goede ICT-infrastructuur noodzakelijk zijn, kan
gestalte krijgen nu een coördinator front-office is aangesteld.
Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van de
realisatie van een volwaardig loket in de kernen Limmen en
Akersloot.
Organisatieontwikkeling
Binnen het managementteam en het bredere overleg met de
leidinggevenden zijn inmiddels eerste aanzetten gegeven voor het
ontwikkelen van een visie op de organisatie. Dit is neergelegd in
een Plan van aanpak Organisatieontwikkeling. Daarin wordt onder
meer een managementontwikkelingstraject voorgesteld.
Personeelsbeleid algemeen
Het personeelsbeleid in de gemeente Castricum vraagt bijzondere
aandacht. Daarom is in 2002 een ontwikkelingsplan personeelsbeleid
opgesteld. In dit plan wordt een samenhangend personeelsbeleid
neergezet en wordt aangegeven welke instrumenten daarvoor nodig
zijn of ontwikkeld moeten worden. Het plan besteedt aandacht aan
opleidingen, arbo, functionerings-en beoordelingsgesprekken,
persoonlijke ontwikkeling en een personeelsinformatiesysteem. Er
wordt naar gestreefd het opleidingsbudget in de komende jaren te
verhogen tot 2% van de loonsom. Het plan wordt in 2003 verder
uitgewerkt.
Voor het voeren van functionerings-en beoordelingsgesprekken is een
leidraad vastgesteld. Leidinggevenden krijgen in september een
training voor het voeren van deze gesprekken.
De werktijdenregeling zal eind 2002 worden geëvalueerd.
Functiewaardering
Cap Gemini zal vóór 1 januari 2003 de in het functieboek opgenomen
functies definitief waarderen.
Informatisering en automatisering
Zowel de gemeentelijke herindeling als externe maatschappelijke
ontwikkelingen zijn aanleiding stil te staan bij de wijze waarop de
ICT-huishouding is georganiseerd en ingericht. Om daarover
duidelijkheid te krijgen is een informatiebeleidsplan opgesteld.
Het plan wordt in 2003 en volgende jaren verder uitgewerkt. Voor
2003 zijn gelden in de meerjarenbegroting opgenomen om de overstap
mogelijk te maken van Corel naar Microsoft.
Projectmatig werken
Over projectmatig werken is een notitie opgesteld, waarin ook een
vormings- en opleidingsvoorstel is opgenomen.
HOOFDFUNCTIE 1
OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID
Beleidsvoornemens 2003
Algemeen openbare orde beleid.
De nieuwe algemene plaatselijke verordening komt in september in de
commissie en raad aan de orde. Gestart wordt met de ontwikkeling
van een integraal veiligheidsbeleid; de nieuwe gemeente maakt
onderdeel uit van de politie regio Noord-Holland Noord.
Het activiteitenplan 2003 zal in de commissie AZ/Middelen worden
besproken.
Rampenbestrijding/Brandweer.
In maart 2002 is een nieuw rampenplan vastgesteld. Dit zal in 2003
verder worden uitgewerkt.
Onder leiding van een nieuwe commandant (die per 16 november 2002
in functie treedt) zal verder invulling worden gegeven aan de
totstandkoming van een goed functionerend brandweerkorps met drie
posten in Akersloot, Castricum en Limmen. Daarbij is de
ontwikkeling van een beleidsactiviteitenplan van belang. Wij hopen
in 2003 een nieuwe brandweerkazerne te Limmen te kunnen realiseren,
eventueel in combinatie met een ambulancepost.
Horeca.
Op basis van een horecanotitie die tot stand komt in overleg met
betrokkenen (o.a. ondernemers, bewoners, politie) zal tot een
samenhangend beleid worden gekomen. Onder andere via de algemeen
plaatselijke verordening en via convenanten met ondernemers zullen
wij bewerkstelligen dat men in de gemeente veilig kan uitgegaan en
dat overlast wordt beperkt. Dit zullen wij eerst in een plan van
aanpak beschrijven.
HOOFDFUNCTIE 2
VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT
Beleidsvoornemens 2003
Wegen
In de afgelopen jaren is een groot aantal wegen in de kernen
Castricum, Bakkum, Limmen en Akersloot opgeknapt, hetzij binnen het
groot onderhoud, hetzij vanwege het inlopen van achterstallig
onderhoud. De werkzaamheden gingen meestal gepaard met een algehele
reconstructie van de betreffende weg, die dan kon worden ingericht
overeenkomstig de richtlijnen van het landelijke project "Duurzaam
Veilig". Deze lijn wordt voortgezet in het begrotingsjaar 2003.
Voorts zal de reeds ingezette integratie van wegbeheersystemen van
de drie voormalige gemeenten worden geoptimaliseerd.
Dit begrotingsjaar zal mogelijk gestart kunnen worden met de aanleg
van een fietspad langs de Heemstederweg in de kern Castricum. De
voorbereiding van de reconstructie van de Heemstederweg zelf zal
dan eveneens worden gestart.
Verder zal het overleg voor een aansluiting op de A-9 voortgang
vinden.
Duurzaam veilig
Het lopende landelijke actieprogramma "Duurzaam Veilig Verkeer" is
het kader voor verkeersmaatregelen in en het inrichten van wijken
tot zogenoemde verblijfsgebieden. Hier geldt een maximum snelheid
van 30 km per uur. Bovendien zijn in verblijfsgebieden alle
verkeersdeelnemers gelijkwaardig. Wij streven er naar de
verkeersmaatregelen zoveel mogelijk te combineren met onderhoud- en
reconstructiewerkzaamheden aan de wegen.
Daarnaast onderzoeken wij de mogelijkheden tot (voorlopige)
verbetering van de verkeersveiligheid in de Van Rensdorpstraat en
Cieweg.
Maatregelen Dorpsstraat en omgeving
In de voorjaarsnota hebben wij aangegeven in 2003 een
voorbereidingskrediet nodig te hebben voor onderzoek naar
maatregelen in de Dorpsstraat en de Prinses Beatrixstraat. Over de
opzet van het onderzoek volgt een nader voorstel.
Openbaar vervoer
In 2003 zal een onderzoek starten naar het verbeteren van de
openbaar vervoer verbindingen naar en tussen de dorpskernen van
Castricum.
Openbare verlichting
In 2003 zal de verbetering van de openbare verlichting in de
dorpskernen Limmen en Akersloot verder gestalte krijgen. In deze
optimalisatieplannen zijn opgenomen het verminderen van het
energieverbruik, het verbeteren van de verkeersveiligheid en het
vergroten van de sociale veiligheid voor de burgers. In de
dorpskernen Bakkum en Castricum zal een inventarisatie plaatsvinden
van de behoefte die er mogelijk bij de inwoners bestaat om de
openbare verlichting te verbeteren.
HOOFDFUNCTIE 3
ECONOMISCHE ZAKEN
Beleidsvoornemens 2003
Algemeen
Voor het behoud van de leefbaarheid van de dorpskernen binnen de
gemeente is een goed ondernemersklimaat nodig. Daar waar mogelijk
faciliteert de gemeente om het verzorgingsniveau in de woonkernen
op peil te houden of te verbeteren.
De link tussen economische zaken en recreatie en toerisme is zo
vanzelfsprekend, dat deze werkvelden in één functie zijn
samengebracht. Bij de fusie hebben wij gekozen voor het aanstellen
van een halftime medewerker ten behoeve van economische zaken en
recreatie en toerisme. De aanstelling van de functionaris geeft aan
dat Castricum belang hecht aan de ontwikkeling en instandhouding
van deze bedrijfstakken. Castricum in huidige vorm heeft meer
potentie voor recreatieve en toeristische en dus economische
ontwikkeling. Een actief beleid op dit gebeid heeft financiële
gevolgen.
Het structureel overleg met ondernemersverenigingen uit de gehele
gemeente, samengebracht in CALON, is gestart. Het economisch
actieplan van de ondernemers dient als basis voor voortdurende
communicatie met deze groep.
Recreatie en toerisme
Aan de ontwikkeling van een recreatiebeleidsplan en een
strandnotitie wordt gewerkt. Er vindt een oriëntatie plaats op de
diverse organisaties gericht op de ontwikkeling van recreatie en
toerisme. Hiertoe worden bedrijfsbezoeken gebracht aan plaatselijke
(recreatie)ondernemers.
Na opening van het standplateau en de ingebruikname van nieuwe
huisvesting door de Castricumse Reddingsbrigade en de EHBO op het
strand, staat de evaluatie hiervan op stapel. Halfjaarlijks overleg
met ondernemers en gebruikers van het strand vindt plaats.
Samen met de Stichting Recreatie en Toerisme Akersloot-Uitgeest
bereiden wij een voorstel voor over de uitbreiding van het
werkterrein van de Stichting naar het grondgebeid van de kernen
Limmen, Castricum en Bakkum. Deelname van de coördinator van de
Stichting in bijvoorbeeld een overleggroep toerisme en recreatie,
of medewerking aan een toeristisch recreatief beleidsplan behoren
tot de mogelijkheden. In de vastgestelde notitie "Inventariserende
discussienota over het Toeristisch Recreatief Beleid" van 11 april
wordt op pagina 7 gesteld: "Wij stellen ons voor het toeristisch
recreatief beleid met name in CAL-verband verder vorm te geven".
Hierbij kan de Stichting een belangrijke inbreng hebben. De feeling
voor het gehele werkveld kan de ambtenaar bij beleidsvoorbereidend
werk ondersteunen en kan als aanvulling gezien worden op de VVV in
onze gemeente. Namens de gemeente heeft de coördinator van de
Stichting veel werk verzet in de baggerproblematiek van het
Alkmaarder- en Uitgeestermeer.
De nieuwe huisvesting van de VVV gaat meer kosten. Zodra de nieuwe
huisvesting is betrokken, zal de plaatselijke VVV opgaan in de
regio VVV Noordhollands Schiereiland Midden, met als centrum
Alkmaar.
Ten behoeve van een gemeenschappelijke regeling participeren we in
het recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer. Vanuit verder weg
gelegen gemeenten is een steeds duidelijkere roep hoorbaar om uit
het recreatieschap te treden. De financiële gevolgen zijn nog niet
duidelijk.
Bedrijventerrein Nieuwelaan
Voor de realisatie van het bedrijventerrein Nieuwelaan in de kern
Limmen heeft de voormalige gemeente Limmen een
koop-realisatieovereenkomst gesloten met de Ontwikkelings Groep
Limmen Planontwikkeling BV (OGL). Naast een aantal
privaatrechtelijke verplichtingen heeft de gemeente zich verplicht
tot de publiekrechtelijke medewerking aan het tot stand brengen van
een bestemmingsplan. Over het concept-bestemmingsplan is op 28 mei
2002 een inspraakavond gehouden. Op dit moment hebben wij nog in
onderzoek een aantal milieuzoneringsperikelen. Wij verwachten dat
het plan begin 2003 ter vaststelling kan worden aangeboden. Het
plan voorziet in een aansluiting op de rijksweg met een rotonde. De
kosten hiervan komen voor rekening van de gemeente, behoudens een
bijdrage van OGL.
OGL realiseert voor eigen rekening en risico het bedrijventerrein
en tracht daartoe nog de nodige gronden te verwerven. Afspraken
tussen de gemeente, OGL en BGL (Bedrijvengroep Limmen) over de
uitgifte van bedrijfspercelen zijn vastgelegd in een notitie
"Toewijzingsbeleid bedrijventerrein Nieuwelaan Oost en West". Een
toewijzingscommissie heeft een advies uitgebracht. Over dat advies
hebben wij nog geen besluit genomen.
HOOFDFUNCTIE 4
ONDERWIJS
Beleidsvoornemens 2003
De huisvestingssituatie van de R.K. basisscholen in de kernen
Akersloot en Limmen vereist nadere bestudering, het trekken van
conclusies en het opstellen van een plan van aanpak. Dit uiteraard
in een goede communicatie met het schoolbestuur Kaprion.
Wij werken aan harmonisatie van het lokaal onderwijsbeleid.
Tevens bekijken wij op welke wijze het jeugdbeleid, sportbeleid en
het onderwijsbeleid zodanig op elkaar kunnen worden afgestemd, dat
er sprake zal zijn van een meerwaarde voor alle betrokken
instanties en bovendien hun inspanningen een beter resultaat
opleveren.
Onderwijshuisvesting
Met ingang van 1 januari 1997 is de verantwoordelijkheid voor de
onderwijshuisvesting gedecentraliseerd naar de gemeenten. Een van
de belangrijkste argumenten bij de decentralisatie van de
onderwijshuisvesting is het mogelijk maken van lokaal maatwerk. De
lokale overheid wordt hiertoe beter in staat geacht dan het
ministerie, want de afstand tussen schoolbesturen en
gemeentebestuur is kleiner. Deze benadering houdt in dat de
gemeente en de schoolbesturen, elk met behoud van de eigen
verantwoordelijkheid, in overleg treden en bezien of men op een
planmatige wijze invulling kan geven aan het lokaal
onderwijshuisvestingsbeleid. Daarbij komt aan de orde wat in grote
lijnen de doelstellingen zijn voor het huisvestingsbeleid en welke
voorzieningen in de huisvesting in principe voor de komende jaren
noodzakelijk zijn. Er worden dus ook afspraken gemaakt over
integrale huisvestingsplanning.
De gemeenteraad stelt vervolgens een integraal meerjarig plan vast
op basis van de gewenste richting die de gemeente en de scholen
zijn overeengekomen. Afspraken worden vertaald in benodigde
financiën.
In de voormalige gemeente Castricum heeft de planvorming in de
afgelopen jaren op bovengeschetste wijze plaatsgevonden. Dit
resulteerde in een huisvestingsbestand in de kern Castricum die
weliswaar nog enige aanpassingen zal ondergaan, maar waarbij voor
het grootste deel nu min of meer een beheerssituatie is ontstaan.
In de kernen Akersloot en Limmen heeft minder planvorming
plaatsgevonden. In de eerste contacten met de schoolbesturen uit
Limmen en Akersloot zijn vragen gesteld als "Hoe geven wij vorm aan
de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het onderhoud van het
gebouw?", "Gaan wij alleen over op nieuwbouw op basis van een
bouwkundige noodzaak of zijn er ook mogelijkheden tot herschikking
van gebouwen?", "Op welke wijze gaan wij om met de behoefte aan
meer multifunctionaliteit van gebouwen?" en "Wat heeft, gezien de
beschikbare middelen, de eerste prioriteit en binnen welke termijn
dienen alle schoolgebouwen op een bepaald kwaliteitsniveau te zijn
gebracht?".Een eerste aanzet tot beantwoording van deze vragen
wordt opgenomen in het IHP onderwijsvoorzieningen 2003.
Leerplicht.
De uitvoering van de Leerplichtwet is een wettelijke taak die is
toegeschreven aan de gemeente. Hiervoor is een leerplichtambtenaar
aangesteld. We trachten te bereiken dat de leerplichtambtenaar op
het juiste tijdstip ingeschakeld wordt en niet pas wanneer het
vertrek van een leerling de enige optie is. De contacten met de
scholen voor voortgezet onderwijs in onze gemeente ontwikkelen zich
in de goede richting. In het overleg van directeuren van
basisscholen is absentie van leerlingen één van de agendapunten.
Wij streven ernaar dat alle meldingen van verzuim de
leerplichtambtenaar ook bereiken. Uit deze meldingen krijgen wij
een helder beeld van de frequentie van het verzuim in onze
gemeente. Met name het luxe verzuim (hoofdzakelijk het opnemen van
vakantie buiten de schoolvakanties zonder geldige reden) heeft onze
aandacht. Inmiddels nemen we deel in de regio Noord Kennemerland
met Alkmaar als centrumgemeente. Hier wonen we de RMC (regionale
meld en coördinatiefunctie)-overlegvergaderingen bij.
Leerlingenvervoer.
De modelverordening van de VNG blijft het uitgangspunt van de
gemeentelijke verordening. Maatwerk wordt geleverd waar dat
mogelijk mogelijk en realiseerbaar is. Frequent overleg met de VNG
resulteert in de juridisch juiste toepassing en eventuele
aanpassing van de gemeentelijke verordening, waarbij de gemeente
ruimhartig met deze regels omgaat.
HOOFDFUNCTIE 5
CULTUUR EN RECREATIE.
Beleidsvoornemens 2003
Welzijn en sport
De fusie maakte het noodzakelijk om het subsidiebeleid ten behoeve
van welzijnsinstellingen, verenigingen en clubs te harmoniseren.
Enerzijds vanuit het uitgangspunt van gelijke behandeling,
anderzijds om mogelijkheden te hebben voor financiële beheersing.
Aan de hand van een nieuwe subsidieverordening en een
gedetailleerde inventarisatie van alle subsidierelaties zullen wij
vanaf 2003 proberen de gemeentelijke bijdrage in activiteiten van
de burgers in de verschillende kernen af te stemmen. Daarbij houden
wij rekening met overgangssituaties en verplichtingen.
Tevens bekijken wij op welke wijze het jeugdbeleid, sportbeleid en
het onderwijsbeleid zodanig op elkaar kunnen worden afgestemd, dat
er sprake zal zijn van een meerwaarde voor alle betrokken
instanties en bovendien hun inspanningen een beter resultaat
opleveren.
Kunst en cultuur
Met de aanstelling van een fulltime medewerker monumentenbeleid en
archeologie in het 4e kwartaal van 2002 werkt Castricum verder aan
het behoud en beheer van in de gemeente aanwezige
cultuurhistorische gebouwen en elementen.
Natuurbescherming
De gemeente streeft naar behoud van de weilanden met hun flora en
fauna, de bescherming van strand en duinen, herstel van de
biodiversiteit en duurzaam gebruik van het landschap door de
agrariërs en recreanten. Eén van mogelijkheden om dit streven te
realiseren, is het verlenen van subsidie aan instellingen voor de
natuurbescherming.
Maatschappelijke leefbaarheid
De kwaliteit van de leefomgeving is mede bepalend voor het
welbevinden van de mensen.
Eén van de belangrijkste elementen in de leefomgeving wordt gevormd
door het openbaar groen. De gemeente streeft ernaar de hoge
kwaliteit van de plantsoenen, (monumentale-) bomen en hagen te
handhaven.
In de loop van 2003 starten wij met het opstellen van een
groenbeheerplan, met daaraan gekoppeld een bomenbeheerplan voor de
gehele gemeente.
Op grond van het attractiebesluit speeltoestellen maken wij in 2003
een begin met de vervanging en aanpassing van speeltoestellen die
niet aan de veiligheidsnormen voldoen.
Castricum aan Zee
De vaststelling van een beleidsnotitie strand Castricum aan Zee
wordt voorbereid.
Omdat dit beleid met ingang van het seizoen 2003 moet gaan gelden,
streven wij naar behandeling eind dit jaar. Het voorbereiden van de
notitie zal gebeuren in samenspraak met de exploitanten en
belanghebbende externe instanties.
HOOFDFUNCTIE 6
SOCIALE VOORZIENINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
Beleidsvoornemens 2003
Agenda van de Toekomst
In april 2001 heeft de Minister van SZW met de VNG bestuurlijke
afspraken gemaakt over reïntegratie, handhaving en
cliëntenparticipatie in het kader van Agenda van de Toekomst. Een
belangrijk onderdeel daarbij is de deregulering. Deregulering heeft
als doel te komen tot vereenvoudiging of afschaffing van
uitvoeringsvoorschriften of wettelijke bepalingen rond de
uitvoering van de Abw, Ioaw en de Ioaz.
De huidige uitvoeringsvoorschriften en wettelijke bepalingen
belasten de uitvoering zo zwaar, dat de eigenlijk taak van de
gemeente ondergesneeuwd dreigt te raken.
Bij de dereguleringsvoorstellen zijn onder andere de volgende
criteria gehanteerd:
- bevordering van de activerende werking van de bijstand, waar
mogelijk gericht op uitstroom naar werk en
- het bieden van een inkomenswaarborg op minimumniveau, die
enerzijds adequaat is als inkomensvoorziening en anderzijds de
armoedeval zo goed mogelijk verhindert.
Op basis van de Agenda van de Toekomst zijn twee belangrijke
subsidies tot stand gekomen die inhoud moeten geven aan de
activerende werking van de bijstand.
1. De Stimuleringsregeling Sociale Activering
De gemeente heeft op grond van deze regeling een subsidie gekregen
van i 45.379. Daarmee was de gemeente in staat om met ondersteuning
van Deloitte & Touche Sociale Zekerheid beleid te ontwikkelen rond
sociale activering van de doelgroepen van de gemeente. Sociale
activering is het bevorderen van deelname aan maatschappelijke
activiteiten voor mensen met een uitkering op grond van de Abw,
Ioaw, Ioaz, Anw, WAO, Wajong, WAZ en de WW en voor
niet-uitkeringsgerechtigden voor wie reïntegratie op de
arbeidsmarkt vooralsnog geen reële optie is. Deze maatschappelijke
activiteiten zijn gericht op het voorkomen van sociaal isolement of
het verminderen daarvan. Waar mogelijk zijn deze activiteiten een
eerste stap naar werk.
2. De Tijdelijke stimuleringsregeling bevordering
activering en uitstroom Abw, Ioaw of Ioaz door middel van
klantmanagement
Het rijk stelt geld ter beschikking om het klantmanagement voor de
periode van 2002 tot en met 2006 op sterkte te brengen. Hieraan
zijn resultaatsverplichtingen gekoppeld. Ten eerste een
taakstelling ten aanzien van het realiseren van 236 trajecten. Ten
tweede een taakstelling uitstroom met een omvang van 95 (40% van
genoemde 236 trajecten).
De maximale subsidie bedraagt i 212.400.
De taakstellingen staan niet in verhouding tot de relatief beperkte
omvang van het aantal uitkeringsgerechtigden (250), maar de impuls
die van de regeling uitgaat, leidt er wel toe de uiterste
inspanningen te doen om de taakstellingen zo dicht mogelijk te
benaderen.
Het Fonds Werk en Inkomen en de beperking van de armoedeval zijn
minstens even belangrijke factoren in het kader van het activerende
uitstroombeleid.
Fonds Werk en Inkomen
Met ingang van 1 januari 2001 heeft het rijk het Fonds Werk en
Inkomen ingesteld.
De vorming van het Fonds Werk en Inkomen betekent een bundeling in
van gelden voor de uitvoering van de Abw, Ioaw en Ioaz
(inkomensdeel) en de WIW (werkdeel). Wat betreft het inkomensdeel
is er sprake van budgettering voor gemeenten van 25% van de
bijstandsuitgaven.
Het financiële risico van de gemeente bij de uitvoering van de Abw,
Ioaw en Ioaz was 10%, opgenomen in de Algemene Uitkering. De
overige 90% werd rechtstreeks gedeclareerd bij het rijk.
Met de vorming van het Fonds Werk en Inkomen kan de gemeente nog
maar 75% declareren bij het rijk. Het financiële risico voor de
gemeente wordt met de komst van het Fonds Werk en Inkomen groter.
Het doel van de wet is om de gemeente te stimuleren aan het
uitstroombeleid meer vorm te geven. Door middel van deregulering
zou de gemeente hiertoe meer beleidsruimte krijgen. Een goed
uitstroombeleid zou moeten leiden tot overschotten, die de gemeente
kan inzetten voor reïntegratie.
Het budget-inkomensdeel 2002 is voor de gemeente Castricum bij
circulaire van 1 juli 2002 nader vastgesteld op i 618.290. Sinds de
inwerkingtreding van het Fonds Werk en Inkomen is gebleken, dat het
aan de gemeente toekomende budget-inkomensdeel in 2001 en 2002 niet
voldoende is om de voor rekening komende uitkeringslasten hieruit
te dekken.
Het budget-inkomensdeel is voor 2003 voorlopig geïndiceerd op i
755.489. Met het actieve uitstroombeleid verwachten we dat het
budget in 2003 voor het eerst toereikend zal zijn.
De huidige economische ontwikkelingen kunnen echter leiden tot een
toename van de uitkeringslasten. Dan is een aanpassing van het
budget-inkomensdeel het gevolg.
Armoedeval
Een van de kernboodschappen die het nieuwe kabinet wil uitdragen,
is dat werk moet lonen. Het moet aantrekkelijker zijn om vanuit een
uitkeringspositie weer aan de slag te gaan. Het regeerakkoord
spreekt van de "armoedevalproblematiek die met kracht moet worden
aan-gepakt, zonder evenwel de positie van degenen die op
ondersteunende (inkomensafhan-kelijke) regelingen zijn aangewezen
uit het oog te verliezen". Via onder andere de volgende wegen wil
de nieuwe regering de armoedeval bestrijden:
- beperking van het aantal inkomensafhankelijke regelingen;
- het vinden van een goed evenwicht in de inkomensafhankelijke
regelingen tussen adequate inkomensbescherming enerzijds en
bestrijding van de armoedeval anderzijds;
- inkomensverbetering bij aanvaarding van werk door verhoging van
de arbeidskorting om zo de drempel tot werken voor herintreders weg
te nemen.
Om deze doelstellingen te bereiken, zal de ruimte van de gemeenten
voor hun eigen inkomensbeleid worden beperkt. Het categoriaal
inkomensbeleid in de bijstand wordt afgeschaft: de bijstand wordt
weer een vangnet.
Een van de beleidsdoelstellingen van de gemeente is het voeren van
een ruimhartig minimabeleid. Deze doelstelling wordt dus doorkruist
door het regeerakkoord. Er is geen ruimte meer voor de categoriale
bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen (echtparen i
545, alleenstaande ouders i 491 en alleenstaanden i 382). In de
plaats hiervan komt het rijk met een inkomensafhankelijke
zorgtoeslag (volgens voorlopige indicatie voor echtparen i 454,
alleenstaande ouders i 408 en voor alleenstaanden i 318). Ook
hierbij is het criterium van toepassing, dat een rechthebbende
minimaal 3 jaar achtereen een inkomen op minimum niveau moet hebben
genoten. Een bijkomend criterium is dat een rechthebbende niet voor
deze toeslag in aanmerking komt, indien verwacht wordt dat
uitstroom naar arbeid binnen een jaar kan plaatsvinden.
Verwacht wordt, dat het voorzieningenfonds ook haar bestaansrecht
verliest.
Op het moment dat het nieuwe rijksbeleid in regels wordt
vastgelegd, zal de gemeente zich moeten buigen over het toekomstige
minimabeleid. In het beleidsplan 2003 zal wellicht reeds op het
nieuwe rijksbeleid geanticipeerd moeten worden.
Economische ontwikkelingen
Het activerende uitstroombeleid van de gemeente vertaalt zich ook
in de jaarlijks in het beleidsplan geformuleerde doelstelling om te
komen tot vermindering van het aantal uitkeringsgerechtigden jonger
dan 65 jaar.
Er is echter sprake van een stagnatie van de economische groei.
Volgens de laatste cijfers van het Centraal Planbureau moeten we in
2003 rekening houden met een toename van 150.000 werkzoekenden. Dit
heeft gevolgen voor de formulering van het uitstroombeleid en de
doelstellingen. De taakstellingen in het kader van de Tijdelijke
stimuleringsregeling bevordering activering en uitstroom Abw, Ioaw
of Ioaz door middel van klantmanagement komen hierdoor ook in een
ander daglicht te staan.
WVG
De uitgaven voor de uitvoering van de Wet voorziening gehandicapten
nemen relatief sterk toe. We willen geen afbreuk doen aan de
doelstelling de gehandicapten zo zelfstandig mogelijk te laten
functioneren. Maar vanwege de benodigde kostenbeheersing zijn we
gedwongen om het vergoeden van vervoerskosten, hulpmiddelen en
woonvoorzieningen nader te beoordelen.
Speelruimtebeleid
In het jeugdbeleid kenne wij eerste prioriteit toe aan het
speelruimtebeleid. Voor de gehele gemeente Castricum maken wij nu
een beleids- en uitvoeringsplan waarin onderwerpen aan de orde
komen als: "Waar moeten er speelplekken komen?", "Voor welke
leeftijdsgroepen?" "Hoe gaan we om met de kwaliteitsregels?", "Hoe
communiceren we met de inwoners en op welke wijze worden zij direct
bij de inrichting van een speelterrein betrokken?". Deze
beleidsuitgangspunten zullen wij ook naar de benodigde financiële
middelen vertalen.
Jongerenwerk
Ook het jongerenwerk zal de komende periode aandacht krijgen. Wat
willen wij als gemeente Castricum? Bij de beantwoording van deze
vraag zal de gemeente de huidige jongerencentra in de kernen en de
beschikbare menskracht in ogenschouw nemen.
Kinderopvang
In 2004 treedt de nieuwe Wet Basisvoorziening Kinderopvang in
werking. Daarmee krijgen de gemeenten een andere relatie met de
voorzieningen voor kinderopvang. Hoe deze relatie in Castricum vorm
krijgt, zal in 2003 aan de orde komen.
Peuterspeelzalen
Werk van en in peuterspeelzalen zal door de landelijke overheid
meer aan wettelijke regels worden gebonden. Deze regels zullen met
name consequenties hebben voor de peuterspeelzalen die alleen met
ouderparticipatie werken. Dit dient in overleg met de betrokken
instellingen nader te worden voorbereid.
HOOFDFUNCTIE 7
VOLKSGEZONDHEID
Beleidsvoornemens 2003
Gezondheidszorg
Wij zijn van plan de gemeente Heemskerk een financiële bijdrage te
verlenen voor de kadaverdienst.
Milieubeleid
Met de MRA (milieudient regio Alkmaar) zullen wij meerjarige
afspraken maken over de technische ondersteuning. In beleidsmatige
zin willen wij komen tot een bedrijfsintern milieuzorgsysteem.
Verder ontvingen wij van de NOVEM een voorstel om een plan op te
zetten voor een klimaatbeleid binnen de gemeente Castricum. Dit
naar aanleiding van onze intentie om in samenwerking met MRA
integraal klimaatbeleid te ontwikkelen.
Het Milieubeleidsplan 2003 wordt u separaat aangeboden en zal
afzonderlijk worden behandeld in oktober of november aanstaande.
Reiniging
In dit begrotingsjaar realiseren wij het afvalbrengdepot in de kern
Castricum. De verwachting is dat dit moderne brengdepot het
scheiden van het grofvuil aanzienlijk zal verbeteren en dat de
illegale vuilstortingen zullen verminderen. In de kern Castricum
haalt de gemeentelijke ophaaldienst het huisvuil op. In de kernen
Akersloot en Limmen doen derden dit. In de loop van 2003 zullen wij
nieuw beleid formuleren over het ophalen van vuilnis in de gehele
gemeente.
Riolering
Het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) 2002 - 2006 vormt de
leidraad voor beheer en onderhoud van de rioolstelsels in de
kernen. Naast een opsomming van beheertaken, zoals reinigen,
inspecteren en onderhoudswerkzaamheden, geeft het plan ook de
financiële dekking (kostendekkingsplan) en een meerjarenprogramma
projecten.
Het kostendekkingsplan zal indien nodig ieder jaar worden
geactualiseerd, waarbij het uitgangspunt is dat het tarief van de
rioolbelasting wordt afgestemd op een gelijkmatige verdeling van de
kosten over de komende jaren.
Conform het meerjarenprogramma riolering zullen rioleringswerken in
de kernen Akersloot en Castricum worden uitgevoerd.
Bestrijding wateroverlast
Om de grondwateroverlast te verminderen, wordt dit jaar in de wijk
Molendijk-Noord in de kern Castricum drainage aangelegd in de wegen
en achterpaden.
Begraafplaatsen
Met het beheer van de openbare begraafplaatsen, het groen en de
bijbehorende accommodaties is ook de administratieve verzorging van
reserveringen, verlengingen en begravingen, het heffen van
begrafenisrechten en het delven van graven gemoeid.
In dit begrotingsjaar staat de aankoop van grond ten behoeve van de
uitbreiding van de begraafplaats in de kern Castricum op het
programma. Over het tarievenbeleid zal in 2003 een notitie
verschijnen.
Volksgezondheid
Volgens de Wet collectieve preventie moeten wij vanaf 2003 een
lokaal volksgezondheidsplan vaststellen. Wij zullen dat beleid in
samenwerking met de GGD Noord-Kennemerland ontwikkelen en
beschrijven.
HOOFDFUNCTIE 8
RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING
Beleidsvoornemens 2003
Integrale langetermijn visie
Wij verwachten in het najaar 2002 te kunnen beginnen aan een
toekomstverkenning voor de nieuwe gemeente. Daarin zullen wij
aandacht besteden aan de ontwikkelingen die invloed hebben op het
leven, wonen, werken en recreëren in deze gemeente. Deze oriëntatie
op de toekomst is bedoeld om samenhang aan te brengen in deze
ontwikkelingen. De toekomstvisie is geen zaak van de gemeente
alleen, slechts in samenspraak met de inwoners kan dit tot stand
komen.
De langetermijn visie zal dienen als basis voor een integraal
structuurplan voor de gehele gemeente. In het financieel
meerjarenperspectief is in een integraal structuurplan nog niet
voorzien.
Structuurplan(nen)
De oude gemeente Akersloot had al een ruimtelijke visie op
hoofdlijnen in voorbereiding. De provincie Noord-Holland plaatste
in een ambtelijke reactie opmerkingen die onder andere betrekking
hebben op de strijdigheden met het geldend streekplan en de
noodzaak van onderzoek naar de archeologische waarden en de Flora-
en faunawet.
De verwachting is dat dit structuurplan niet op korte termijn kan
worden vastgesteld.
De gemeente Heiloo heeft in samenwerking met de voormalige gemeente
Limmen een structuurplan in voorbereiding voor het gebied De
Zandzoom tussen Heiloo en Limmen.
Het plan voorziet onder andere in de bouw van meer dan 2000
woningen. Het plan zal in het najaar 2002 in de gemeenteraad kunnen
worden besproken. Voor ons geldt als harde randvoorwaarde dat
woningbouw alleen mogelijk is wanneer vaststaat dat er een
ontsluiting komt naar rijksweg A9.
Voor een gedeelte van het gebied de Zanderij is een gebiedsvisie in
voorbereiding. Ook hierover zullen eind 2002 of begin 2003 nadere
voorstellen volgen.
Terrein ziekenhuis Duin en Bosch
De mogelijke ontwikkelingen ten aanzien van de afbouw van
activiteiten maakt het noodzakelijk dat de gemeente op korte
termijn met een visie komt op de toekomst van dit gebied. In het
streekplan Kennemerland wordt ook aandacht aan de problematiek
geschonken: zo lezen wij onder meer dat de provincie het ziekenhuis
in opzet vergelijkbaar vindt met een buitenplaats, waarbij het
aanwezige groen zoveel mogelijk behouden moet worden. De provincie
geeft aan, dat in overleg met de gemeente zal worden nagegaan welke
nieuwe bestemming -die aansluit bij de structuur en de sfeer van
het terrein- aan deze locatie kan worden gegeven. Wonen en
hoogwaardige economische activiteiten liggen volgens de provincie
het meest voor de hand.
De Oosthoek te Limmen
Het centrum De Oosthoek te Limmen, onderdeel van het psychiatrisch
ziekenhuis
St. Willibrord te Heiloo, beëindigt haar activiteiten per 1
augustus 2002. De nog resterende activiteiten zullen waarschijnlijk
ondergebracht worden in Alkmaar, uiterlijk op 15 maart 2003.
De commissie sanering ziekenhuiswezen zal eerst onderzoek doen naar
mogelijk gebruik door een andere gezondheidsinstelling. Mocht de
conclusie zijn dat geen gezondheidsinstelling gebruik zal maken van
de locatie, dan komt verkoop aan de orde.
Het college heeft aangegeven belangstelling te hebben tot aankoop
van het complex.
Bestemmingsplannen
Wij verwachten dat het conceptbestemmingsplan voor delen van de
dorpskern Castricum in 2003 in procedure kan worden gebracht.
Ook voor de kern De Woude en het gebied Uitgeesterweg-Zuideinderweg
van de kern Limmen wordt de vaststelling van een bestemmingsplan in
2003 verwacht. Daarnaast wordt gewerkt aan een partiële herziening
plan buitengebied van de kern Limmen, met name gericht op
verbetering van het aanlegvergunningstelsel.
Ook in 2003 verwachten wij de vaststelling van een bestemmingsplan
voor het gebied Bonhoeffer College en omgeving en een hernieuwde
vaststelling van het plan d?Enterij.
Verder houden wij rekening met de voorbereiding van een herziening
van plan Duingebied, onder andere voor de aanpassing bij de camping
Bakkum en het strandgebied.
Voor de komende jaren staat een grootscheepse actualisering van
bestemmingsplannen op het programma. Wij onderzoeken daarbij de
digitalisering van bestemmingsplannen. Het is een wens van het rijk
dat in 2005 de meeste gemeenten invulling hebben gegeven aan het
vervaardigen van digitaal uitwisselbare ruimtelijke plannen.
Woningbouwprogrammering
Voor de kern Castricum is als uitleglocatie nog beschikbaar
deelplan A van het plan Albertshoeve. Het gaat om een beperkt
aantal woningen. Voor het overige kunnen alleen zogenoemde
inbreidingslocaties beschikbaar komen.
Gedeputeerde Staten hanteren voor Limmen en Akersloot een
contingenteringsbeleid en als gevolg hiervan gelden voor deze
kernen beperkte woningbouwmogelijkheden. Het gaat om 70 woningen
tot en met 2007. Hierbuiten vallen kwaliteitslocaties zoals locatie
Schilder te Limmen en woningbouw in de kern (maximaal 19 woningen)
De Woude.
Welstandsnota
Voor de voormalige gemeente Castricum was een concept-welstandsnota
gereed die in samenwerking met de Stichting Welstandszorg
Noord-Holland is opgesteld. De Stichting heeft ook een soortgelijke
opdracht gekregen voor de dorpskernen Akersloot en Limmen.
Wij hebben gekozen voor een integratie van de reeds beschreven en
de nieuwe gebieden en objecten. Hierdoor wordt de nieuwe gemeente
als één samenhangend gebied geanalyseerd en opnieuw ingedeeld in
vergelijkbare welstandsgebieden. Wij verwachten dat de concept-nota
medio 2003 gereed is voor inspraak en bestuurlijk overleg.
Handhaving
Besturen is ook handhaven. Daar waar de handhaving van de
bouwregelgeving in het bouwtoezicht al een plaats heeft, is het van
belang dat ook de handhaving van bestemmingsplannen, met name die
voor het buitengebied, op een adequaat niveau plaatsvindt.
Hetzelfde geldt voor de gebruiksvergunningen. Het is u bekend dat
we voor dit laatste eerst een inhaalslag moeten plegen. Een
afzonderlijk plan van aanpak wordt momenteel opgesteld.
Met goede handhaving maakt de gemeente duidelijk wat haar beleid
is. Goede handhaving draagt bij aan het daadwerkelijk bereiken van
beleidsdoelen. Rechtszekerheid en gelijke behandeling moeten
gewaarborgd zijn. Voor de handhaving van het ruimtelijk beleid is
het van groot belang dat er een duidelijk politiek draagvlak is.
Het consequent handhaven van bepaalde regels zal zijn weerslag
hebben op het maatschappelijk draagvlak en daarmee op de naleving
van de regels.
Wij bereiden een handhavingsnota voor waarbij ons streven is deze
nog in 2002 af te ronden.
Woonruimteverdeling
Over het samenwerkingsgebied woonruimteverdeling waarin de nieuwe
gemeente Castricum zal moeten functioneren is nog geen beslissing
genomen. Limmen en Akersloot vallen onder de woningmarkt van de
regio Noord-Kennemerland en Castricum valt onder de woningmarkt van
de regio IJmond.
Binnen twee jaar na de fusiedatum moet hierover een beslissing
genomen worden.
In de notitie die aan de stuurgroep CAL is aangeboden, zijn de
voorkeuren en wensen van de woningzoekenden en het aanbod van
woningen niet vermeld.
Om een juiste keus te kunnen maken moeten deze gegevens in kaart
worden gebracht.
Besloten is om Laagland-Advies dit onderzoek te laten verrichten.
De verwachting is dat het onderzoek in oktober 2002 zal zijn
afgerond.
Het besluit dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de
Provincie en VROM en tevens dient overleg plaats te vinden met de
gemeenten waarin de gemeente Castricum als woningmarkt zal gaan
participeren.
Wij streven naar afronding in de zomer van 2003.
In een woningmarkt hebben woningzoekenden gelijke rechten. Eigen
inwoners van een gemeente kunnen geen voorrang krijgen bij
toewijzing van woonruimte. Het is nu nog mogelijk om bindingseisen
te stellen. De verwachting is dat na het inwerkingtreden van de
nieuwe Huisvestingswet strengere normen worden gesteld aan het
hanteren van bindingseisen.