De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
TRCDL/2003/2959
datum
24-09-2003
onderwerp
Stand van zaken aanpassing beleid melkleasen
66-03-LNV
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Naar aanleiding van een vraag van de Vaste Commissie voor Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit in genoemde brief zal ik hieronder mijn
beleid voor het melkleasen uiteenzetten.
Terugblik op AO melkleasen van 23-6-2003
Tijdens de tweede termijn van het AO over melkleasen op 23 juni 2003
is het volgende afgesproken:
* De beperking van het volledig verleasen van melkquotum zal ingaan
na een overgangstermijn van drie jaar. De overgangstermijn gaat in
op 1 april 2004.
De hierboven genoemde overgangstermijn vervalt vanaf het moment
dat een nieuwe verordening voor de melkquotering in werking
treedt, als daarin het volledig verleasen niet is toegestaan.
* Ik zal onderzoeken in hoeverre er mogelijkheden zijn om bij het
opzeggen van een pachtovereenkomst de vergoeding voor de pachter
hoger te laten zijn dan de nu -op basis van vaste jurisprudentie-
gangbare 50% van de waarde van het quotum. Als randvoorwaarde
geldt daarbij dat beoordeeld moet worden in hoeverre een wijziging
kan leiden tot rechtsongelijkheid en in hoeverre een andere
verhouding redelijk en billijk is.
datum
24-09-2003
kenmerk
TRCDL/2003/2959
bijlage
Besluit Landbouwraad
In de Landbouwraad van juni hebben de Lidstaten overeenstemming
bereikt over een omvangrijk pakket van wijzigingen in het
Gemeenschappelijk Landbouw Beleid. Onderdeel van dit pakket is ook een
nieuwe Verordening voor de melkquotering. De verordening legt sterk de
nadruk op de actieve producent. Als producent slechts geldt de
melkveehouder die zelf melk produceert en op de markt brengt of
voorbereidingen treft dat op zeer korte termijn te gaan doen. Het
artikel over verhuur luidt als volgt:
Artikel 16
Tijdelijke overdracht
1. Aan het einde van elk tijdvak van twaalf maanden staan de
lidstaten voor het betrokken tijdvak de tijdelijke overdracht toe
van een deel van de individuele referentiehoeveelheid die de
producent die hierover beschikt, niet voornemens is te gebruiken.
De lidstaten kunnen de overdrachten regelen naar gelang van de
categorie producenten of de structuur van de melkproductie, ze
beperken op het niveau van de koper of binnen de regio, volledige
overdracht toestaan in de gevallen bedoeld in artikel 15, lid 3 1
, en bepalen in hoeverre de cedent overdrachten kan herhalen.
2. Elke lidstaat kan besluiten lid 1 niet toe te passen op grond van
één van of beide onderstaande criteria:
a. de noodzaak structurele ontwikkelingen en aanpassingen te
vergemakkelijken;
b. dringende redenen van administratieve aard.
Wat zegt deze bepaling nu?
Deze bepaling behelst dat totaalverhuur van de baan is. Voortaan mag
nog slechts een deel van het quotum worden verhuurd.
De uitzonderingssituatie als bedoeld in de tweede alinea van lid 1
biedt geen oplossing voor de totaalverhuurders. Zoals ik al in mijn
brief van 20 juni jl. schreef, is overmacht een uitzondering op de
regel dat verplichtingen moeten worden nagekomen en kan afwijking van
een verplichting op grond van overmacht of een daarop lijkend geval
slechts in zeer bijzondere omstandigheden worden toegestaan.
Het tweede lid van het artikel geeft de lidstaat de bevoegdheid in het
geheel geen verhuur van melkquotum toe te staan.
De nieuwe verordening voor de melkquotering, waarover de Landbouwraad
afgelopen juni heeft gesproken, behelst een fundamentele verandering
voor de verhuur van melkquotum. Zoals u ziet staat de Europese
Gemeenschap in het eerste lid van artikel 16 nog slechts de melklease
(tijdelijke overdracht) van een deel van de referentiehoeveelheid
(quotum) toe.
Daarmee is het beleid inzake de verhuur van een geheel quotum, dat de
afgelopen jaren is toegestaan, van de baan. Als gevolg van die
uitkomst kan ik niet aan de toegezegde overgangstermijn van 3 jaar
voldoen. Al tijdens het AO van 23 juni jl. heb ik hier uitdrukkelijk
voor gewaarschuwd.
Het onderzoek naar de (on)mogelijkheid tot herziening van de 50-50
waardeverdeling van het melkquotum bij het opzeggen van het
pachtcontract is gestart. Het onderzoek zal naar verwachting deze
winter beschikbaar komen.
Nationale invulling nieuwe Verordening
De nieuwe verordening over de melkquotering zal in Nederland
geïmplementeerd worden in een nieuwe Ministeriële regeling
superheffing. Bij deze implementatie zal de volgende systematiek in de
regeling worden vastgelegd.
* Het deel van het quotum dat mag worden verhuurd, bedraagt 30%.
Structurele verhuur van 30% van het quotum is in principe
toegestaan. Een melkveehouder die meer dan 30% van zijn quotum
wil verleasen zal dat niet kunnen, omdat leasecontracten die meer
dan 30% van het quotum beslaan niet door de Centrale Organisatie
Superheffing (COS) geregistreerd zullen worden. Het percentage van
30% is de pendant van de eis dat een producent ten minste 70% van
zijn quotum zelf moet gebruiken, waarover hierna meer.
* Zoals reeds eerder medegedeeld, heeft een lidstaat de bevoegdheid
te eisen van een producent dat hij ten minste 70% van zijn
melkquotum benut door zelf melk te produceren en op de markt te
brengen. Ik ga deze eis stellen vanaf 1 april 2004. De
belangrijkste reden hiervoor is een ondergrens te markeren voor
wat in mijn ogen nog een actief producent kan heten. Derhalve zal
in de nabije toekomst een melkveehouder alleen als een actieve
producent worden beschouwd, als hij minimaal 70% van zijn
melkquotum zelf produceert en op de markt brengt.
* Van degene die in een heffingsperiode minder dan 70% van zijn
quotum produceert, vervalt conform de Verordening het onbenut
gelaten deel van het quotum aan de nationale reserve. Als
bijvoorbeeld een melkveehouderij 30% van zijn quotum verleast en
hij melkt maar 60% van zijn oorspronkelijke quotum vol, dan
vervalt 40% van zijn oorspronkelijke quotum aan de nationale
reserve. Hij kan dit quotum echter op verzoek en onder bepaalde
voorwaarden terugkrijgen.
* Een melkveehouder die tijdelijk helemaal stopt met melken of
-thans ingeval van een totaalverhuurder- niet per 1 april 2004
direct met melken begint, raakt na de eerste heffingsperiode (van
1 april 2004 tot en met 31 maart 2005) zijn gehele quotum kwijt
aan de nationale reserve. Als hij echter binnen 24 maanden nadien
(voor 31 maart 2007) weer begint met melken dan kan hij het quotum
op verzoek en onder voorwaarden weer terug krijgen.
De voorwaarden zijn in ieder geval dat de producent weer gaat
melken en minimaal 70% van zijn quotum produceert.
* Qua procedure denk ik nu aan het volgende. Uiterlijk een bepaalde
periode voor het einde van de 24 maanden termijn geeft de
melkveehouder te kennen dat hij weer gebruik wil gaan maken van
zijn (aan de nationale reserve toegevallen) quotum. Het COS zet
het quotum dan met ingang van het volgende quotumjaar (1 april
2007 tot en met 31 maart 2008) voorwaardelijk op zijn naam. De
belangrijkste voorwaarde voor het weer definitief op zijn naam
krijgen van het quotum is dat hij in dat jaar (2007/2008) weer
minimaal 70% van zijn melkquotum zelf produceert.
* Een melkveehouder die gaat stoppen met melken kan in het
quotumjaar waarin hij stopt het quotum onbenut laten, als hij het
quotum maar uiterlijk in december van dat jaar verkoopt. Ik zal
bezien of de uiterste termijn voor de registratie van verkoop van
quotum kan worden uitgesteld tot maart 2005.
Informatie uit het Verenigd Koninkrijk en Ierland
Eerder berichtte ik u al dat totaalverhuur ook in Ierland en het
Verenigd Koninkrijk voorkomt. U vroeg mij naar de stand van zaken in
die lidstaten. Navraag omtrent de situaties in het Verenigd Koninkrijk
en Ierland heeft het volgende geleerd.
In het Verenigd Koninkrijk zal het quotum van de niet-producerende
quotahouders in beslag genomen worden als men het niet vóór 31 maart
2004 verkocht heeft. Uit data van het Rural Payment Agency kan worden
afgeleid dat het grootste deel van de niet-producenten hun quota nu al
heeft verkocht.
In Ierland is men al sinds 2000 bezig het melkleasen te beperken. De
onrust onder de boeren is daardoor niet zo sterk meer als enige jaren
geleden. Ierland zal per 1 april aanstaande voldoen aan de nieuwe
Verordening. De verhuur van een geheel quotum zal dan niet meer
mogelijk zijn.
Boerderijzuivelbereiders
Tijdens het vorig algemeen overleg vroeg u ook naar de situatie bij de
boerderijzuivelbereiders. Toen meldde ik u dat er een gerechtelijke
procedure loopt van vier melkveehouders tegen de Staat en het
Productschap Zuivel. Inmiddels heeft het Gerechtshof uitspraak gedaan,
waarbij de overheid volledig in het gelijk is gesteld. De eventuele
nota's met verschuldigde superheffing zijn verzonden aan de bedrijven
die het betreft. Enkelen hebben daartegen al bezwaar gemaakt.
Afgewacht moet worden hoe dat verder zal aflopen.
Tot slot
Op de fiscale aspecten van de melkquota wordt in deze brief verder
niet ingegaan. Hierop zal het Ministerie van Financiën ingaan middels
de antwoorden op de Kamervragen van de leden Van Loon-Koomen en Atsma
(beiden CDA).
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
dr. C.P. Veerman
1 Gevallen waarin inactiviteit wordt geaccepteerd 'in geval van
overmacht en in deugdelijk gemotiveerde en door de bevoegde
autoriteiten erkende gevallen die tijdelijk de productiecapaciteit van
de betrokken producenten beïnvloeden'
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit