Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

http://www.minbzk.nl

Geen verplichte binnengemeentelijke decentralisatie

DEN HAAG, 25 SEPTEMBER 2003 - De Raad voor het openbaar bestuur en Raad voor de financiële verhoudingen hebben gezamenlijk advies uitgebracht over binnengemeentelijke decentralisatie (deelgemeenten, wijk- en dorpsraden). Om het advies was vorig jaar gevraagd door de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mr. K.G. de Vries. Hij overwoog aanscherping van het beleid ten aanzien van binnengemeentelijke decentralisatie en vroeg zich af of in nader te bepalen gevallen gemeenten verplicht zouden moeten worden tot het instellen van deelgemeenten of wijk- en dorpsraden.

Beide Raden spreken zich uit tegen verplichte richtlijnen. Zij achten het wel van groot belang dat gemeenten zich bezinnen op de (on)wenselijkheid van binnengemeentelijke decentralisatie en zich expliciet daarover uitspreken. De Raden zijn van mening dat de burgemeester hierop moet toezien en bepleiten daartoe aanpassing van de Gemeentewet.

De Raden voeren drie argumenten aan tegen verplichte richtlijnen. Ten eerste: de uiterst complexe relatie tussen de schaal en de kwaliteit van bestuur. Er is geen rechtlijnig verband tussen schaalgrootte en kwaliteit van het bestuur: klein is niet altijd mooi en groot is niet altijd lelijk. Er zijn goede argumenten om de schaal van het lokaal bestuur te vergroten (bijv. efficiënte dienstverlening), maar de optimale schaal kan per beleidsterrein verschillen. Er zijn ook goede argumenten om aan schaalverkleining te doen (bijv. grotere toegankelijkheid van het bestuur voor de burgers), maar er valt ook af te dingen op het democratisch gehalte van kleinschalig bestuur en in bepaalde opzichten functioneert grootschalig bestuur beter. Efficiënte dienstverlening en democratisch functioneren kunnen verschillende, soms tegenstrijdige, eisen stellen aan de omvang van het lokaal bestuur, terwijl beide van groot belang zijn voor de legitimiteit van het bestuur.

Ten tweede geven de talrijke en uiteenlopende initiatieven die gemeenten momenteel ontplooien om de afstand tussen burgers en bestuur te verkleinen geen aanleiding tot het dwingend voorschrijven van één of enkele vormen van binnengemeentelijke decentralisatie. Al die initiatieven (wijkbeheer, wijkplatforms, deelgemeenten, wijk- en dorpsraden, ambtelijke deconcentratie, interactieve projecten etc.) vragen om uitwisseling van ervaringen en vergelijkend evaluatieonderzoek, niet om blauwdrukken van bovenaf. Zolang niet onomstotelijk vaststaat dat een bepaalde vorm van binnengemeentelijke decentralisatie superieur is aan andere zijn verplichte richtlijnen uit den boze.

Ten derde achten beide Raden binnengemeentelijke decentralisatie een zaak van lokale autonomie. Het is primair de verantwoordelijkheid van het lokaal bestuur. In dit verband verwijzen beide Raden naar het in het Europees Handvest inzake lokale autonomie verankerde decentralisatiebeginsel.