Actueel

Uitlevering Zwolse disc-jockey naar de VS niet onrechtmatig
Bron: Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum actualiteit: 25-09-2003

's-Gravenhage, 25 september 2003 - Het Gerechtshof 's-Gravenhage heeft vandaag uitspraak gedaan in een tweetal zaken over de uitlevering van twee Nederlanders aan de Verenigde Staten van Amerika. Tegen hen bestond in de VS verdenking van betrokkenheid bij XTC-handel vanuit Nederland naar de VS.

De rechtbank besliste eind 2001 dat de Staat beide personen naar de VS mocht uitleveren. Nog voordat hun hoger beroep tegen die beslissing bij het gerechtshof aanhangig was heeft hun uitlevering plaatsgevonden. De betrokkenen zijn inmiddels in de VS tot gevangenisstraffen van 5 en 8 jaar veroordeeld en vervolgens weer naar Nederland overgebracht, waar hun straf in overeenstemming wordt gebracht met de Nederlandse maatstaven.

Veroordeling in de proceskosten
Het hof heeft beslist dat nu, in hoger beroep, geen belang meer bestaat bij het gevraagde verbod van de Staat om tot uitlevering over te gaan. Daarom gaat de zaak alleen nog om de vraag of de president van de rechtbank K. en Van der P. terecht in de proceskosten heeft veroordeeld.
Het belangrijkste argument van K. en Van der P. tegen hun uitlevering was dat er onvoldoende garantie bestond dat zij na veroordeling in de VS weer naar Nederland mochten terugkeren om hier hun straf te ondergaan en verder dat zij door de slechte situatie in de gevangenissen in de VS dreigden te worden blootgesteld aan onmenselijke behandeling, met name aan verkrachting door medegedetineerden en - daardoor - aan besmetting met aids.

Geen garantie op terugkeer na berechting in verdrag Het hof komt tot de conclusie dat de president indertijd de Staat terecht niet heeft verboden tot uitlevering over te gaan. Daarbij overweegt het dat de Staat geen garantie van de VS kan verlangen dat de Nederlanders na hun berechting naar Nederland zullen kunnen terugkeren, omdat het uitleveringsverdrag tussen Nederland en de VS niet een dergelijke verplichting voor de VS inhoudt. Overigens meent het hof dat er van mag worden uitgegaan dat de VS zich in feite aan in het diplomatiek verkeer gedane toezeggingen houden en personen die aan de VS uitgeleverd en daar veroordeeld zijn toestaan naar Nederland terug te keren om hun straf, na aanpassing aan de Nederlandse maatstaven, in Nederland te ondergaan.

Mensenrechten
Verder blijkt volgens het hof voldoende uit allerlei publicaties die K. en Van der P. hadden overgelegd dat de situatie in sommige gevangenissen in de VS bijzonder slecht is en mogelijk in strijd met het mensenrecht van gedetineerden op bescherming tegen onmenselijke behandeling. Dat wil volgens het hof echter niet zeggen dat er gemiddeld in alle strafinrichtingen in de VS flagrante inbreuk op mensenrechten dreigt. Daarom was er geen sprake van dat K. en Van der P. een reëel risico liepen op een behandeling in de VS die in flagrante strijd is met mensenrechten. K. en Van der P. zijn om die redenen in hun hoger beroep in het ongelijk gesteld.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AL1732

Zie het origineel http://www.rechtspraak.nl/act...t_id=13186&i=&ti=