Den Haag, 25 september 2003
Bijdrage van Van Dam (PvdA) aan het plenaire debat over auteurswet inzake de thuiskopie - 25 september 2003
Voorzitter,
Zojuist heb ik gesproken over burgerrechten op internet en daarbij het auteursrecht genoemd als voorbeeld waar de gevestigde belangen steeds zwaarder en de belangen van burgers steeds minder zwaar lijken te wegen. Dat speelt momenteel vooral op Europees niveau, net als in de VS.
In Nederland hebben wij sinds de uitvinding van de magneetbanden een individueel recht op kopiëren gekend. Ten eerste omdat er geen sprake is van een commerciële exploitatie, ten tweede omdat handhaving in de privé-sfeer onwenselijk is.
Inmiddels is de techniek zover gevorderd dat informatie eenvoudig kan worden gekopieerd en gedistribueerd. Volgens de economische theorie is daarmee een muziek- of filmbestand niks meer waard. Nederland houdt, net als vele andere landen deze waarde kunstmatig in stand via auteurswetgeving. Het privé kopiëren wordt terecht geaccepteerd en wordt afgekocht middels een heffing op producten die bestemd zijn voor beeld- en geluidsopnamen. Deze heffing is recent ook ingevoerd op DVD-R's. Voor 4,7 Gigabyte moet je een billijke vergoeding van 1 euro betalen. Minder dan een tiende eurocent per mp3. Blijkbaar is de billijke vergoeding in overeenstemming gebracht met de economische realiteit. In heel Europa speelt echter de discussie over de uitbreiding van deze heffing tot andersoortige producten. Ik wil graag weten welke opstelling de minister inneemt in dit debat. De thuiskopievergoeding leidt tot aanzienlijke administratieve lasten. Dat blijkt ook weer uit dit voorstel. Om die administratieve lasten te beperken, hebben wij een amendement ondertekend dat de strekking van dit wetsvoorstel beperkt.
Wezenlijker is echter de discussie over de toekomst van die thuiskopievergoeding. Ik voel weinig voor een uitbreiding van de thuiskopievergoeding tot een generieke heffing op elektronica. Tegelijk hecht ik zeer aan het handhaven van het recht op de privé-kopie. Het bestaansrecht van de huidige regeling durf ik te betwijfelen. Daarmee staat voor mij het voortbestaan van de thuiskopievergoeding ter discussie en ik besef me terdege dat ik daarmee de discussie over de houdbaarheid van het huidige auteursrecht aanzwengel. Et voert te ver om die discussie nu volledig te voeren, dus we treffen elkaar nog wel op een later moment, maar ik stel het in elk geval op prijs om de visie van de minister op de toekomst van de thuiskopievergoeding te horen.
---- --
Partij van de Arbeid