KNMG
Advies CTG brengt zorgvuldige euthanasie in gevaar
Als gevolg van het advies van het College Tarieven Gezondheidszorg
(CTG) voor de financiering van de euthanasie verliezen SCEN-artsen
(die in de euthanasieproblematiek zijn gespecialiseerd om
collega-artsen goed te kunnen adviseren) hun onafhankelijkheid. Dit
brengt de zorgvuldige euthanasieprocedure in gevaar.
Dit schrijft de KNMG in een brief aan staatssecretaris Ross van
Volksgezondheid in reactie op een advies van het College Tarieven
Gezondheidszorg (CTG).
Het CTG stelt voor dat artsen die collegas voorzien van de vereiste
second opinion (artsen van het project Steun en Consultatie bij
Euthanasie in Nederland, SCEN), hun kosten voortaan declareren bij de
behandelend arts die zijn advies heeft gevraagd. Tot nu toe worden
SCEN-artsen rechtstreeks vanuit het gesubsidieerde SCEN-project voor
hun diensten betaald, zodat de behandelend arts geen financiële
relatie heeft met de adviserende arts. De KNMG gaat ervan uit dat de
financiële verhouding tussen de adviesvragende arts en de
adviesgevende arts een door de wet voorgeschreven onafhankelijke
beoordeling van de euthanasieprocedure in de weg kan staan. Op grond
van ervaringen valt niet uit te sluiten dat dergelijke relaties van
invloed zijn op de second opinion. De KNMG acht het daarom uitermate
onverstandig de ingrijpende besluitvorming bij euthanasie te belasten
met de financiële handelingen tussen adviesvrager en -gever.
Het project SCEN van de KNMG waarborgt de deskundigheid, kwaliteit en
onafhankelijkheid van de consulenten, waarmee maximaal wordt
tegemoetgekomen aan de eisen die de wet aan de euthanasieprocedure
stelt. SCEN-artsen geven zon vijf- tot tienmaal per jaar hun oordeel
over een verzoek en de zorgvuldigheid van een euthanasieprocedure.
Verder wijst de KNMG het af dat zorgverzekeraars inzage krijgen (via
de declaratie van de behandelend arts) in wie om euthanasie hebben
verzocht. In dergelijke privacygevoelige aangelegenheden is het
volstrekt ongewenst dat informatie bij derden belandt.