Erasmus Universiteit Rotterdam
Goede bedrijfsresultaten door eigen kunnen, slechte resultaten door de
omgeving
Bedrijven blijken in hun jaarverslagen goede uitkomsten in grote mate
toe te schrijven aan interne factoren, vooral indien de onderneming
gunstige resultaten heeft gerealiseerd. Externe factoren voor slechte
uitkomsten worden vooral aangedragen in jaren die vanuit
ondernemingsprestaties als ongunstig moeten worden gezien.
Zelfs indien ondernemingen relatief gesproken slecht presteerden,
trachtten zij toch nog positieve informatie te presenteren. Dit blijkt
uit het dissertatieonderzoek van Reggy Hooghiemstra 'De presentatie
van ondernemingsresultaten: culturele verschillen in zelfpresentatie
in het jaarverslag'. Hij verdedigt zijn dissertatie aan de Erasmus
Universiteit Rotterdam op donderdag 25 september 2003.
De zelfpresentatie in jaarverslagen staat centraal in de studie van
Hooghiemstra. Hij onderzocht of bestuursvoorzitters (CEO's) in hun
'Bericht aan de aandeelhouders' ondernemingsresultaten op een
zelfzuchtige manier verklaren (self-serving bias). Dit houdt in
dat goede resultaten, zoals stijgende winsten, vooral aan het
management worden
toegeschreven (self-enhancement), terwijl de schuld van tegenvallende
resultaten, als dalende winsten of groeiende verliezen, wordt gelegd
bij factoren in de omgeving (self-protection).
Naast het vaststellen van een dergelijke vertekening, richt het
onderzoek zich op mogelijke
culturele verschillen in de mate waarin de self-serving bias zich in
jaarverslagen van
Amerikaanse, Japanse en Nederlandse ondernemingen voordoen.
Het onderzoek van 278 jaarverslagen van Nederlandse Amerikaanse en
Japanse bedrijven
laat zien dat bestuursvoorzitters (CEO's), ongeacht hun afkomst,
krediet nemen voor goede
ondernemingsresultaten door deze in grotere mate aan interne factoren
(ofwel factoren die
zij kunnen beïnvloeden) dan aan externe factoren toe te schrijven. In
het onderzoek komt naar voren dat de Amerikaanse en Japanse
bestuursvoorzitters weigeren schuld op zich te nemen voor
tegenvallende resultaten door deze in grotere mate aan externe dan aan
interne factoren toe te schrijven. Er zijn ook duidelijke verschillen
tussen de landen. Ten eerste blijken de Amerikaanse CEO's in sterkere
mate dan hun Japanse en Nederlandse collega's geneigd te zijn
positieve uitkomsten aan eigen kunnen toe te schrijven.De
Nederlandse
bestuursvoorzitters zijn niet geneigd teleurstellende resultaten
systematisch aan externe factoren te wijten. Net als hun Belgische
collega's schrijven zij slechte resultaten in grotere mate toe aan
interne dan aan externe factoren.
Een andere opvallende uitkomst heeft betrekking op de sterke mate
waarin Japanse managers slechte ondernemingsprestaties aan de omgeving
wijten. In tegenstelling tot eerder onderzoek, waarin schuldbewustheid
onder Japanners voor tegenvallende resultaten werd aangetoond. Een
mogelijke verklaring betreft de Azië Crisis, die een legitieme en
geloofwaardige reden vormde om tegenvallende ondernemingsresultaten
aan toe te schrijven.
Een andere reden kan zijn dat vertekeningen die erg sterk onder
studenten c.q. jonge mensen aanwezig zijn afzwakken naarmate men ouder
en meer ervaren wordt. Dit onderzoek van Hooghiemstra lijkt een en
ander te bevestigen.
Promotoren: prof.dr. L.G. van der Tas RA, Bedrijfskunde (EUR), en
prof.dr. A.Th. H. Pruyn,
Marketingcommunicatie en consumentengedrag (UT)
Noot voor de pers
Promotie 25 september 2003, 16.00 uur
Plaats: Woudestein, Senaatszaal
Meer informatie:
Erasmus Universiteit Rotterdam
Rotterdam School of Management
Bas Schreiner
Communicatie& Externe Betrekkingen
0 10 408 18 31, bschreiner@fbk.eur.nl
De dissertatie is verschenen in gedrukte vorm in de ERIM-reeks (no.
25) en tevens
elektronisch: http://hdl.handle.net/1765/1
Zie ook www.erim.eur.nl
24 sep 03 12:49