Inspectie van het Onderwijs
Homoseksualiteit op school
Dit is een gezamenlijk persbericht van de Algemene Onderwijsbond
(AOb), het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum (APS), het COC Nederland
en de Inspectie van het Onderwijs
Utrecht/Amsterdam, 23 september 2003. Homoseksuele en lesbische
docenten hebben vaker last van ongepaste nieuwsgierigheid naar hun
privé-leven dan hun heteroseksuele collega. Ook krijgen zij hierover
vaker spottende opmerkingen te horen. Van collegas, maar vooral van
leerlingen. Dit begint al op de basisschool en komt het meest voor op
VMBO scholen. Op scholen met duidelijke regels over omgangsvormen en
een gericht diversiteitbeleid wordt homoseksueel onderwijspersoneel
aanmerkelijk minder vaak gediscrimineerd. Dit zijn enkele uitkomsten
van het onderzoek .Beter voor de klas, beter voor de school.,
uitgevoerd in opdracht van de AOb, het APS en het COC.
Minister Van der Hoeven ontvangt dit rapport donderdag 25 september
uit handen van AOb-voorzitter Walter Dresscher en COC-voorzitter Henk
Beerten. Vervolgens biedt de Inspecteur-Generaal van het Onderwijs,
Kete Kervezee, de brochure .Iedereen is anders. aan. Het onderzoek
vond plaats in het kader van Enabling Safety for LesBiGay Teachers,
een project dat mede mogelijk gemaakt wordt door het Europees Sociaal
Fonds en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Dit onderzoek, het eerste in zijn soort, brengt de werkbeleving van
homoseksueel en lesbisch onderwijspersoneel in kaart en vergelijkt dit
met de werkbeleving van hun heteroseksuele collegas. Het onderzoek
toont aan dat homoseksueel onderwijspersoneel op scholen met een
duidelijk seksueel diversiteitbeleid beter functioneert en minder last
heeft van discriminatie, dan het personeel op scholen waar dit beleid
ontbreekt.
Vijftien procent van de homoseksuele werknemers in het onderwijs praat
nooit over persoonlijke zaken die met homoseksualiteit te maken
hebben. Biseksuelen blijken helemaal niet te praten over hun seksuele
geaardheid. Docenten die wel .uit de kast. gekomen zijn ervaren het
toch nog als bijna onmogelijk om er in de klas over te praten of om op
het schoolplein de partner een afscheidskus te geven. Ook geven zij
aan dat hun gezagsrol in de klas nogal eens belemmerd wordt door de
houding van de leerlingen tegenover hun seksuele voorkeur. Twaalf
procent van de mannen en vier procent van de vrouwen geeft aan vanwege
hun seksuele geaardheid wel eens voor een baan in het onderwijs
geweigerd te zijn
Duidelijk beter gaat het op scholen die een gericht diversiteitbeleid
voeren. Voor leerlingen is het van belang dat er heldere regels zijn
omtrent omgangsvormen en dat onacceptabel gedrag direct wordt
aangepakt. Verder heeft het positieve invloed op de werkbeleving van
homoseksueel onderwijspersoneel als naast de leerlingen ook de ouders
en de collegas direct aangesproken worden als zij zich intolerant,
kwetsend of discriminerend gedragen. Op scholen die zorgdragen voor
bovengenoemde aspecten hebben niet alleen homoseksuele mannen en
vrouwen een betere psychische en lichamelijke gezondheid, maar blijkt
ook heteroseksueel personeel een positievere werkbeleving en een
betere psychische en lichamelijke gezondheid te hebben.
De Inspectie van het Onderwijs onderstreept het belang van een veilig
schoolklimaat. Zij gaat dan ook het toezicht op het veiligheidsbeleid
en specifiek op homodiscriminatie verscherpen. Alle scholen krijgen
hierover van de inspectie de brochure .Iedereen is anders.
toegestuurd.
Naast het rapport bieden de AOb, de APS en het COC ook de brochure
.Een regenboog van kansen. aan de minister aan. Hierin committeren
onderwijsorganisaties zich aan de bestrijding van homodiscriminatie.
Nadere informatie en interviewverzoeken:
- Algemene Onderwijsbond (AOb): Marc Mathies
T: 030-298 92 10 of 06-53 41 01 59, E: mmathies@aob.nl
- Algemeen Pedagogisch Studiecentrum (APS): Frits Prior
T: 030-285 67 20 of 06-25 05 16 26, E: f.prior@aps.nl
- COC Nederland: René van Soeren
T: 020-623 45 96 of 06-21 85 75 40, E: rvansoeren@coc.nl
- Inspectie van het Onderwijs: Jelka de Bruin
T: 030-669 05 23 of 06-55 89 27 15, E: j.debruin@owinsp.nl
Inspectie van het Onderwijs