Speech van Staatssecretaris Van Geel van VROM op het 5 jarig jubileum
van de Nederlandse Vereniging verwijdering Metalelectro Producten
(NVMP) op dinsdag 23 september 2003.
Toen de NVMP in 1998 werd opgericht was de gedachte dat samenwerken
loont, bij het inzamelen en verwerken van afgedankte elektrische
apparaten. Dat idee bleek te kloppen, kunnen we 5 jaar en ongeveer 3
miljoen koelkasten verder vaststellen. De NVMP-structuur bleek zelfs
efficiënter dan industrie en overheid vooraf hadden ingeschat. De
inzamelresultaten zijn goed, en de kosten relatief laag.
Ook in het buitenland is dat niet onopgemerkt gebleven. Er wordt daar
gesproken over het "Dutch model". Het is dan ook zeker geen toeval dat
de regelgeving op Europees niveau verdacht veel lijkt op het
Nederlandse Besluit verwijdering wit- en bruingoed. Reden genoeg dus
om iedereen die aan het succes van de NVMP heeft bijgedragen te
bedanken en te feliciteren.
Er komt echter alweer een nieuwe uitdaging op ons af: de Europese
richtlijn voor afgedankte elektrische apparaten treedt binnenkort in
werking. Het is een spannende tijd, nu bedrijven, organisaties en
lidstaten zich opmaken voor de richtlijn. Het zou kunnen dat we worden
geconfronteerd met de wet van de remmende voorsprong. Maar ik denk
eerder dat de schaalvergroting die de Europese ontwikkelingen
veroorzaakt nieuwe kansen biedt, zeker voor organisaties als de NVMP.
Ik ben benieuwd hoe u daarmee omgaat.
Gelukkig heeft Nederland een uitstekende uitgangspositie, door onze
efficiënte structuur. De NVMP heeft veel ervaring, die van onschatbaar
belang is voor de sector. Mede op initiatief van de NVMP is het WEEE
executive forum opgericht: een overlegplatform van
uitvoeringsorganisaties voor terugname en herverwerking van wit- en
bruingoed uit verschillende Europese landen. De NVMP speelt een
belangrijke rol in het forum, dat een uitstekende plek is om expertise
te delen.
Dat hoeft trouwens niet belangeloos te gebeuren. De kennis van
inzameling en verwerking van wit- en bruingoed is een waardevol
exportartikel.
Naast de nieuwe Europese richtlijn ligt er nog een andere uitdaging.
Het Nederlandse systeem, dat nu nog collectief van aard is, moet
hybride worden. Het moet grote Europese bedrijven de ruimte bieden om
het beheer van de door hen op de markt gebrachte apparaten zelf te
regelen.
De achtergrond hiervan is dat steeds meer producenten duurzaam
produceren als een vanzelfsprekendheid beschouwen. Daarvoor hebben ze
verschillende redenen; een oprecht milieubewustzijn, de druk van de
consumenten, of regelgeving.
Een deel van deze duurzame producenten vindt het huidige collectieve
systeem van inzameling en verwerking geen goede stimulans voor design
for recycling. Ze zien meer in individuele systemen, waarbij een
producent organisatorisch en financieel verantwoordelijk is voor de
producten die hij op de markt brengt. Logisch, want de opbrengsten van
design for recycling zijn in een individueel systeem voor het bedrijf
dat erin investeert.
Als staatssecretaris van duurzaamheid vind ik zulke individuele
systemen een serieuze optie. Maar er zitten natuurlijk ook nadelen
aan. Vooral op het logistieke vlak scoort één grootschalig collectief
systeem als het huidige NVMP-systeem nu eenmaal beter dan meerdere
kleinschalige systemen naast elkaar.
Het is dus de kunst om de voordelen van beide systemen te combineren:
de efficiency van een collectieve infrastructuur en het design for
recycling van individuele systemen.
Om dat voor elkaar te krijgen zal er nog veel moeten gebeuren. Er moet
een antwoord komen op vragen als: wat ga je belonen: producten die
snel en gemakkelijk zijn te ontmantelen, of producten die zo min
mogelijk milieu-onvriendelijke materialen bevatten? En hoe
automatiseer je de herkenning van producten van verschillende merken.
Aan de antwoorden op die vragen wordt nu al gewerkt, zoals de heer
Stevels hiervoor uiteenzette.
Dames en heren,
In elk geval heeft de industrie in de afgelopen vijf jaar een enorme
prestatie geleverd met het beheer van afgedankte apparaten. Ik heb er
alle vertrouwen in dat u dat succes verder uit zal bouwen. En ik hoop
dat u er in zult slagen het NVMP-systeem verder te verfijnen, met meer
mogelijkheden voor individuele producenten.
Ik wens u daarbij veel succes.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer