Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
VVA. 2003/1818
datum
17-09-2003

onderwerp
Eindrapport surveillance rundertuberculose
TRC 2003/7023

bijlagen

---

Geachte Voorzitter,

Per brief van 6 september 2000 (Kamerstukken II, 1999-2000, 26800, XIV, nr. 125) is door mijn ambtsvoorganger toegezegd de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van het onderzoek inzake de bewaking van rundertuberculose. Het eindrapport 'Modelstudie surveillance rundertuberculose' is op 1 mei jl. door ID-Lelystad (ID) en de Wageningen Universiteit (WUR) opgeleverd. Hierbij bied ik u het eindrapport aan (bijlage 1).

Aanleiding voor dit onderzoek was de uitbraak van rundertuberculose in het najaar van 1999 op een melkveebedrijf te Agelo, waarbij 68% van de aanwezige dieren besmet bleek te zijn. Daaruit is de vraag naar voren gekomen of de huidige visuele keuring na het slachten, als diagnostische methode voor het opsporen van rundertuberculose, toereikend is. De doelstelling van dit onderzoek is drieledig: het analyseren van de uitbraak van 1999, het ontwikkelen van een epidemiologisch model en vervolgens het ontwikkelen van een economisch model ter bepaling van het optimale bewakingsprogramma.

datum
17-09-2003

kenmerk
VVA. 2003/1818

bijlage

Rundertuberculose
Van een explosieve verspreiding, zoals bij voorbeeld bij Mond- en Klauwzeer, is bij rundertuberculose geen sprake. Rundertuberculose is in het algemeen niet besmettelijk. Alleen als er sprake is van 'open' tuberculose is een geïnfecteerd dier besmettelijk voor zijn omgeving. Het kan zeer lang duren voordat er sprake is van dit 'open' stadium, het is ook mogelijk dat een geïnfecteerd dier nooit het 'open' stadium bereikt. Nederland heeft binnen de EU de officiële rundertuberculose-vrije status. Er worden slechts zelden besmette runderen aangetroffen tijdens de controle van deze status. Hierbij blijft Nederland binnen de gestelde grenzen.

Onderzoeksresultaten
Er zijn in het bovengenoemde rapport verschillende bewakingsmethoden vergeleken, te weten slachthuisbewaking, tuberculinatie en het tankmelkonderzoek.

Uit de resultaten blijkt dat bij slachthuisobservatie de kans op het detecteren van een besmetting klein is, maar dat de grootte van een uitbraak op het moment van detectie beperkt blijft. Een uitbreiding van de huidige bewaking met tuberculinatie of tankmelkonderzoek zal resulteren in eerdere detectie van een uitbraak. Hier staan echter zeer hoge kosten tegenover. Terwijl de opbrengst van eerder detecteren, te weten beperking van de grootte van de uiteindelijke uitbraak, gering is gezien de trage verspreiding van de ziekte.

De einddiscussie in het rapport geeft mij aanleiding om, op basis van epidemiologische en economische evaluatie, de voorkeur te geven aan de slachthuisobservatie in zijn huidige vorm.

Resultaten overleg met het bedrijfsleven
De resultaten van het onderzoek zijn besproken met het bedrijfsleven. Tijdens het overleg is door het aanwezige bedrijfsleven (LTO, NZO, NMV) geadviseerd om de rundertuberculosebewaking in de huidige vorm, conform de EU-eisen, te handhaven. Mede omdat de kans op verlies van de officiële vrijstatus, bij gelijkblijvende omstandigheden, als zeer gering wordt ingeschat, en omdat de huidige surveillance conform de eisen van de EU is.

Conclusie
Op basis van de uitkomsten van het onderzoek ben ik tot de conclusie gekomen dat de noodzaak tot de inzet van verbeteringen of extra testen bij gelijk blijvende omstandigheden afwezig is. Daarom heb ik besloten om de bewaking van rundertuberculose in de huidige vorm conform de EU-eisen, voort te zetten.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

Bijlage:
Eindrapport 'Modelstudie surveillance rundertuberculose' (PDF-formaat,
Voor downloaden van PDF-bestanden: Zie het origineel http://www.minlnv.nl/infomart...2003/par03259.htm
1087 Kb)


---