De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
VVA. 2003/2728
datum
17-09-2003
onderwerp
Stand van zaken afhandeling Aviaire Influenza
TRC 2003/5145
bijlagen
Geachte Voorzitter,
In deze brief wil ik u informeren over de laatste stand van zaken
inzake de afhandeling van de vogelpestcrisis. Dit in reactie op uw
brief van 9 september jl. waarin u verzoekt op een aantal specifieke
punten te worden geïnformeerd. Hieronder ga ik op deze punten nader in
waarbij ik aansluit bij de nummering in uw brief.
datum
17-09-2003
kenmerk
VVA. 2003/2728
bijlage
1. Het aantal besmette, geruimde en overige gedupeerde bedrijven
In totaal is op 255 locaties een besmetting met Aviaire Influenza
vastgesteld. Hierbij gaat het in 22 gevallen om niet-commerciële
pluimveehouders. Deze locaties zijn zoals bekend allemaal geruimd.
Daarnaast zijn 1094 locaties preventief geruimd. In totaal gaat het
dan om 1349 locaties van 1145 bedrijven. In het gebied van de Gelderse
Vallei en Beneden Leeuwen gaat het om 882 geruimde locaties, in het
gebied Nederweert om 423 locaties en in de rest van Nederland om 44
locaties. In totaal zijn 109 bedrijven geruimd vanuit welzijnsoogpunt.
Verder is bij broederijen schade ontstaan vanwege het stilzetten van
broedmachines. Voorts is het pluimvee van 16.490 hobbyhouders geruimd.
Het totaal aantal vanwege Aviaire Influenza geruimde dieren bedraagt
30,7 miljoen.
Naast de bedrijven die vanwege de ruimingen direct zijn getroffen,
hebben ook andere bedrijven de nadelige gevolgen van de crisis
ondervonden. Exacte aantallen zijn mij echter niet bekend. Het
noodfonds is in beginsel ook voor deze bedrijven opengesteld.
2. De financiële consequenties voor het Rijk, de bijdrage van de
Europese Unie en de stand van zaken ten aanzien van de financiële
afwikkeling
De kosten van de uitbraak van Aviaire Influenza worden gefinancierd
door het bedrijfsleven, de nationale overheid en door de Europese
Unie. De totale kosten bedragen circa EUR 270 miljoen. De bijdrage van
het bedrijfsleven bedraagt zoals vastgelegd in het
Diergezondheidsconvenant EUR 11,3 miljoen terwijl de EU 50% van de
kosten van de schadeloosstellingen vergoedt en 50% van een deel van de
uitvoeringskosten, namelijk de kosten van taxeren, ruimen, ontsmetten
en destructie.
Op basis van de EU-regels moet de declaratie voor schadeloosstellingen
van de geruimde dieren uiterlijk 22 oktober 2003 zijn ingediend en de
declaratie voor de uitvoeringskosten uiterlijk 22 februari 2003. Met
de EU zijn nog besprekingen gaande om de kosten van de
schadeloosstellingen en de uitvoeringskosten in de buffergebieden ook
voor vergoeding in aanmerking te laten komen.
Ten aanzien van de financiële afwikkeling geldt dat 1145 getroffen
bedrijven een schadevergoeding voor dieren en producten hebben
ontvangen. Daarnaast is aan 109 bedrijven een vergoeding verstrekt in
het kader van de welzijnsopkoopregeling van dieren. Via het PVE hebben
11 bedrijven een vergoeding ontvangen voor broedeieren. Tenslotte is
aan 16.490 houders van hobbydieren en vergoeding voor de geruimde
dieren verstrekt.
3. Het aantal aanvragen uit het Noodfonds en het aantal gehonoreerde
aanvragen inclusief bedragen
In het kader van het Noodfonds zijn (stand van zaken per 9 september
2003) 82 aanvragen ingediend. Hiervan zijn er 20 afgerond waarvan er
14 zijn gehonoreerd. Met het honoreren van deze 14 aanvragen is een
bedrag gemoeid van EUR 1.023.000,-. Van de overige 6 afgeronde
aanvragen zijn er 4 afgewezen en 2 ingetrokken. Van de 62 nog niet
afgeronde aanvragen waren er op dat moment 17 in de acceptatiefase en
45 in de beoordelingsfase.
De aanvraagtermijn van het Noodfonds loopt tot augustus 2004. De reden
hiervoor is dat de herbevolking van de stallen veel tijd vergt met
name waar het gaat om leghennenbedrijven. De economische schade die
hierdoor ontstaat kan vanwege de langere openstellingtermijn worden
meegewogen in de beslissing over het eventuele beroep op het
Noodfonds.
Naast de eerste storting van EUR 3 miljoen door de rijksoverheid is
door derden een bedrag van EUR 155.000,- beschikbaar gesteld. Dit
bedrag wordt conform eerdere toezegging verdubbeld waardoor thans EUR
3,3 miljoen euro beschikbaar is voor het fonds.
Hoeveel aanvragen er uiteindelijk binnen zullen komen, is moeilijk te
voorspellen.
Alle aanvragen voor zover deze worden ingediend binnen de
openstellingtermijn zullen, indien deze gehonoreerd worden, leiden tot
uitbetaling aan getroffenen.
Ik zal u op de hoogte houden van nieuwe stortingen in het noodfonds en
het beroep daarop.
4. De financiële steunverlening voor de vermeerderaars en door wie
deze steunverlening wordt bekostigd
Het overleg met de Europese Commissie over het beschikbaar stellen van
een schadevergoeding aan vermeerderaars is nog niet afgerond. Met de
sector is op 3 juli jl. overeengekomen dat het PVE de benodigde
nationale cofinanciering voor haar rekening neemt. Binnen de
rijksbegroting ontbreken hiervoor de middelen. Bovendien zal het PVE
zorg dragen voor de uitvoering van een schaderegeling.
5. De aantallen en stand van zaken ten aanzien van de strafrechtelijke
vervolgingen en de beboeting van de verschillende overtreders tijdens
de crisis
In totaal zijn 342 procesverbalen opgesteld. Deze hebben betrekking op
overtredingen als het niet naleven van de ophokplicht en het verboden
transport van eieren en dieren.
Voor een deel van de overtredingen geldt een 'lik-op-stukbeleid'
waarbij direct een transactievoorstel wordt gedaan. De
transactievoorstellen variëren van EUR 450 voor het niet afdekken van
mest tot EUR 990 voor het niet voldoen aan de ophokplicht. Een deel
hiervan is reeds geïnd.
De overige overtredingen volgen een normaal strafrechtelijk traject
waarvan de afhandeling in handen van het Openbaar Ministerie is. Er
zijn nog geen gerechtelijke uitspraken gedaan in het kader van de
vogelpest. Binnenkort vinden de eerste zittingen plaats in Maastricht.
6. De stand van zaken bij de herbevolking
Op het moment dat alle in het vervoersbeperkingsgebied gelegen
bedrijven waren vrijgegeven, zijn de vervoersbeperkingsmaatregelen in
die gebieden vrijgegeven.
Vanaf dat moment kon gestart worden met de herbevolking. De laatste
vrijgave betrof het gebied van de Gelderse Vallei op 22 augustus. Op
dat moment zijn ook de laatste landelijk geldende beperkingen
opgeheven. De overheid heeft geen bijzondere bemoeienis met de
herbevolking.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit