Persbericht

PvdA maakt zich zorgen over randstedelijke aanpak van de spoorwegen.

De PvdA vreest dat het openbaar vervoer in Noord Nederland te kampen krijgt met flinke verslechteringen in de aansluitingen op de hoofdlijnen. Ook de samenhang in de onderlinge verbindingen dreigt te worden verstoord. Deze dreigende verslechteringen zijn het gevolg van de Nota Benutten en Bouwen die op 11 september is uitgebracht door de samenwerkende spoorbedrijven.

Kern van de nota is dat een metro-achtig vervoersconcept op de spoorlijnen in de Randstad wordt ingevoerd. De keerzijde van de plannen is dat daardoor de aansluitingen vanuit Noord Nederland op de hoofdlijnen naar het westen overhoop dreigt te worden gehaald, wat gevolgen heeft voor de onderlinge aansluitingen van bus en trein in Noord Nederland. Als de trein van Groningen op een ander tijdstip moet aansluiten op de treinen naar de Randstad dan in Leeuwarden, kan bijvoorbeeld de reistijd Hoogezand-Zuidhorn aanzienlijk verslechteren. Hetzelfde geldt voor veel andere aansluitingen van zowel bussen als treinen.

Aantasting van de aansluitingen en verlies van samenhang in de dienstregelingen in Noord Nederland zijn voor de PvdA niet acceptabel. Daarom heeft het PvdA statenlid Sjak Rijploeg schriftelijke vragen gesteld aan de Gedeputeerde Staten waarin wordt opgeroepen actie te ondernemen tegen de negatieve effecten van de plannen uit de Nota Benutten en Bouwen en te waarborgen dat de samenhang en symmetrie in de noordelijke dienstregelingen behouden blijft.

Ook stelt de PvdA vragen over de staat van onderhoud van de Groninger spoorlijnen en de daar te plegen investeringen in snelheid en beveiliging.


---

Nadere informatie

Sjak Rijploeg, lid PvdA-statenfractie Groningen, tel. 050 5490437

Vragen van het lid Rijploeg aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen

Geacht college enz.


1. Heeft het college kennis genomen van de in de nota benutten en bouwen gepresenteerde plannen van de spoorsector om een metroachtig dienstregelingsmodel in te voeren? Zo ja, is het college zich bewust van de gevolgen die dat kan hebben op het dienstregelingconcept van de Groninger lijnen en de lijn naar Leeuwarden? Het zou immers goed in het genoemde model passen om de treinen tussen de randstad en het noorden niet meer gekoppeld of vlak na elkaar over de Veluwe te laten rijden, met grote gevolgen voor het systeem van aansluitingen in het noorden.



2. Onderschrijft het college de stelling dat het vervallen van symmetrie in de NS-dienstregeling met gespiegelde tijden in Groningen-stad en Leeuwarden, zou betekenen dat het aanzienlijk moeilijker wordt goede aansluitingen van bus en trein op de knooppunten te realiseren?



3. Als het antwoord op vraag 2 bevestigend is, wil het college zich dan inzetten om de negatieve gevolgen voor het noorden te vermijden van deze randstad aanpak van de NS?



4. Ziet het college, zo mogelijk samen met Fryslán en eventueel met Drenthe, mogelijkheden om de NS en het ministerie van Verkeer en Waterstaat te bewegen de symmetrie in de dienstregeling en de spiegeltijden in Groningen stad en Leeuwarden te handhaven?



5. Onderschrijft het college de stelling dat wanneer er op de Groninger spoorlijnen wat harder gereden zou worden en er tussen knooppunten slagen binnen een uur gemaakt kunnen worden, dit tot een enorme efficiency winst en kwaliteitsverbetering zal leiden?



6. Indien het antwoord op vraag 5 bevestigend is, ziet het college dan mogelijkheden om, ook in het kader van de kolibri-plannen, hogere snelheden op de Groninger spoorlijnen te realiseren? Zo ja, ziet het college dan mogelijkheden om pro-rail te bewegen om gelijk met de investeringen die gepleegd gaan worden voor een nieuw beveiligingssysteem ook de beveiliging voor overwegen e.d. in te stellen op hogere snelheden.



7. Is bekend of, de staat van onderhoud van de Groninger spoorlijnen een hogere snelheid mogelijk maakt. Het hier gebruikte lichte materieel belast de ondergrond immers minder dan zwaardere treinen.


Met vriendelijke groeten,

Sjak Rijploeg