Unicef

Persbericht
10 KINDEREN PER DAG IN OESO-LANDEN DOOD DOOR MISHANDELING

18 september 2003, Den Haag - In de geïndustrialiseerde wereld sterven ieder jaar bijna 3500 kinderen onder de 15 aan de gevolgen van mishandeling en verwaarlozing. Dat meldt Unicef in een vandaag gepubliceerd rapport. De dader is doorgaans één van de ouders. Armoede, stress, drugs en alcohol zijn de belangrijkste achterliggende oorzaken. Babys tot 1 jaar lopen het grootste risico op dodelijke mishandeling , driemaal groter dan peuters van 1 tot 4 jaar en zesmaal groter dan kinderen van 5 tot en met 14 jaar. De cijfers voor de 27 onderzochte OESO-landen verschillen aanzienlijk, aldus de kinderrechtenorganisatie. In Spanje, de lijstaanvoerder, is één op de miljoen kinderen dodelijk slachtoffer van mishandeling. Voor hekkensluiter Portugal is dit 37 per miljoen. In Nederland zijn 6 op de miljoen kinderen het dodelijk slachtoffer.

Unicef baseert zich op de officiële overheidscijfers van de 27 landen, over een periode van 5 jaar. Uit deelonderzoeken in een aantal landen blijkt echter dat, bovenop deze cijfers, bij veel meer omgekomen kinderen de doodsoorzaak onjuist of onduidelijk wordt vastgesteld. De redenen daarvoor lopen uiteen van ondeskundigheid en onzorgvuldigheid tot de vrees rouwende ouders ten onrechte te beschuldigen. Het werkelijke aantal dodelijke mishandelingsslachtoffers ligt dus waarschijnlijk veel hoger, zo concludeert het rapport. Vergeleken met onderzoek uit de jaren zeventig in 23 OESO-landen is overigens in 14 van die landen de situatie verbeterd.

Het rapport constateert een duidelijk verband tussen huiselijk geweld onder volwassenen en mishandeling van de kinderen. Zon 40% tot 70% van de mannen die geweld gebruiken tegen hun partner mishandelen ook hun kinderen. Hetzelfde geldt voor ongeveer 50% van de vrouwen die mishandeld worden. Verrassender want minder sterk dan verwacht is het verband tussen niet en wel dodelijke kindermishandeling. Uit onderzoek in de VS blijkt dat bij 60% van de door mishandeling omgekomen kinderen geen geschiedenis van mishandeling kon worden aangetoond. De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat het dodelijke geweld vaak voortkomt uit een plotselinge explosie van frustratie, stress of aggressie.

Hoe jonger het kind, hoe hoger het risico om te overlijden aan de gevolgen van mishandeling, zo constateert de kinderrechtenorganisatie. Uiteraard is de fysieke kwetsbaarheid van babys daarbij een belangrijke factor. Bovendien wordt de babytijd door veel ouders als de meest stressvolle opvoedingsperiode gezien. Ook speelt de problematiek rond ongewenste kinderen in de eerste levensjaren een grote rol.

Van de 27 onderzochte landen doen met name Spanje, Griekenland, Italië, Ierland en Noorwegen het goed, allen met minder dan 4 dodelijke mishandelingsslachtoffers per miljoen kinderen. Nederland voert een middenmoot van 14 landen aan met aantallen van tussen de 6 en 10 slachtoffers. Helemaal onderaan staan de VS met 24, Mexico met 30 en Portugal met 37 doden per miljoen kinderen. Vergelijking met een ranglijst van geweldsdoden onder volwassenen leert dat daar waar relatief veel volwassen overlijden door geweld er ook meer kinderen sterven door mishandeling.

Unicef dringt ten slotte aan om te bouwen aan een cultuur van geweldloosheid ten aanzien van kinderen. De OESO-landen dienen volgens het door allen geratificeerde Verdrag voor de Rechten van het Kind alle vormen van geweld tegen kinderen uit te bannen. Desondanks is geweld van ouders tegen hun kinderen nog altijd de meest voorkomende vorm van geweld in deze landen. Slechts zeven landen Oostenrijk, Denemarken, Finland, Duitsland, IJsland, Noorwegen en Zweden - hebben inmiddels een wettelijk verbod op fysiek straffen ingesteld.

In Nederland roept Unicef de regering dan ook op om, in lijn met het Kinderrechtenverdrag, zo snel mogelijk over te gaan tot een verbod op het slaan van kinderen.