Provincie Flevoland




Kabinet heeft oog voor positie Flevoland

Net als het kabinet is de provincie Flevoland bezorgd over het economisch tij in Nederland, en daarom begrijpt de provincie dat de Miljoenennota een sober beeld geeft. Maar ondanks de onplezierige boodschap van de regering Balkenende op Prinsjesdag, erkent het kabinet dat de groei van Almere, Zuiderzeelijn en Hanzelijn projecten zijn van nationaal belang. De planvorming voor deze drie projecten gaat onverkort door en daar hecht de provincie veel waarde aan. Grote punten van zorg voor Flevoland blijven de jeugdzorg en het onderwijs, waarvoor beslist meer inspanningen nodig zijn dan nu wordt voorgesteld.

Het kabinet Balkenende II is dit jaar aangetreden met als motto Meedoen, meer werk en minder regels. Het kabinet heeft nu haar eerste begroting gepresenteerd en legt een belangrijk accent bij Meer Werk. Voor Flevoland houdt dat in dat het kabinet aandacht heeft voor het versterken van de economische structuur, met aanleg van de Hanzelijn en voorbereiding van de Zuiderzeelijn. Op die manier krijgt Flevoland als schakelregio tussen de Randstad en het Noorden en oosten meerwaarde voor de economische structuur van heel Nederland. Op de wat kortere termijn verwacht de provincie lastige economische tijden voor Flevoland. Met name de toenemende werkloosheid kan in Flevoland hard aankomen. De verhouding tussen het aantal werknemers en het aantal arbeidsplaatsen in Flevoland is zodanig, dat werkloosheid een relatief zwaar beslag legt op de gemeenten die verantwoordelijk zijn voor uitkeringen. De provincie vreest dat de gemeenten daardoor in financieel zwaar weer terecht komen, te meer omdat het kabinet ook fors bezuinigt op het Gemeentefonds.

Voor de samenleving is het ook belangrijk zoveel mogelijk mensen kansen krijgen op de arbeidsmarkt; daar zijn kabinet en provincie het roerend over eens. Maar voor een gezonde samenleving moet meer gebeuren dan het kabinet nu voorstelt. Het ROC Flevoland moet dankzij de financieringssystematiek van het ministerie van Onderwijs elk jaar tientallen procenten meer leerlingen opvangen met een ontoereikend budget. Op deze manier dreigt het onmogelijk te worden plaats te bieden aan de groei die het kabinet voor Flevoland in gedachten heeft.

Het kabinet heeft ondanks alle financiële zorgen 40 miljoen euro extra uitgetrokken voor de jeugdzorg. In de Tweede Kamer is recent bij motie vastgesteld dat Flevoland gezien het groeiend aantal jeugdigen recht heeft op een meer dan evenredig deel van deze middelen. Echter, zowel Interprovinciaal Overleg (IPO) als Flevoland hebben al aan de Eerste en Tweede Kamer laten weten dat de uitvoering van de toekomstige Wet op de Jeugdzorg bij lange na niet bekostigd kan worden door de provincies. De uitvoering van de wet komt verder onder druk te staan door de voorgenomen bezuiniging van 5 procent op de doeluitkering jeugdzorg in 2005. De provincie Flevoland blijft proberen op dit punt de Haagse politiek op andere gedachten te brengen.

De provincie onderschrijft het belang van regelvermindering. Dat kan voor het bedrijfsleven, onderwijs en ruimtelijke ordening grote winst opleveren. Maar de regels die er zijn moeten wel worden nageleefd. Daar vraagt de samenleving om en dat heeft het college van Gedeputeerde Staten in haar collegeakkoord specifiek als aandachtspunt benoemd. Het is daarom teleurstellend dat het kabinet op voorhand denkt geld te besparen op handhaving door het aantal regels te verminderen.

Ook het Provinciefonds, de belangrijkste inkomstenbron van de provincie, ontkomt niet aan een extra bezuiniging als gevolg van het aanvullende bezuinigingspakket van het Rijk. Voor de provincie Flevoland bedraagt deze ombuiging circa 400.000 euro. Voor Flevoland komt een dergelijke bezuiniging extra hard aan omdat juist de provincie bij haar snelle groei al achterstanden heeft opgelopen in het voorzieningenniveau. Er zal een inhaalslag nodig zijn om deze achterstanden in te lopen.

Voor het oplossen van knelpunten in de acute zorg (kleine ziekenhuizen en ambulancevervoer) trekt het kabinet 50 miljoen euro uit. Het provinciebestuur ondersteunt deze inspanning en verwacht dat een relevant deel van dit bedrag ten goede komt aan de
IJsselmeerziekenhuizen. Het economisch tij ten spijt, Flevoland zal de komende jaren blijven groeien, met name Zuidelijk Flevoland. Om die ontwikkeling op een verantwoorde wijze vorm te geven, hecht de provincie zeer aan een goede invulling van het Integraal
Ontwikkelingsplan Almere (IOP). Het rijk ziet Almere nog steeds als belangrijke groeilocatie voor de randstad en daarom vindt de provincie het zaak om deze visie om te zetten in concrete afspraken met het rijk voor infrastructuur en voorzieningen. Komend voorjaar wil het ministerie van VROM een bestuursakkoord hierover sluiten met de regio. VROM geeft aan dat het nodig is om projecten die de groei van Almere mogelijk maken, een hogere prioriteit krijgen dan ze nu hebben.

De provincie wil nog wijzen op de inconsequente opstelling van het rijk, waar het gaat om de verkoop van landbouwgronden. Het ministerie van Financiën wil voor 150 miljoen euro aan landbouwgronden verkopen in 2006 en 2007. Een deel van deze gronden is wellicht nodig voor de ontwikkeling van Zuidelijk en Oostelijk Flevoland. De provincie zou het liefst zien dat deze gronden pas verkocht worden, als duidelijk is waarvoor ze op lange termijn nodig zijn. Indien toch eerder tot verkoop wordt overgegaan, dan zou de opbrengst gereserveerd moeten worden voor de ontwikkeling van Zuidelijk Flevoland.