Actueel

Raad van State: exploitatievergunning seksinrichting terecht afgewezen vanwege gevaar voor de verkeersveiligheid

Bron: Projectbureau Bistro Utrecht

Datum actualiteit: 17-09-2003

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn uitspraak van 17 september j.l. het hoger beroep tegen de weigering van de exploitatievergunning voor de uitbreiding van seksinrichtingen te Deventer ongegrond verklaard.. Volgens de Afdeling faalt het betoog van appellanten dat de burgemeester de weigering van de exploitatievergunningen niet heeft kunnen baseren op het belang van de verkeersvrijheid en -veiligheid. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de burgemeester in dit verband heeft mogen afgaan op een advies van 29 oktober 2001 van de Politie IJsselland, waarin gemotiveerd is uiteengezet dat de door appellanten gewenste uitbreiding van raamprostitutie op de eerste verdieping, verkeersdeelnemers, met name autobestuurders, op het wegtraject over de nabij gelegen Wilhelminabrug zal afleiden hetgeen verkeersgevaarlijke situaties tot gevolg kan hebben. De appellanten hebben nagelaten een contra-expertise over te leggen van een andere deskundig te achten persoon of instantie. Zij hebben slechts hun eigen opvattingen over de verkeers(on)veiligheid naar voren gebracht. Het betoog van appellanten dat een dergelijk tegenadvies pas kan worden uitgebracht indien het bouwplan is uitgevoerd en concrete gegevens voorhanden zijn over de effecten daarvan op de verkeersvrijheid en -veiligheid, mist doel. Deskundigen op het gebied van de verkeersveiligheid moeten immers op grond van hun kennis en ervaring ook worden geacht aan de hand van de bouwtekeningen en andere stukken te kunnen inschatten wat een en ander betekent voor de verkeersveiligheid ter plaatse in de toekomst. De stelling van appellanten dat door het afgeven van de exploitatievergunningen in de praktijk geen verandering zal optreden ten aanzien van de huidige verkeerssituatie, omdat de eerste verdiepingen sinds jaar en dag worden gebruikt ten behoeve van raamprostitutie, is niet aannemelijk gemaakt en treft derhalve geen doel. De ter zitting aanwezige commissaris van de politie heeft bovendien verklaard dat het aanlokken van klanten door de prostituees in de vitrines tot op heden uitsluitend op de begane grond is geschied. Voor zover appellanten ten slotte hebben aangevoerd dat zij aan de gemeente hebben aangeboden om maatregelen te treffen om de vitrines op de eerste verdiepingen aan het zicht van het verkeer van de Wilhelminabrug te onttrekken, zij opgemerkt dat niet aannemelijk is gemaakt dat die maatregelen toereikend zijn. De slotsom is dat het hoger beroep ongegrond is.

Zie ook: 'AK4054'

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AK4053

Zie het origineel http://www.rechtspraak.nl/act...t_id=13089&i=&ti=