Gemeente Maassluis

Persberichten

17-9-2003

Antwoorden op schriftelijke vragen Maassluis Belang over branden in Maassluis

Naar aanleiding van schriftelijke vragen die door de fractie van Maassluis Belang zijn gesteld aan het college van burgemeester en wethouders over branden in Maassluis heeft het college een antwoordschrijven verzonden. Het college beantwoordt de vragen van Maassluis Belang als volgt:

Op 10 juni 2003 heeft u, in het kader van artikel 37 van het Reglement van Orde, per e-mail de volgende vragen gesteld naar aanleiding van een aantal branden in de gemeente Maassluis. Deze vragen zullen wij puntsgewijs beantwoorden.


1. Vraag: Wanneer mogen wij uitsluitsel via een politierapport ontvangen over oorzaak en gevolg van de branden op het Hooft en de Zuiddijk?
Antwoord: U zult geen politierapport ontvangen van het justitieel onderzoek. Alle communicatie hierover naar buiten toe loopt via het Openbaar Ministerie. De gemeente heeft dan ook geen inzicht in zon rapport. Overigens zijn beide onderzoeken al ruimschoots afgerond en zijn de resultaten al gecommuniceerd door het Openbaar Ministerie.


2. Vraag: De mededeling in de raad dat het pand aan de Nieuwstraat zal worden gesloopt is positief, doch wanneer gebeurt dit en onder wiens verantwoordelijkheid. Is bovendien deze gestelde termijn een gevolg van gemeentelijke regelgeving terzake? Antwoord: Dit pand is een particulier bezit waarvoor een sloopvergunning is verleend. Inmiddels is het pand onder toezicht van de gemeente gesloopt.
Inmiddels is een bouwaanvraag ingediend om het pand te herbouwen overeenkomstig de nieuwe regelgeving.


3. Vraag: Wat is überhaupt het beleid van de gemeente m.b.t. het opruimen van uitgebrande panden. Wij bedoelen hier hoe lang het zo mag blijven staan, dan wel dat er een termijn aan de opruimingsverplichting ten grondslag ligt. Antwoord: Hiervoor is geen beleid voorhanden. Een aantal factoren zoals de eigendomssituatie, het gebruik, de toekomstverwachtingen en de locatie zijn hierbij van belang in relatie tot de mogelijkheden van de Woningwet.


4. Vraag: Waarom is de communicatie met de bewoners wederom zo gebrekkig; wij noemen
a. buurtbewoners Veerhuis op het verkeerde been qua maten van de hoogte van de bebouwing;
Antwoord: Er is, gelet op het uitgebreide vooroverleg van Bremamax met omwonenden en de daaruit voortvloeiende planaanpassingen, zeker geen sprake geweest van gebrekkige communicatie. In de bewonersbrief van 9 april 2003 is voor wat betreft de aanduiding van de hoogte van de bebouwing helaas de hoogte van de dakvloer vermeld en niet de hoogte van de dakrand.
Vraag: b. OFM, Bestuur Koopcentrum de Binnenstad en bewoners Nieuwstraat in het ongewisse over de mogelijk herbouwplannen; Antwoord: Herbouwplannen voor Nieuwstraat 21 zijn dezerzijds niet bekend, maar zullen altijd moeten worden aangevraagd en dienen in overeenstemming te zijn met het bestemmingsplan Binnenstad en de Woningwet c.q. het Bouwbesluit.
Vraag: c. bewoners Zuiddijk over asbestproblemen bij het bluswerk. Antwoord: Voorzover bekend zijn er bij de bluswerkzaamheden aan de Zuiddijk geen asbestproblemen geweest. In het pand is een vast asbest aangetroffen.Dit is in het kader van het zo snel mogelijk opruimen na branden in gemeentelijke panden op de wettelijk verplichte wijze verwijderd.


5. Vraag: Waarom is er met de bewoners van de Zuiddijk en de Johan Evertsenlaan geen contact over de nieuwbouwplannen rond de oude brandweerkazerne geweest, ondanks uw eerdere briefwisseling met de bewoners over de kaalslag na afbraak van de kazerne. Klachten van deze bewoners dat toezeggingen over tijdelijke invulling van dit gebied niet zijn nagekomen hebben ons inmiddels bereikt. Antwoord: Er is vooralsnog door Bremamax alleen contact gelegd met direct omwonenden, daar waar dit voor het ontwerpplan nodig was. In de Schakel van 18 april 2003 is abusievelijk de ter visie legging van de plannen voor de Johan Evertsenlaan en de Zuiddijk aangegeven, maar dit had voor het Veerhuis moeten zijn. In de Schakel van 2 mei 2003 is dit wel op de juiste wijze geschied. Deze omissie heeft geleid tot de opvatting dat er al sprake was van een definitief plan, hetgeen echter nog niet het geval was, omdat door B en W eerst op 29 april 2003 is besloten in te stemmen met de verdere gang van zaken voor de plannen aan de Johan Evertsenlaan en de Zuiddijk.


6. Vraag: Wanneer kunnen wij (en de betrokken bewoners) kennis nemen van uw nieuwbouwplannen rond de Zuiddijk en in hoeverre past daar nog inspraak in. De commissie StadsOntwikkeling en Beheer was daar duidelijk in, doch een brainstorm cessie met de betrokken bewoners is nog niet van de grond gekomen.
Antwoord: Door de brand moeten de plannen voor de Zuiddijk worden aangepast.
Door de commissie StadsOntwikkeling en Beheer is op 20 januari 2003 ingestemd met het realiseren van 14 appartementen aan de Johan Evertsenlaan en 6 starterswingen in de voormalige school aan de Zuiddijk. De informatie aan de bewoners stond eerder gepland, maar zal nu door de noodzakelijke planaanpassingen naar verwachting plaatsvinden in september. Bij de planaanpassing zal er onder andere aandacht zijn voor de gemaakte opmerkingen ten aanzien van het parkeren.
De planning is nu dat op donderdag 11 september 2003 een informatie-/hooravond wordt gehouden en de plannen daarna ter verdere behandeling op 21 oktober 2003 in de commissie StadsOntwikkeling en Beheer worden besproken.


7. Vraag: Mogen wij van u verwachten dat in de toekomst sneller door u gereageerd wordt, waar het gaat om een opruiming c.q. sanering van de panden die in de brand hebben gestaan. Antwoord: Het vermelde onder 3 is hier eveneens van toepassing.

Wij gaan er van uit u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.