Utrecht, 16-09-2003
Compensatiemaatregelen onvoldoende om koopkrachtdaling ouderen te
keren
De Rijksbegroting 2004 leidt tot opeenstapeling van bezuinigingen voor
50-plussers en gepensioneerden. Maatregelen rondom zorg, huisvesting
en werk bieden hen slechte vooruitzichten. Uit op 15 september 2003
bekend geworden berekeningen blijkt dat de koopkracht van ouderen met
een doorsnee zorgvraag sterk daalt. Belangrijke waarden als
solidariteit en rechtsgelijkheid staan onder druk. Dat vinden de in
het CSO verenigde ouderenorganisaties ANBO, Unie KBO, PCOB, NISBO en
NVOG (ruim 650.000 leden).
Ouderen krijgen niet alleen te maken met een verkleining van het
pakket, maar ook met verhoging van de eigen bijdragen in de AWBZ,
invoering van de eigen bijdrage geneesmiddelen en, indien toegelaten,
met de kosten van een aanvullende verzekering. Daar komt de verlaging
van de individuele huursubsidie nog bij. In het bijzonder oudere
migranten, die veelal een lager besteedbaar inkomen hebben dan
autochtone ouderen, worden getroffen. Zij zullen ook worden
geconfronteerd met de kosten van inburgeringcursussen
Compensatieregeling
De regeringsplannen zullen met name thuiswonende ouderen met een laag
inkomen en een zorgvraag treffen. Het kabinet heeft aangekondigd dat
de extra kosten die ouderen maken in verband met zorg gecompenseerd
zullen worden in de tegemoetkomingsregeling.
Uit de berekening van het NIBUD - in opdracht van de
ouderenorganisaties - blijkt dat deze compensatie onvoldoende is. Een
alleenstaande oudere met alleen AOW-pensioen en een doorsnee zorgvraag
gaat er, ondanks de compensatie voor ziektekosten, in 2004 3,4% in
koopkracht op achteruit. De ouderenorganisaties vinden dat de
compensatie volledig moet zijn. Anders vrezen zij dat deze groep
ouderen gedwongen is onmogelijke keuzes te maken. Bovendien is
onduidelijk of compensatie alleen via het belastingbiljet kan worden
geboden of dat er andere mogelijkheden komen. Nog steeds vullen veel
ouderen geen belastingbiljet in, waardoor zij geen gebruik kunnen
maken van de regeling.
Maatregelen zorg- en welzijnspakket
De ouderenorganisaties constateren dat de financieel-economische
omstandigheden bepalend zijn voor de keuzes in de zorg in de komende
jaren. Uitgangspunt is het op orde houden van de boekhouding. Op de
korte termijn worden ouderen geconfronteerd met de gevolgen van de
maatregelen met betrekking tot het ziekenfondspakket (schrappen van de
fysiotherapie, tandartsenzorg en zittend ziekenvervoer). Met de komst
van de Wet op de Maatschappelijke Zorg vrezen de ouderenorganisaties
op de langere termijn een nog verdere verkleining van het zorg- en
welzijnspakket. Ouderen hebben nauwelijks mogelijkheden om de leemtes
op te vangen. Zo worden ouderen bij de meerderheid van de
zorgverzekeraars geweigerd voor de aanvullende verzekeringen.
De maatregelen in de zorg, huisvesting en werk leiden ertoe dat
ouderen pas in uiterste instantie een beroep kunnen doen op de
collectieve middelen en om ondersteuning van de overheid kunnen
vragen. Bovendien wordt de verantwoordelijkheid voor de collectieve
voorzieningen door de rijksoverheid verregaand in handen gelegd van
gemeenten en concurrerende verzekeraars, zonder duidelijke
basisvoorwaarden te stellen. In de visie van de ouderenorganisaties
komen belangrijke waarden als solidariteit en rechtsgelijkheid zo
onder druk te staan. Verantwoordelijkheid en participatie Ouderen
hebben een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om hun bijdrage aan
het vraagstuk van de vergrijzing in de samenleving. De
ouderenorganisaties waarderen dat de overheid verder gaat met het
uitwerken van de langetermijnvisie op het ouderenbeleid. Ook hechten
zij groot belang aan een programma om de vrijwillige ouderenadviseurs
te ondersteunen en begeleiden. Dit is een belangrijke stimulans aan de
bevordering van de participatie van ouderen en de invulling van hun
eigen verantwoordelijkheid. De mogelijkheden van ouderen met een
zorgvraag om voor zichzelf te zorgen, worden echter sterk overschat.
Werkloze ouderen De ouderenorganisaties zijn het eens met het kabinet
dat de arbeidsparticipatie van oudere werknemers vergroot moet worden.
Gezien de huidige arbeidsmarkt zijn de perspectieven voor ouderen om
werk te vinden slecht. Zolang de arbeidsmarkt krimpt en de houding van
werkgevers ten opzichte van oudere werknemers niet verandert, zal het
voor ouderen erg moeilijk zijn om werk te vinden. Het invoeren van een
sollicitatieplicht voor de nu werkloze ouderen is onzinnig. De
ouderenorganisaties hebben er geen moeite mee dat degenen die op
57,5-jarige leeftijd het betaalde arbeidsproces moeten verlaten,
gedurende het daarop volgende jaar verplicht zijn te solliciteren. Het
kabinet stelt verder voor om de vervolguitkering WW af te schaffen.
Als gevolg hiervan komen werkloze ouderen versneld in de IOAW terecht.
De consequentie daarvan is dat voor de vaststelling van het recht op
uitkering ook gekeken wordt naar het inkomen van de partner. Wanneer
dit inkomen niet lager is dan het sociaal minimum zal de werkloze
oudere geen uitkering ontvangen. AOW De koppeling van de AOW aan de
ambtenarensalarissen zal waarschijnlijk leiden tot extra
koopkrachtverlies. Het is voor de gepensioneerden onaanvaardbaar dat
de overheid deze maatregel bewust neemt. Zeker ook gezien alle andere
lastenverzwaringen waarmee ouderen te maken krijgen. VUT en
prepensioen Met het afschaffen van de fiscale facilitering van VUT en
prepensioen maakt de regering het feitelijk onmogelijk om eerder met
pensioen te gaan. Gezien de wens om de arbeidsparticipatie van oudere
werknemers te vergroten, is te overwegen om op langere termijn de
fiscale voordelen bij sparen voor prepensioen in te trekken. Op
voorwaarde dat er een goede overgangsregeling komt.