Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
http://www.minbzk.nl
MINBZK: Voorrang voor aanpak problemen Nederlandse Antillen
Voorrang voor aanpak problemen Nederlandse Antillen
Meer mogelijkheden en bevoegdheden voor de afzonderlijke eilanden van
de Nederlandse Antillen door aanpassing van de bestuurlijke structuur
van het land. Verbetering van de overheidsfinanciën en versterking van
de samenwerking op het terrein van rechtshandhaving en bestrijding van
criminaliteit. Dat zijn de belangrijkste speerpunten in de
ontwerp-begroting Koninkrijksrelaties van minister De Graaf
(Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties).
Er is grote behoefte aan een aanpassing van de bestuurlijke structuur
van de Nederlandse Antillen. Een aanpassing die meer recht doet aan de
eigen mogelijkheden en verantwoordelijkheden van de afzonderlijke
eilanden. Op een zo kort mogelijke termijn zal daarom een gezamenlijke
werkgroep worden ingesteld om voorstellen te doen om te komen tot een
andere verdeling van bevoegdheden tussen het landsbestuur en
eilandenbesturen. De werkgroep zal onderzoeken in hoeverre een verdere
decentralisatie van bevoegdheden naar de eilandenbesturen mogelijk is,
afhankelijk van de maat en de mogelijkheden van ieder eiland. Dit is
een werkbaar alternatief voor de door sommige eilanden gewenste status
aparte. Daardoor zou immers het land Nederlandse Antillen uit elkaar
vallen en dat zal de problemen niet oplossen.
In 2004 is het vijftig jaar geleden dat het Statuut voor het
Koninkrijk tot stand kwam. Dit jubileum is een goede gelegenheid om te
onderzoeken op welke punten het Statuut is achterhaald en aanpassing
behoeft. Het Statuut blijft de basis voor de samenwerking tussen de
drie landen. Het voornemen bestaat een gemengde Commissie bestaande
uit vertegenwoordigers van de Nederlandse Antillen, Aruba en Nederland
in 2004 te belasten met de evaluatie van het Statuut.
Een belangrijk thema in het kader van de evaluatie van het Statuut is
de relatie van de Nederlandse Antillen en Aruba met de Europese Unie.
Het gaat daarbij om de vraag of de Antillen en Aruba de status willen
van 'ultraperifeer' gebied (buitengebied) van de EU. Een werkgroep zal
de voors en tegens van een dergelijke status onderzoeken, zodat de
discussie hierover op basis van volledige informatie kan plaatsvinden.
De positie van Nederland is: als de landen uiteindelijk zelf voor een
dergelijke status kiezen, zal Nederland dat bevorderen.
De Nederlandse Antillen en Aruba zijn autonome landen binnen het
Koninkrijk. Op grond van in het Statuut vastgelegde uitgangspunten
draagt Nederland bij aan het waarborgen van goed bestuur,
rechtszekerheid en de mensenrechten. Het beleid is er op gericht om de
landen binnen het Koninkrijksverband in staat te stellen zoveel
mogelijk problemen zelf op te lossen. Nederland stelt geld ter
beschikking aan de Nederlandse Antillen en Aruba om de landen te
ondersteunen bij de versterking van een aantal elementaire
overheidsfuncties. Dit laat onverlet dat de verantwoordelijkheid voor
deze functies bij de landen zelf ligt. Daar waar de problemen de
landsgrenzen overschrijden of daar waar de landen een minimum niveau
van overheidszorg niet kunnen waarmaken, zal Nederland nadrukkelijk de
samenwerking met de landen zoeken. Deze samenwerking op
Koninkrijksniveau is voor geen van de landen vrijblijvend.
Nederland heeft voor de inzet van de samenwerkingsmiddelen gekozen
voor een programmafinanciering in plaats van de vroegere
projectfinanciering. Hierdoor kan het beschikbare geld effectiever
worden ingezet. De programmafinanciering voor de Antillen kent vier
speerpunten: goed bestuur, duurzame economische ontwikkeling,
onderwijs en rechtshandhaving. Voor Aruba komt daar de gezondheidszorg
bij.
Om de financiële verhoudingen tussen de eilanden en het land Antillen
beter te organiseren, en de effectiviteit van de samenwerking en de
doelmatigheid van het beheer verder verhogen moet er een onafhankelijk
ontwikkelingsfonds komen, zoals dat voor Aruba al bestaat.
Ook in de samenwerking met niet-gouvernementele organisaties kiest
Nederland voor een directere relatie met de eilanden. In 2004 zal deze
structuur volledig operationeel zijn.
Ook op de Nederlandse Antillen en Aruba is de aanpak van criminaliteit
een belangrijk thema. De zorg voor een adequate rechtshandhaving is
primair de verantwoordelijkheid van de landen zelf. De problematiek
overstijgt echter steeds vaker de landsgrenzen.
Met de ministers van Justitie van Aruba en van de Nederlandse Antillen
zijn begin 2003 afspraken gemaakt om programma's rechtshandhaving op
te stellen, waarin de versterking van de rechtshandhavingsinstituties
in de landen een centrale rol zal hebben. De aanpak van gezamenlijk te
benoemen thema's zoals grensbewaking, grensoverschrijdende
criminaliteit en terrorisme vormen voor Nederland belangrijke
inhoudelijke toetsingscriteria voor de programma's. Met het nieuwe
Antilliaanse kabinet zal nadere invulling worden gegeven aan het
programma. De aansluiting bij de aanpak van de lokale problematiek zal
hierbij ook expliciet aandacht krijgen.
Bestaande samenwerkingsactiviteiten op het terrein van de
rechtshandhaving, zoals de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en
Aruba en het recherchesamenwerkingsteam, worden onverminderd
voortgezet en versterkt.
Een tabel met financiële gegevens is beschikbaar op www.minbzk.nl
Noot voor de redactie,