verschenen op: 16-09-2003
Reactie hogescholen op Rijksbegroting 2004
Bescheiden impuls voor bijdrage hogescholen aan kenniseconomie
De Nederlandse hogescholen, verenigd in de HBO-raad, zien zowel
positieve als negatieve ontwikkelingen in de onderwijsbegroting 2004.
Positief is de waardering voor de rol van hogescholen op gebied van
kennisinnovatie. Er komt geld voor masteropleidingen en voor het
aanstellen van meer lectoren. Negatief is het totale financiële
plaatje. Mede door de korting van Balkenende I loopt het bedrag dat
hogescholen per student te besteden hebben verder terug.
Als Nederland zijn ambities op gebied van de kenniseconomie wil
waarmaken zal een hoger percentage van de jongeren moeten deelnemen
aan het hoger onderwijs. De hogescholen zijn positief over de
duidelijkheid waarmee het kabinet stelt dat deze groei alleen kan
komen uit een betere doorstroom vanuit het mbo. Een integrale visie op
de versterking van de beroepskolom wordt echter gemist. Zo vrezen de
hogescholen dat invoering van de prestatiebeurs in het mbo van
negatieve invloed is op de doorstroming naar het hbo.
De hogescholen zien het als een doorbraak dat zij nu geld ontvangen
voor professionele masteropleidingen. Het gaat om de opleidingen tot
nurse practitioner en physician assistant. Afgestudeerden van deze
masteropleidingen zullen in de toekomt het gat tussen arts en
verpleegkundige opvullen. Hiermee leveren zij een vernieuwende
bijdrage aan het wegwerken van knelpunten in de zorg. Een andere
bijdrage aan kennisinnovatie leveren hogescholen met het aanstellen
van lectoren. Dit zijn specialisten die samen met docenten, studenten
en het bedrijfsleven kennis binnen een bepaald vakgebied actualiseren.
Ook zorgen zij voor een betere circulatie van kennis tussen
hogescholen en bedrijfsleven. Voor uitbreiding van deze wijze van
werken wordt in de onderwijsbegroting een bescheiden bedrag
uitgetrokken.
Het grootste punt van kritiek van de hogescholen betreft het totale
hbo-budget voor de komende vijf jaren. De begroting maakt op
bladzijden 171 en 172 duidelijk dat 20.000 extra studenten voor een
gelijkblijvend totaalbedrag moeten worden opgeleid. Het totale
financiële plaatje ziet er zo somber uit, ondermeer omdat de
efficiencykorting van het kabinet Balkenende I (bijna 65 miljoen Euro)
gewoon is blijven staan.
Voor hogescholen zal deze teruggang zeer moeilijk zijn op te vangen.
Hogescholen willen de kwaliteit van hun onderwijs op peil houden en
het aantal studenten dat zonder diploma de opleiding verlaat beperken.
Dit vraagt een intensievere begeleiding van studenten en niet minder
geld per student.
Terug terug
HBO-Raad