Ministerie van Buitenlandse Zaken

Buitenlands beleid in 2004

Internationale verplichtingen niet door nationale gerichtheid in de verdrukking Nederland beschikt over gedurende lange tijd opgebouwd internationaal politiek gezag. Dit uit zich bijvoorbeeld op het gebied van de bevordering van de internationale rechtsorde, wapenbeheersing en ontwapening, mensenrechten, conflictbeheersing en Europese integratie. Dit gezag is geen gegeven, maar vergt onderhoud. Het schept ook verplichtingen, die door een te grote nationale gerichtheid niet in de verdrukking mogen raken. De regering zal zich inzetten om de Nederlandse invloed op ontwikkelingen in het buitenland te behouden en waar nodig te versterken.

Vernieuwing van de diplomatie in de vorm van verdere ontwikkeling van 'public diplomacy' en versterking van de bilaterale diplomatie zijn daarbij onontbeerlijk. Het eerste vanwege de noodzaak zich niet meer alleen op overheden te richten, maar ook op andere actoren. Het laatste is, vanwege de omvangrijke uitbreidingen van NAVO en Europese Unie, nodig om coalities te vormen en besluitvorming in Brussel voor te bereiden.

De uitgaven ten behoeve van het buitenlandse beleid bedragen in totaal 5,3 miljard euro, waarvan 3,8 miljard euro voor ontwikkelings-samenwerking. De inspanning van 0,8 % van het bruto nationaal product voor ontwikkelingssamenwerking blijft onverminderd gehandhaafd.

Geïntegreerd beleid
Aangezien internationale vraagstukken niet eendimensionaal zijn, biedt alleen een geïntegreerde benadering kans van slagen. Een gecoördineerde en coherente benadering van internationale vraagstukken met inzet van de meest effectieve en efficiënte combinatie van diplomatieke, veiligheidspolitieke, economische en ontwikkelingsinstrumenten is noodzakelijk.

De instelling van een fonds voor vrede en stabiliteit is bij uitstek geschikt om bestaande instrumenten en middelen op het terrein van vrede, veiligheid en conflictbeheersing te bundelen. Uit dit 'stabiliteitsfonds' worden activiteiten gefinancierd die zijn gericht op het voorkomen van geweld en bijdragen aan de veiligheid en stabiliteit in landen of regio's. Het fonds moet voorkomen dat het kabinet op incidentele basis oplossingen en budgetten moet zoeken bij conflicten in de wereld.

Ook de voorkoming en bestrijding van terrorisme vraagt om een geïntegreerde aanpak. Terrorisme maakt gebruik van de moderne communicatiemogelijkheden, financiële stromen en personenverkeer. Interne en externe veiligheid vloeien in toenemende mate in elkaar over: de veiligheid van Nederland is nauw verbonden met die van onze omgeving, en andersom. Daarom is in de eerste plaats de Europese Unie een aangewezen forum om gezamenlijke maatregelen te nemen, zowel intern (samenwerking van veiligheids- en politiediensten; wetgeving) als extern (betrekkingen met derde landen die een risico vormen of waarmee samenwerking is aangewezen). Ook de NAVO kan een belangrijk forum zijn om terrorisme tegen te gaan. De VN is het geëigende forum voor het bereiken van wereldwijde overeenstemming over de aard en aanpak van het probleem.

Regionale benadering
De regionale context is voor een effectief buitenlands- en ontwikkelingssamenwerkingsbeleid steeds relevanter. Onderwerpen als vrede en veiligheid, milieu, en handel laten zich zelden vangen binnen nationale grenzen. Daarom wordt de geïntegreerde aanpak van de verschillende instrumenten van het buitenlands beleid ingezet binnen een regionale benadering. Met name de conflicten in Afrika in de Grote Meren-regio en de Hoorn van Afrika en de Westelijke Balkan lenen zich voor een dergelijke benadering.

Ontwikkelingssamenwerking: meer dan geld en overheid alleen De slagkracht van ontwikkelingssamenwerking wordt vergroot door de samenwerking met het bedrijfsleven en niet-gouvernementele organisaties te versterken. De particuliere sector kan een grote bijdrage leveren aan de ontwikkeling van een land en verdient daartoe de ruimte.

Partnerschap wordt het overkoepelende uitgangspunt binnen ontwikkelingssamenwerking. Samenwerking tussen burgers, bedrijfsleven, overheden en maatschappelijke en internationale organisaties vergroot de slagkracht van ontwikkelingssamenwerking en kan het bereiken van de Millennium Development Doelstellingen (MDG's) dichterbij brengen. Tezamen met coherent en integraal beleid moet dit leiden tot meer kwaliteit en effectiviteit van het beleid.

Dit kan bereikt worden door concentratie van middelen en deskundigheid, door donorcoördinatie en door harmonisatie van procedures. De bilaterale hulp wordt daarom geconcentreerd op een kleiner aantal landen en sectoren. Het is noodzakelijk om te bepalen welke multilaterale organisaties geschikt en minder geschikt zijn voor het verwezenlijken van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerkings-doelen. Belangrijke criteria hierbij zijn de effectiviteit van de organisaties en hun gerichtheid op het bereiken van de MDG's. Daarbij is er bijzondere aandacht voor de beleidsterreinen onderwijs, milieu, aids en reproductieve gezondheid.

Nederland kwam in 2003 als beste uit de bus bij de coherentie-index van het Centre for Global Development. Deze plaats wil Nederland behouden, en waar mogelijk versterken. Daarom wordt ingezet op meer concrete afspraken op het terrein van het vergroten van markttoegang voor ontwikkelingslanden en het verminderen van handelsverstorende subsidies op belangrijke producten voor ontwikkelingslanden op EU- en multilateraal niveau.

Internationale ordening: een multilateraal systeem met tanden Om als Nederlandse nationale gemeenschap optimaal te kunnen presteren en functioneren is er een goed werkend multilateraal systeem nodig. Een multilateraal systeem met organisaties die binnen hun eigen mandaat zijn opgewassen tegen de taken van deze tijd, en internationale verdragen en overeenkomsten die de interactie met andere spelers in het internationale vlak beheersbaar en (voor zo ver mogelijk) voorspelbaar maken.

Effectieve bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en bevordering van wapenbeheersing en ontwapening kunnen slechts plaatsvinden binnen een krachtig multilateraal systeem dat duidelijke regels stelt en toeziet op de naleving ervan. Kortom, er is een multilateraal systeem met tanden nodig om grensoverschrijdende vraagstukken het hoofd te kunnen bieden. Daarom wil Nederland verdere impulsen geven op terreinen als non-proliferatie, het functioneren van de VN-mensenrechtencommissie, de OVSE en het Internationaal Strafhof.

Versterking Europese samenwerking
In de tweede helft van 2004 bekleedt Nederland het voorzitterschap van de Europese Unie. Hoewel het voor de invulling van de precieze inhoud van het voorzitterschap nu nog te vroeg is, worden de contouren van het voorzitterschap al wel duidelijk. Vanuit de Europese agenda en nationale beleidslijnen dienen zich drie overkoepelende thema's aan: duurzame groei, verdere uitbouw van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid en een actief, betrokken en rechtvaardig extern beleid van de Unie. Het wordt een bijzonder voorzitterschap omdat alle tien nieuwe lidstaten vanaf het begin meebeslissen. Dat betekent een andere dynamiek en nieuwe verhoudingen, waarin coalitievorming een nog grotere rol zal spelen. Daarnaast vinden in juni 2004 verkiezingen plaats voor het Europees Parlement en zal per 1 november 2004 een nieuwe Europese Commissie aantreden.

De komende uitbreiding van de EU tot 25 of meer lidstaten maakt verdere institutionele aanpassingen noodzakelijk. De Intergouvernementele Conferentie die in het najaar van 2003 van start gaat, zal hierover beslissen. Nederland zet zich ervoor in een meer slagvaardige, transparante en democratische Unie tot stand te brengen.

Wat betreft de uitbreiding van de Unie hecht het kabinet er sterk aan dat de toetredende landen de afspraken die zij zijn aangegaan, nakomen. Het kabinet zal de Europese Commissie eraan houden dat, daar waar onverhoopt onvoldoende aan de toetredingscriteria wordt voldaan, vrijwaringmaatregelen worden toegepast.

Ook zal Nederland zich verder sterk maken om het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid verder vorm en inhoud te geven. De prioriteiten zijn daarbij naar verwachting de versterking van de Europese militaire capaciteiten, mogelijke overname van SFOR door de EU (2004-2005) en versterking van de relatie EU-NAVO.

Parallel aan de Staat van de Unie presenteren het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Centraal Planbureau op verzoek van het ministerie van Buitenlandse Zaken (als bijlage bij 'de Staat') een Europese Verkenning getiteld "Sociaal Europa". *


* Voor de inhoud, conclusies en toelichting zij verwezen naar het gezamenlijke persbericht van SCP en CPB.

Meer informatie:-
Directie Voorlichting en Communicatie
Postbus 20061, 2500 EB Den Haag
Telefoon: (070) 348 66 74
Fax: (070) 348 55 59
Internet: - www.minbuza.nl
E-mail: - dvl-pe@minbuza.nl